nieuws

Weeklog Dennis de Jong: bijna vakantie, dus kans op nieuwe euro-onrust

Nog twee weken en dan gaat het Europees Parlement op reces. In de afgelopen jaren werd het vaak juist tijdens het reces onrustig rondom de euro. Dat zou dit jaar zomaar weer eens het geval kunnen zijn. De crisis bij de Portugese bank Espirito Santo lijkt een eerste voorteken. Zoals we vanuit de SP al jaren betogen: de schijnbare rust rondom de euro is bedrieglijk. Er broeit nog van alles. Ik houd mobiel en internet tijdens het zomerreces in ieder geval onder handbereik.

De Banco Espirito Santo is geen hele grote bank en het feit dat deze bank nu in de problemen is gekomen, zou op zich geen grote gevolgen hoeven te hebben. Toch is de rente op Portugal’s lange-termijn leningen gestegen en daalden de koersen op de Portugese beurs met zo’n 4%. Veel ogen van financiële instellingen zijn dan ook gericht op Portugal. Als het immers in Portugal mis gaat, heeft dat al snel een kettingreactie richting andere zwakke eurolanden.

Het feit dat de crisis bij één, niet eens grote bank zo’n effect kan hebben, kan worden verklaard door de onevenwichtigheid in de Portugese economie als geheel. Klom de Portugese economie vorig jaar althans wat groeicijfers betreft, nog een beetje uit het dal, dit jaar is er weer sprake van krimp. De Portugese overheidsschuld staat inmiddels op 129% van het BBP (ter vergelijking: de Europese ‘norm’ is 60%). Dat betekent dat de Portugese regering in moeilijkheden komt, als het op z’n eentje een bank moet redden.

De besluiten die genomen zijn over een bankenunie zouden Portugal moeten helpen, maar de praktijk is een stuk weerbarstiger. De bankenunie gaat ervan uit dat banken eerst elkaar moeten helpen en dat pas daarna de staat aan de beurt is. Eerst de staat waar de bank is gevestigd, en dan eventueel ook de andere lidstaten. Dat kan werken bij een kleine bank als Espirito Santo, maar allereerst is het zogeheten resolutiefonds van de bankenunie er nog niet, en ten tweede zijn er in Zuid-Europa heel veel banken van wie de positie op zijn minst twijfelachtig is. Op het ineenstorten van veel banken tegelijk is de bankenunie niet berekend. Dan zouden de sterke eurolanden flink in de buidel moeten tasten en die vinden – terecht- dat ze al genoeg betaald hebben aan het overeind houden van hun eigen banken.

De situatie blijft dus precair en vandaar dat de beleggers alweer minder vertrouwen krijgen. De index voor het beleggersvertrouwen in de eurozone daalt in ieder geval. Dat is geen rimpeling in een stille vijver, maar eerder het signaal van onrust. Ik zou willen dat ik eens iets positievers over de euro zou kunnen schrijven, maar, zoals we ook tijdens de Europese verkiezingen betoogden, iedereen kijkt liever weg dan dat men de onevenwichtigheden van de eurozone onderkent en zorgt voor een ‘zachte landing’. De komende weken zal blijken of er weer een periode van euro-onrust aanbreekt. Het zou mij niet verbazen.

Betrokken SP'ers