Eerste generatie gastarbeiders in kou gezet
Volgens SP-Kamerlid Sadet Karabulut ontwijkt het kabinet Rutte-Asscher de verantwoordelijkheid voor de eerste generatie gastarbeiders die naar Nederland kwam. ‘Deze mensen zijn hierheen gehaald en hebben zwaar werk gedaan. Nu schrapt het kabinet de verhuiskosten voor mensen die terug willen keren. Dat voelt voor veel mensen als een klap in hun gezicht na jarenlang hard werken.’
Minister Asscher gaf in het debat aan de bijzondere verantwoordelijkheid voor de eerste generatie te voelen, maar volgens Karabulut komt daar in de praktijk weinig van terecht. ‘Nu komen mensen die heimwee hebben of niet meer aan het werk komen in aanmerking voor een eenmalige verhuisvergoeding. Een beperkt bedrag, gemiddeld zo rond de 2000 euro, maar die wordt door dit kabinet afgeschaft.’
Karabulut zegt de gedachte achter de door de regering voorgestelde wijzigingen van de remigratiewet te steunen.’Veertig jaar na de eerste generatie gastarbeiders moet de nadruk liggen op eerlijke kansen en integratie van nieuwe generaties migranten. Maar deze groep heeft vaak de beste jaren van het leven gegeven om hier te werken. Als mensen dan terug willen naar het land van herkomst, moet dat ook voor mensen met een kleine portemonnee mogelijk blijven.’
Naast de discussie over deze zogenaamde basisvoorziening heeft de SP ook voorgesteld om mensen die ouder zijn dan 50 en geen kans hebben op het vinden van een baan, de mogelijkheid van remigratie te bieden.
Deze voorziening is niet het enige dat in de remigratiewet wordt geregeld. Zo wordt onder meer de wet beperkt tot eerste generatie arbeidsmigranten uit landen waar Nederland zogenaamde wervingsovereenkomsten mee had getekend. Daarnaast geldt de wet in de toekomst pas na 8 jaar legaal verblijf in Nederland, terwijl dit nu nog 3 jaar is. Ook de uitkeringsafhankelijkheid wordt aangepast van een jaar, terwijl dit eerder 6 maanden was. Vanaf 2025 mogen er geen nieuwe aanvragen meer worden ingediend en zal de aangepaste remigratiewet verdwijnen. Als de Eerste Kamer ook akkoord gaat met de voorgestelde wijzigingen zal de wet op 1 januari volgend jaar van kracht worden.
