SP-voorstellen voor behoud kleine winkels gesteund door Europees Parlement

Vandaag nam de Interne Marktcommissie van het Europees Parlement het rapport aan van SP-Europarlementariër Dennis de Jong over de detailhandel. Het rapport zal op 10 december door de plenaire worden aangenomen, maar wijzigingen zijn niet meer te verwachten. De Jong; 'Het is erg belangrijk dat het winkelaanbod divers blijft: niet alleen ketens, maar ook zelfstandige winkels zijn van belang voor de consument. In mijn rapport leg ik vast dat Brussel niet mag ingrijpen als gemeentes via brancheringsbeleid kleine winkels een eerlijke kans willen geven. Ook mogen zij winkels helpen via lagere lasten of huursubsidies. Een levendige winkelstraat zonder leegstand is voor een stad of dorp enorm belangrijk, niet alleen economisch maar ook voor de sociale functie van een centrum.'

Naast huurbeleid worden er in het rapport van de SP'er nog meer concrete maatregelen voorgesteld om de detailhandel de crisis door te helpen. De Jong: 'Een BTW verhoging is het laatste waar ondernemers op zitten te wachten, daar willen wij dus een streep door. Daarnaast moet voorkomen worden dat prestigeprojecten zoals shopping malls of weidewinkels worden gebouwd die de leegstand elders alleen maar vergroten en voor kleine winkels vaak te duur zijn.'

Naast de maatregelen voor lokaal winkelbeleid gaat het rapport ook in op de bestrijding van oneerlijke handelspraktijen van bijvoorbeeld supermarkten en grote voedselconcerns. De Jong; 'Zo dreigen boeren en kleine producenten nu slachtoffer te worden van de in Nederland uitgebroken prijzenoorlog tussen de supermarkten. Ik juich het toe dat de branche via zelfregulering hier wat aan probeert te doen, maar zonder strikte handhaving vrees ik dat er onvoldoende resultaten worden bereikt. Daarom moet de Europese Commissie binnen één jaar het vrijwillige model evalueren en eventueel komen met voorstellen voor handhaving via een ombudsman of via arbitrage. Voor kleine producenten is verder van belang dat het rapport erkent dat zij het recht moeten hebben zich collectief te organiseren, zonder dat de Commissie via concurrentieregels ingrijpt.'