De Wit verdedigt initiatiefwet in Eerste Kamer

De Eerste Kamer debatteerde dinsdag urenlang over een initiatiefwetsvoorstel van D66 en de SP over het schrappen van artikel 147 uit het Wetboek van Strafrecht, het verbod op godslastering (het verbod om het Opperwezen ernstig te beledigen). SP-Kamerlid Jan de Wit verdedigde samen met Gerard Schouw van D66 het initiatief, dat in de Tweede Kamer op een ruime meerderheid kon rekenen: ‘De senaat toonde zich kritisch. Het debat was soms fel, maar het was ook een waardig debat over zo’n belangrijk onderwerp, de verhouding tussen verschillende grondrechten en het belang van de vrijheid van meningsuiting. Ik heb goede hoop dat ons voorstel zal worden aangenomen.’

Initiatiefnemers De Wit en Schouw betoogden in de Eerste Kamer uitvoerig over de geschiedenis en de achtergronden van het voorstel, de precieze juridische betekenis van het verbod op godslastering en de verhouding tot overige bepalingen in het Wetboek van Strafrecht, en de motivatie voor deze initiatiefwet. De Wit: ‘In het kort komt het er op neer dat op grond van artikel 147 al 45 jaar niemand meer is veroordeeld. Wel bestaat het risico dat de bepaling nieuw leven wordt ingeblazen, zoals toenmalig minister Donner probeerde in 2004 na de moord op Theo van Gogh. Dat is onwenselijk, omdat daar de suggestie vanuit gaat dat we mensen die gebruik maken van de vrijheid van meningsuiting vaker de mond willen snoeren. Daarbij komt dat het verbod op godslastering een bepaling is die aan gelovigen bescherming biedt, niet-gelovigen kunnen zich hier niet aan beroepen. Dat wekt ongelijkheid in de hand.’

Volgende week dinsdag wordt in de Eerste Kamer over het voorstel gestemd.