nieuws

Kox: ‘Rutte II is voortzetting Rutte I, oude wijn in nieuwe pakken’

‘Op wezenlijke punten oogt het regeerakkoord eerder liberaal dan sociaal. Wie de vruchten proeft van dit regeerakkoord kan dit kabinet niet als trendbreuk zien en moet het veeleer duiden als een voortzetting van het eerdere liberale beleid van Rutte I, met deels nieuwe ministers. Oude wijn in nieuwe pakken zogezegd.’ Dat zei SP-fractievoorzitter in de Eerste Kamer Tiny Kox vandaag tijdens de algemene politieke beschouwingen over het regeerakkoord van het nieuwe kabinet Rutte II.

Lees hieronder de volledige bijdrage van Tiny Kox in het debat.

Het kabinet dat niet kon, is toch gekomen. Daar zit het en het heet Rutte II. Mijn gelukwensen aan alle 20 – de minister-president voorop. Want het is een politiek mirakel dat hij daar weer zit - dankzij de partij die juist zei dat hij daar moest wegwezen. Geen kiezer begrijpt het – maar dat heb je nu eenmaal met mirakels. Die zijn onbegrijpelijk en toch onloochenbaar.

Volgens het regeerakkoord hebben PvdA en VVD nu ‘het beste van twee werelden bijeen gevoegd’ en samen hebben ze ‘een onverwoestbaar geloof in de toekomst’. Wijlen André Hazes zou er acuut een nr. 1 hit van hebben gemaakt, die zo mee kon in de musical ‘Hij gelooft in mij’. De premier zong het al bijna op zijn laatste congres, waar hij de PvdA voor haar betrouwbaarheid bijkans de hemel in prees. Ik dacht aan de vos en ik dacht aan de passie. Maar de politieke logica ontgaat mij. Kiezers kiezen hun parlementaire vertegenwoordigers, daarna kiezen partijen hun partner. Waarom zou je jezelf dan binden aan degene aan wie je politiek gezien de grootste hekel hebt? Als dit kabinet gedwongen huwelijken gaat verbieden, waarom geeft het dan zelf het slechte voorbeeld? Graag een toelichting.

Anders dan Rutte 1, waarin rechts knus bij elkaar op schoot gekropen was, is Rutte II een combinatie van tegenpolen. De PvdA, met haar meest linkse programma en lijsttrekker sinds tijden, keerde zich tegen ‘twee jaar rechts rotbeleid’ waarin ‘de verschillen groter waren geworden’ en ‘bruggen waren weggeslagen’. Premier Rutte vertelde zijn verkiezingscongres dat ‘de socialisten de welvaart afbreken’ en een ‘politiek piramidespel’ spelen, ‘met onverantwoorde risico’s voor de overheidsfinanciën’, iets ‘waartoe de VVD nooit bereid zou zijn’. ‘Socialisme of liberalisme’ – om niets minder ging het volgens hem in de verkiezingen. Mijn vraag nu aan de premier: wat is het geworden?

Achter de regeringstafel zijn de CDA'ers van Rutte 1 vervangen door de PvdA'ers van Rutte II. Vraag aan de minister-president: waarom is er dit keer geen pariteit in ministersposten, terwijl de PvdA groter is dan het CDA was? Wellicht omdat vertrouwen goed is, maar controle nog beter?

Rutte II lijkt een meerderheid in deze Eerste Kamer minder belangrijk te vinden dan Rutte 1. De vraag is of dat wijs is. Wie wijs is, begrijpt dat je hier het beste ongelukken kunt voorkomen door bijtijds zaken te doen aan de overkant. Daar kunnen ze wetsvoorstellen bijstellen – wij kunnen ze alleen kalt stellen. Natuurlijk is onze hoofdregel dat als een wetsvoorstel goed is, wij vóór stemmen en als het slecht is, wij tegen stemmen. Maar wat goed is wordt bepaald door zowel de kwaliteit van de wet en de uitvoerbaarheid ervan als door een politieke weging van elk wetsvoorstel. Hoe wordt de omgang van dit kabinet met deze Kamer?

