Geen steun aan missie naar Mali
De SP stemt niet in met deelname aan de VN-missie in Mali. Er is onvoldoende vertrouwen dat de gestelde doelen – waaronder herstel van het staatsgezag en verzoening tussen strijdende partijen – door een militaire missie worden behaald. ‘De oplossing komt niet dichterbij door met commando’s te jagen op strijders in het noorden van Mali, terwijl je tegelijkertijd met hen onderhandelt over verzoening.’
SP-Kamerlid Harry van Bommel: ‘We hebben lang gesproken over de missie, omdat deze ook goede punten bevat. Hij is gestoeld op een breed gedragen VN-resolutie die tevens als doel heeft om burgers te beschermen tegen extremisten. Aan de andere kant is er het risico van het Afghanistan-scenario, waarbij Nederland terechtkomt in een uitzichtloze strijd die nieuw terrorisme aanwakkert als gevolg van westerse aanwezigheid in een vreemd land met een volstrekt andere cultuur.’
Uiteindelijk wegen de nadelen zwaarder dan de voordelen. Daarop heeft de SP besloten om geen steun te verlenen. Tegelijk roept de SP wel op om meer humanitaire hulp te geven. SP-woordvoerder Jasper van Dijk: ‘De VN vraagt om 500 miljoen dollar aan steun voor de 5 miljoen getroffenen in Mali. Het gaat dan om eerste levensbehoeften als voedsel en medicijnen. Op dit moment geeft ons land twee miljoen euro aan humanitaire hulp. De militaire missie kost Nederland circa 150 miljoen euro.’
Vorig jaar grepen in het noorden van Mali Toeareg rebellen de macht. Kort daarna werd de macht in het gebied overgenomen door verschillende jihadistische groeperingen. In januari besloot Frankrijk militair binnen te vallen en werd de opmars van de jihadisten tot staan gebracht. De VN besloot daarop om een missie op te zetten voor ruim 12.000 man. De regering wil hier met bijna 400 militairen een bijdrage aan leveren, vooral gericht op het verzamelen van inlichtingen in het noorden.
Een duurzame oplossing van het conflict in Mali ligt besloten in verzoening tussen de strijdende partijen in het noorden van het land en de regering in het zuiden. Decentralisatie van de macht en economische ontwikkeling van het onderontwikkelde noorden zijn daar cruciale ingrediënten voor. Er is onvoldoende aangetoond dat de MINUSMA missie hier effectief aan kan bijdragen.
