nieuws

Van Bommel: ‘Humanitaire ramp in kamp Domiz voorkomen’

Volgens Mohamed Hussein, het hoofd van de vluchtelingenorganisatie UNHCR in Iraaks Koerdistan, staat het vluchtelingenkamp Domiz op ‘ontploffen’. Dagelijks komen er meer dan 1100 Syrische vluchtelingen bij terwijl het kamp al aan de grens van zijn capaciteit zit. Volgens Kamerlid Harry van Bommel, op bezoek in kamp Domiz, moeten zowel de Koerdische Regionale Regering (KRG) als de internationale gemeenschap meer doen om een humanitaire ramp te voorkomen.

SP-Kamerlid Harry van Bommel in vluchtelingenkamp Domiz

Inmiddels zijn er in het vluchtelingenkamp Domiz, ten zuidoosten van de Koerdische stad Duhok en 60 kilometer van de Syrische grens, meer dan 45.000 Syrische vluchtelingen gehuisvest. Het kamp is gesitueerd op een voormalige legerbasis van het Baath-regime van Saddam Hoessein en is eigenlijk ontworpen voor een paar duizend vluchtelingen. Het is vorig jaar fors uitgebreid maar bereikte in november al zijn maximum capaciteit. Volgens UNHCR-chef Hussein moet de KRG op korte termijn meer grond ter beschikking stellen om het kamp uit te breiden. ‘Indien dat niet op deze locatie kan dan moet het elders in de regio gebeuren’ zegt Mohamed Hussein die overigens zeer tevreden is met de hulp die hij krijgt van de KRG en de Koerdische bevolking. De lokale bevolking doneert veel goederen en levert vrijwilligers die op kamp Domiz helpen.

Een rondgang door het kamp illustreert de dreigende humanitaire situatie. Veel vluchtelingen hebben uit eigen beweging tenten opgezet op plaatsen die daar niet voor bestemd zijn. Daardoor staan er tweemaal meer tenten dan bedoeld in grote delen van het kamp. Ook worden veel tenten bewoond door twee gezinnen in plaats van één. Verder is de toestroom van vluchtelingen nauwelijks te verwerken. In januari dit jaar kwamen er 500 per dag naar het kamp, in februari 750 en nu al 1100 per dag. Bewoners klagen bij Van Bommel over het gebrek aan water en medicijnen.

De KRG werkt volgens UNHCR-chef Hussein goed mee om de uitstroom uit het kamp te bevorderen. Vluchtelingen worden bij aankomst op hun achtergrond gecontroleerd door de KRG. Deelnemers aan het gewapende conflict in Syrië zijn in het kamp niet welkom. Na die controle volgt registratie door de UNHCR en tenslotte krijgen de vluchtelingen een verblijfsvergunning die hen in staat stelt te reizen en te werken in Iraaks Koerdistan. Veel vluchtelingen reizen dan ook door naar Duhok of andere steden in Koerdistan.

Volgens Van Bommel moet ook de internationale gemeenschap meer doen om de acute nood te verlichten. ‘Op medisch en sanitair gebied is er dringend behoefte aan meer noodhulp. Op het kamp zijn Artsen zonder Grenzen uit Zwitserland actief maar dat is niet voldoende. Ik zal kijken of Nederlandse hulporganisaties ook een inspanning kunnen leveren om de levensomstandigheden in kamp Domiz te verbeteren.’