Op wezenlijke punten oogt het regeerakkoord eerder liberaal dan sociaal. Heel veel mensen met lage inkomens en uitkeringen worden de pineut. Bijstandsmoeders, werklozen, mensen die langer op hun AOW moeten wachten, werknemers in de sociale werkvoorziening, gepensioneerden wier pensioen wordt gekort, alle werknemers die op de nullijn gaan, studenten. En als je miljarden kort op zorg en sociale zekerheid, pakt dat doorgaans ook het beroerdste uit voor de mensen die al het minste hadden. Ondertussen lijkt het dat mensen met de hoogste inkomens en grootste vermogens fluitend de crisis door komen onder dit kabinet. Dat is oneerlijk maar ook onverstandig. Zelfs OESO en het IMF benadrukken immers dat kleinere inkomensverschillen beter zijn voor de economische prestaties van een land en dat grotere inkomensongelijkheid het risico op financiële crises vergroot.

Er komt geen fundamentele verandering in de premiebepaling in de zorg. De PvdA leek haar kroonjuweel, de inkomensafhankelijke zorgpremie, te hebben binnengehaald maar moest dat nog vóór de regeringsverklaring inleveren, omdat Hans Wiegel het niks vond. Dus blijft de zorgpremie zoals de VVD het wilde en dus blijft de concurrentie tussen zorgverzekeraars en de marktwerking in de zorg – zaken waartegen de PvdA zich met ons in de verkiezingscampagne had uitgesproken. Aanvankelijk werd de inkomensafhankelijke premie door de PvdA verdedigd als instrument om de inkomensverschillen kleiner te maken. Dat zou de uitruil met de megabezuinigingen zijn geweest. Maar sinds de algemene financiële beschouwingen in dit Huis weten we dat minister Dijsselbloem nivelleren geen doel van beleid vindt en dat het woord daarom ook niet in het regeerakkoord staat. Mijn fractie denkt dat verkleinen van inkomensverschillen niet alleen geen doel van beleid is maar ook nauwelijks effect van dit beleid.

Bij de Algemene Financiële Beschouwingen kreeg mijn fractie niet de informatie waar zij om vroeg. Daarom nu nog eens de vraag aan de premier: welke inkomenscategorie draait relatief het meeste op voor de kosten van de crisis? Daarvoor moeten we niet alleen de mediane maar ook de gemiddelde koopkrachtwijziging kennen van de vier kwartielen van de inkomensverdeling. Zonder duidelijkheid - zeg ik nu alvast - wordt het wel erg lastig om vóór het Belastingplan van de regering te stemmen.

Laat ik een aantal voorstellen van het regeerakkoord opsommen, dat opgeteld volgens ons bevestigt dat Rutte II eerder liberaal dan sociaal uit de crisis denkt te moeten komen. Geen inkomensafhankelijke zorgpremie, meer marktwerking in de zorg, minder voorzieningen in het basispakket, lagere ontslagvergoedingen, afbouw van de sociale werkvoorziening, verschraling van de WW in duur en hoogte, het nog eerder verhogen van de AOW-leeftijd. Het mes in de nabestaandenuitkeringen, de huishoudelijke hulp en de dagbesteding. Oud, ziek of werkloos worden is pech hebben. Dat lijkt de boodschap van dit kabinet. Maar hoe moet dat, nu 40 procent van alle gezinnen nu al geen of te weinig spaargeld heeft om een stevige klap op te vangen?

Studenten krijgen opnieuw van doen met een hoop getreiter zonder duidelijk doel. Is het niet met de langstudeerboete dan maar met het afpakken van de OV-studentenkaart en de basisbeurs. Dat laatste betekent minder studenten, van wie er minder een moeilijke studie kiezen.

Migranten krijgen net als onder Rutte 1 weer een beurt: strafbaar stellen van illegaliteit, beperken van het verblijfsrecht, het bijstandsrecht en zelfs het stemrecht van migranten.

En dan de huurders: hogere huren, minder woningbouw, slechter onderhoud en dreigend faillissement voor tientallen woningcorporaties vanwege de verhuurderheffing. Een nieuwe klap voor onze haperende economie waardoor de werkloosheid nog verder zal oplopen en waardoor het vertrouwen van burger en bedrijfsleven nog verder zal dalen. De helft van alle bouwbedrijven denkt volgend jaar mensen te moeten ontslaan – en het kabinet kiest voor minder bouwen en meer bezuinigen. Dat is volgens ons illustratief voor de keuze om geen sociale maar liberale uitweg uit de crisis zoeken. Hoe ziet de minister-president dat? De werkloosheid loopt hard op, vooral onder jongeren en oudere werknemers. Nederland doet het economisch slechter dan de landen om ons heen en de meeste landen in Zuid Europa. Hoe zinvol is het dan nog een regeerakkoord te verdedigen dat de economie nog verder afremt en de werkloosheid extra doet oplopen? Graag de reactie.

