nieuws

Van Nispen: Opstelten en Rutte minachten de onafhankelijkheid van het Openbaar Ministerie

Michiel van Nispen
Michiel van Nispen

Van Nispen is teleurgesteld in de reactie van de minister-president en zijn visie op de scheiding van machten. In april 2014 zei minister Opstelten over een lopend strafrechtelijk onderzoek van het Openbaar Ministerie: ‘Het was niks, het is niks en het wordt niks.’ Van Nispen vond die uitspraken kwalijk: ‘Met zijn uitspraken wekte de minister de indruk de uitkomst van het onderzoek van het OM al te kennen of nog erger: te kunnen beïnvloeden. Dat is slecht voor het vertrouwen van de burger in justitie. In Nederland kennen we de wetgevende macht, uitvoerende macht en de rechtsprekende macht en die moeten zich niet met elkaar bemoeien.'

Een paar dagen later deed premier Rutte er nog een schepje bovenop door zich achter de uitspraken van zijn minister te scharen en te beweren dat een minister van Veiligheid en Justitie zelfs méér zou mogen zeggen over lopende onderzoeken dan andere politici. Van Nispen: ‘Een curieuze en echt onjuiste opvatting’.

De minister-president weigerde tot twee keer toe inhoudelijk in te gaan op de schriftelijke vragen van Van Nispen. ‘Vier maanden lang heb ik meerdere keren om opheldering moeten vragen over de visie van deze regering op de scheiding der machten. Dat is op zichzelf al bijzonder opvallend, het leek op minachting van de Tweede Kamer. Nu dat antwoord er eindelijk is ben ik inhoudelijk teleurgesteld. Het blijkt dat de premier de uitspraken van de minister van Veiligheid en Justitie wél vindt kunnen. Daarover verschillen we dus echt van mening. Júist een minister van Veiligheid en Justitie zou uiterst terughoudend moeten zijn als het gaat over lopende strafrechtelijke onderzoeken. Hij hoort niet de schijn te wekken dat hij de uitkomst van een strafrechtelijk onderzoek al kent of kan beïnvloeden. Dat de minister-president hier op geen enkele manier enig afstand van wil nemen vind ik zorgelijk. De onafhankelijkheid van het Openbaar Ministerie is iets fundamenteels. De politiek verantwoordelijke minister moet niet de schijn wekken zich inhoudelijk te bemoeien met de zaak. Dat voedt het wantrouwen in het stafrechtelijke systeem.’

Van Nispen zal de minister hier tijdens de behandeling van de begroting van het ministerie van Veiligheid en Justitie wederom op aanspreken.

Betrokken SP'ers