Ewald Engelen: ‘Laten we het in hemelsnaam weer simpel maken’
De kosten van de Nederlandse gezondheidszorg stijgen. Biedt het zorgverzekeringsstelsel dat sinds 2006 van kracht is een oplossing voor die stijging of is het er juist een oorzaak van? Wordt de Nederlandse gezondheidszorg onbetaalbaar? Wordt de samenleving ontwricht als de kosten verder oplopen? SP-Tweede Kamerlid Renske Leijten legt deze vragen voor aan hoogleraar financiële geografie Ewald Engelen.
Engelen: ‘Ten eerste moet ik erop wijzen dat het een enorm grote sector is. 1,2 miljoen mensen, dat is pakweg 20 procent van de Nederlandse beroepsbevolking, werkt in de zorg- en welzijnssector. Het tweede dat opvalt is de enorme diversiteit. Heel veel laaggeschoolde arbeid, vooral voor vrouwen, veelal allochtone vrouwen. Tot aan hoogopgeleide specialisten. Maar daarnaast een verschijnsel dat mij ook is opgevallen in het onderwijs: dat Nederland echt zucht onder een regelcultuur. Het Sociaal Cultureel Planbureau liet zien dat de snelst groeiende beroepsgroep in de Nederlandse arbeidsmarkt over de afgelopen vijftien jaar ‘manager in de zorgsector’ is. Dat is natuurlijk volkomen bespottelijk. We hebben met z’n allen een enorm schaalvergrotingsproces mogelijk gemaakt, en voor een deel opzettelijk in gang gezet, maar de uitkomst van dat schaalvergrotingsproces is dat er verschraling heeft plaatsgevonden. Aan de basis zien we minder handen aan het bed, minder docenten voor de klas. Maar daarboven zien we een enorme wildgroei aan allerlei staf- en vooral managementfuncties. Wat mij betreft is dat een enorme verspilling van kostbaar belastinggeld. Laten we het in hemelsnaam weer simpel maken. Terug naar de burger, weg met al die grote instellingen en vooral weg met al die baasjes die daar bovenop zitten.’
Wij krijgen alleen maar te horen: de zorg kost zo veel geld en het moet minder.
‘Ja. Maar dat is een misvatting die wel heel erg Nederlands is. Ons land heeft natuurlijk een enorme exportsector en het frame in Den Haag en daarbuiten is altijd geweest dat het geld in Nederland verdiend wordt door die exportsector. Maar op het moment dat je dat een beetje kantelt, wordt snel duidelijk dat zorg, welzijn, onderwijs, de semi-publieke en publieke sector niet alleen een kostenpost is, maar ook ontzettend veel economische opbrengsten heeft. Simpelweg in de vorm van de salarissen die uitgekeerd worden aan de 1,2 miljoen mensen die nu in de zorg- en welzijnssector werken, meer overigens dan er bij de multinationals in Nederland werken. Dat salaris moet natuurlijk besteed worden aan allerlei eerste levensbehoeften, dus dat komt terecht bij de bakker, de melkboer, de supermarkt, bij de woningbouwcorporatie, bij de bank. En daarmee is dat net zo goed een grote kurk waar de Nederlandse economie op drijft. Op de een of andere manier missen wij statistieken die dat helder kunnen aangeven, maar we missen vooral ook vaandeldragers van deze sectoren die in het publieke debat duidelijk kunnen maken dat dit absoluut geen parasitaire bedrijfstakken zijn, maar dat ze een heel belangrijke bijdrage leveren aan het wel en wee van Nederland, ook in economische zin.’
We hebben al lange tijd te maken met het dogma dat er eigenlijk geen alternatief is voor marktwerking, concurrentie, productiegedreven zorg. Want daardoor wordt het transparanter, goedkoper en beter.
‘Nou, ten eerste is er geen echte marktwerking in de zorg. Het is kunstmatige marktwerking. Ten tweede zijn veel van die beloftes in hun tegendeel komen te verkeren. Het is niet kostenbesparend geweest, het heeft een wildgroei aan administratie, coördinatie en vooral controle tot gevolg gehad. Professionals zijn hun arbeidsvreugde en hun arbeidsautonomie kwijtgeraakt. We hebben een sector gecreëerd die gedomineerd wordt door baasjes. En wat nog veel erger is: waarbij het merendeel van de macht in de sector verschoven is naar quasi-parasitaire financiële instellingen. De oude ziekenfondsen hebben zich getransformeerd tot financiële instellingen, verzekeraars, die elk jaar opnieuw kostbare reclamebudgetten inzetten om ervoor te zorgen dat een heel klein deel van de verzekerden overgaat naar een andere verzekeringsmaatschappij. Eigenlijk moet je constateren, tien jaar na de introductie van dit zorgstelsel, dat dit hele experiment in quasi-marktwerking een faliekante mislukking is geweest. Dit stelsel heeft de kosten in de zorg alleen maar vergroot, heeft de kwaliteit niet verder gebracht en heeft ontzettend veel vervreemding bij patiënten, maar vooral ook bij de uitvoerende professionals veroorzaakt. Stoppen ermee, terugdraaien zou ik zeggen. En accepteer dus inderdaad dat bij een beschaafde, welvarende samenleving hoort dat pakweg 10 tot 11 procent van je bruto binnenlands product besteed wordt aan goede, kwalitatief hoogstaande, toegankelijke, brede zorg voor iedereen.’
Zijn er nog andere zaken in de gezondheidszorg waarvan jij denkt dat er een hoop geld bespaard kan worden?
‘Nou, kijk eens naar de Britten. Die hebben na de Tweede Wereldoorlog een nationaal gezondheidsstelsel, de National Health Service opgezet. Dat zou volgens mij ook in Nederland op dit moment een ideaal alternatief zijn. Radicaal breken met de neoliberalisering, de marktwerking van de afgelopen vijftien jaar. Dat betekent onder andere dat alle specialisten gewoon in loondienst komen bij publieke, publiekrechtelijke ziekenhuizen. Hier in Nederland hebben we gesalarieerde specialisten, die krijgen 150.000 euro per jaar. Maar we hebben ook vrijgevestigde specialisten; zelfstandige ondernemers die behoren tot de duurst betaalde medici ter wereld. Hoger dan in de Verenigde Staten, er zijn specialisten in Nederland die 460 tot 500.000 euro op jaarbasis verdienen. Daarmee incasseren ze ongeveer zevenenhalf maal het gemiddelde salaris in Nederland. In de Verenigde Staten is dat maximaal vijfeneenhalf keer het gemiddelde salaris. We zijn met z’n allen eigenlijk knettergek dat we dit nog altijd toestaan en accepteren. Het tweede waar we een eind aan moeten maken is de toenemende machtspositie van Big Pharma, de farmaceutische industrie. Om daar tegenwicht aan te bieden is opnieuw een publiekrechtelijk zorgstelsel gewenst, waarbij de Nederlandse overheid als onderhandelingspartner gaat fungeren ten overstaan van Big Pharma in de prijsbepaling van medicijnen. Je hebt dan de macht om tegen de farmaceutische industrie te zeggen: jullie krijgen alleen maar toegang tot onze markt op het moment dat je billijke prijzen gaat vragen. Dat is volgens mij de weg die we op moeten en dat is inderdaad breken met het neoliberale experiment dat we sinds 2006 aan het uitvoeren zijn in de gezondheidszorg. Laten we het in hemelsnaam weer simpel maken, terug naar de burger, weg met al die grote instellingen en vooral weg met al die baasjes die daarbovenop zitten.’