Zeker voor de slachtoffers van de huidige crisis heeft dit regeerakkoord weinig hart. Wie onder dit kabinet werkloos wordt, dendert zonder vooruitzicht op nieuw werk richting armoedegrens. Het weggeven van een fatsoenlijke regeling bij werkloosheid door de PvdA zal wellicht een even groot oproer veroorzaken als de zorgpremie. De vakbonden spreken van een rampzalig plan en zelfs Wiegel lijkt bereid achter het kopspandoek op het Malieveld mee te lopen. Ik zie er naar uit.

Het is niet alleen maar kommer en kwel waar dit kabinet mee komt. Er zijn ook verfrissende voorstellen te vinden in het regeerakkoord. Goed dat de hypotheekrenteaftrek wordt beperkt. Maar verdwijnt de villasubsidie ook, vraag ik de minister-president? Fijn dat het aandeel duurzame energie omhoog gaat – maar moet dat echt via bijstoken van biomassa in kolencentrales? Mooi dat er een quotum komt voor het aannemen van arbeidsgehandicapten maar waarom dan de sociale werkplaatsen meteen afbreken? Goed ook dat woningcorporaties meer aansturing vanuit de gemeenten gaan krijgen. Maar kom dan niet aan met een kortzichtige verhuurderheffing. Verstandig om de eigen bijdrage in de eerste lijn van de GGZ te schrappen maar waarom hem dan weer invoeren in de tweede lijn?

Goed dat de verhoging van griffierechten wordt geschrapt – dit Huis had het toch niet gepruimd. En heel verstandig is het dat de rechtsprekende taak van de Raad van State naar de Centrale Raad van Beroep gaat. Dat is in lijn met de motie Duthler, die hier in 2010 aangenomen werd. Felicitaties aan mevrouw Duthler. Als we gaan sleutelen aan dit Hoge College van Staat, zou het dan trouwens niet wijs zijn dat in een groter verband te doen? Het is goed dat dit kabinet het onzinplan van het vorige kabinet schrapt om domweg een derde deel van de Staten-Generaal weg te snijden. Maar waarom dan wel die amputatiedrang als het om gemeentelijke en provinciale parlementen gaat? En waarom moeten we nu opeens naar gemeenten met meer dan 100.000 inwoners? Worden we daar echt gelukkiger van? We verlangen van onze gemeenten steeds meer maar geven we ze steeds minder mogelijkheden en middelen, terwijl hun tekorten op de grondexploitatie door de crisis almaar oplopen en verhoging van de Onroerend Zaak Belasting die gaten moet dichten – of sluiting van het zwembad, het voetbalveld of de bibliotheek. En sommige zaken kiepert ook deze regering wel erg snel en ondoordacht over de gemeentelijke schutting, zoals de justitiële jeugdzorg.

Op het lijstje bestuurlijke hervormingen in het regeerakkoord is terug van weggeweest de deconstitutionalisering van de burgemeester - en we krijgen die van de commissaris van de koningin erbij. Waarom eigenlijk? En wat wil de regering met de constitutionele toetsing van onze wetgeving, nu het initiatiefwetsvoorstel Halsema aan zijn tweede lezing toe is? Dwarsliggen of meegaan?

Zou het niet verstandig zijn om met een integrale visie te komen over welke democratische en bestuurlijke structuur ons werkelijk zou helpen de afstand tussen burger en bestuur te verkleinen en de bestuurbaarheid van het land te vergroten? Ook in de context van de Europese Unie, waarvan wij graag of niet steeds meer een deelstaat aan het worden zijn en waarbij het democratische tekort steeds groter wordt? Hoe zouden de Staten-Generaal beter in staat zijn medewetgever, regeringscontroleur en volksvertegenwoordiging te zijn, zaken waarover ook de parlementaire onderzoekscommissie privatisering en verzelfstandiging wijze woorden zegt, die overgenomen zijn door deze Kamer. Graag een reactie van de minister-president.

