Zes partijen zeggen vertrouwen op in Teeven
De SP-fractie in de Tweede Kamer heeft vanavond – samen met CDA, D66, ChristenUnie, GroenLinks en de Partij voor de Dieren - het vertrouwen opgezegd in staatssecretaris Teeven van Veiligheid & Justitie. Aanleiding was het debat over het overlijden van de Russische asielzoeker Aleksandr Dolmatov. De rus werd onterecht in vreemdelingendetentie gezet en kreeg niet de benodigde medische zorg en rechtsbijstand. Uiteindelijk pleegde Dolmatov zelfmoord in zijn cel. Gesthuizen: ‘De staatssecretaris zet het overlijden van Dolmatov weg als een uniek incident. Hij heeft sorry gezegd, schuift de schuld van zich af en gaat door op de oude voet. Ik vind dat schokkend.’
Ondanks dat uit onderzoek bleek dat Teeven van een aantal problemen wist of in ieder geval had kunnen weten, zag hij geen reden tot opstappen. Gesthuizen: ‘Jarenlang word ik geconfronteerd met verhalen van vreemdelingen die bijvoorbeeld niet de medische zorg krijgen die ze nodig hebben of in vreemdelingenbewaring als criminelen worden behandeld. De dood van Domatov is geen incident, maar een tragisch gevolg van structurele tekortkomingen in het Nederlandse asielbeleid.’
Gesthuizen wijst op de feiten die de afgelopen tijd duidelijk werden. ‘Daar waar duidelijke protocollen lagen, werden deze niet goed uitgevoerd. Daar waar goede afspraken nodig waren, werden deze niet gemaakt.’ Volgens Gesthuizen worden asielzoekers in de computers van justitie vooral behandeld als dossiernummer en is de menselijke maat ver te zoeken. ‘Teeven heeft vanaf zijn aantreden volgehouden dat Nederland zorgvuldige procedures kent en over goede medische zorg – ook in detentie – beschikt. We weten dat dit feitelijk onjuist is. De staatssecretaris had vandaag daaruit zijn conclusies moeten trekken.’
Volgens Gesthuizen gaf Teeven vandaag zijn ambtenaren de schuld. Teeven zei zijn ambtenaren naar een cursus empathie te willen sturen en deelde mee dat een aantal betrokkenen hun functie heeft neergelegd of onder toezicht staat. Gesthuizen: ‘Zelf ontkent hij hoofdverantwoordelijk te zijn. Oneerlijk noem ik dat. En daarmee ontkent hij bovendien dat juist vanwege zijn beleid deze mensen hun werk niet goed of niet goed genoeg hebben kunnen doen’.