nieuws

Explosie dure externen op ministerie Plasterk

De inhuur van dure externe medewerkers op het ministerie van Binnenlandse Zaken is geëxplodeerd. In 2010 werd 11,4 procent van de totale personeelskosten op het ministerie uitgegeven aan externe medewerkers. In 2011 was dat 14,9 procent. Maandag zei minister Plasterk dat dit percentage in 2012 is opgelopen tot 17 procent en in 2013 nog verder zal stijgen naar 20,7 procent. Daarmee voldoet het ministerie van Binnenlandse Zaken als enige niet aan de Roemernorm, die zegt dat ministeries niet meer dan 10 procent van hun personeelskosten mogen uitgeven aan dure externe medewerkers.

Ronald van Raak spreekt van een ‘explosie’ van inhuur: ‘De Tweede Kamer heeft een duidelijke norm gesteld: het moet afgelopen zijn met de massale inhuur van dure externen. Alle ministeries hebben sindsdien externen eruit gegooid en zelf mensen opgeleid. Dat is goed voor de schatkist, omdat vast personeel veel goedkoper is, maar ook goed voor de organisatie, die zelf leert problemen op te lossen.’

Minister Plasterk zegt dat het ministerie veel dure externen moet inhuren omdat het ministerie veel ‘agentschappen’ heeft op het gebied van bestuur, die de gebouwen, het personeel en de ICT van de ministeries beheren. Volgens Van Raak maakt dit de overschrijding alleen maar erger: ‘De dure inhuur heeft niets te maken met het beleid van de regering, of met de dienstverlening aan de burgers, maar met de organisatie van de ministeries zelf. In deze tijd van crisis, waarin iedereen efficiënter moet gaan werken, moeten de ministeries vooroplopen. De Roemernorm geldt voor iedereen, dus ook voor de minister die verantwoordelijk is voor de ambtenaren.’

Betrokken SP'ers