Nederland is geen eiland. Over de koers van het kabinet over de grens zegt het regeerakkoord echter weinig. Als het over Europa gaat, heb ik de premier slechts horen zeggen dat het verschil tussen minister Dijsselbloem en zijn voorganger slechts in kilo´s uit te drukken is, niet in opvattingen. Dat is vreemd. Tijdens de verkiezingen benadrukte de PvdA steeds dat de Europese politiek op dood spoor zat met alleen maar bezuinigen en moest aansturen op stimuleren van de economische groei. Maar daar hoor je dit kabinet niet over. Zowat de hele Unie bevindt zich opnieuw in een recessie, 14 miljoen jongeren staan werkloos langs de kant, de uitzichtloosheid groeit – dat verdient een beter antwoord dan wat we tot nu toe van het kabinet hebben gehoord of hebben gelezen in de voorstellen van Van Rompuy en Barosso. Wat vindt het kabinet daar overigens van?

Velen waren blij dat minister Rosenthal ging en minister Timmermans kwam, die vorig jaar nog erg graag Europees mensenrechtencommissaris van de Raad van Europa wilde worden. Ik reken er op dat zijn waarderende woorden voor de Raad van Europa en de mensenrechten in zijn beleid beter herkenbaar zullen worden dan in Rutte 1. We kenden Frans Timmermans ook als pleitbezorger voor een duurzame vrede tussen Israël en Palestina. Daarom is het onbegrijpelijk dat hij nu niet vóór statusverhoging is van Palestina in de Verenigde Naties waar hij als Kamerlid deze zomer wel voor stemde. Nu heeft Nederland zich geïsoleerd en geblameerd en de Palestijnen weer eens in de steek gelaten.

Op het ministerie van Buitenlandse Zaken krijgt de nieuwe minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking onderdak maar met een enorm gekortwiekt budget. Volgens PvdA leider Samsom zijn we hiermee door onze fatsoensnormen gezakt. Dat je daar dan toch je handtekening onder zet, vinden wij dan weer onfatsoenlijk. En dat je er dan ook nog je eigen minister mee belast, is wel bijzonder pijnlijk. De minister denkt met veel minder geld toch veel van hetzelfde te kunnen doen. Dat is een nobel streven maar naïef. In feite laten we de allerarmsten ter wereld bloeden voor een omstreden bezuinigingsbeleid hier. Dat vinden wij onaanvaardbaar. En het verbaast ons dat de PvdA zich naadloos aansluit bij het modieuze verhaal dat hulp handel dient te zijn – terwijl er nog altijd één miljard mensen zijn die amper toegang hebben tot meer dan een beetje eten, als het meezit. Die handelen niet, die hongeren en hebben hulp nodig. Dit regeerakkoord levert onze voortrekkersrol in – en toont zich ook hierin meer liberaal dan sociaal.

Wie de vruchten proeft van dit regeerakkoord kan dit kabinet niet als trendbreuk zien en moet het veeleer duiden als een voortzetting van het eerdere liberale beleid van Rutte 1, met deels nieuwe ministers. Oude wijn in nieuwe pakken zogezegd. Of ziet de minister-president dat anders? Is Rutte II volgens hem inhoudelijk wel wezenlijk anders? Ik hoor het graag.

Mijn fractie is uitermate sceptisch over dit kabinet dat eigenlijk niet kon, omdat het twee zielen in zijn borst heeft wonen. Het onverzoenlijke verzoenen is hoog gegrepen. Kijk er de wereldliteratuur en de nationale politieke geschiedenis maar op na. Spannend wordt het in ieder geval, nu het kabinet haar wetsvoorstellen ook hier altijd nog zal moeten komen waarmaken. Een gelopen race is het nooit. We zijn benieuwd om te horen of deze algemene beschouwingen voor het kabinet nog argumenten bevatten om voorgenomen beleid bij te stellen. We zien uit naar de reactie van regeringswege. En voor nu en straks zeg ik de premier en zijn kabinet: bij alles waar politieke spanning bestaat, bezint, eer ge begint.

Betrokken SP'ers