nieuws

‘Je kunt klokkenluiders zien als verlengstuk van het parlement’

Het feit dat klokkenluiders veelal geen andere weg meer zien dan de media om aandacht te vragen voor een misstand, is een van de redenen van Ronald van Raak, Tweede Kamerlid voor de SP, om te komen tot een initiatiefwet ‘Huis voor klokkenluiders’. Het Huis voorziet volgens hem in een behoefte: ‘Elke keer als ik in de media naar buiten treedt over klokkenluiders, is mijn mailbox overvol’. Leike van Os en Christy Hupkes interviewden Ronald van Raak voor het 'Tijdschrift conflicthantering'

Hoezo een ‘Huis voor klokkenluiders’? Als Kamerlid heb ik regelmatig contact met mensen die maatschappelijke misstanden willen melden: grote fraudezaken, vriendjespolitiek en kwesties op het gebied van vervuiling, milieu, of volksgezondheid. Kamerleden kunnen in veel gevallen niets doen. Mensen willen graag anoniem blijven, en een Kamerlid heeft onvoldoende middelen om een gesignaleerde misstand te onderzoeken en op te lossen. Een misstand raakt de organisatie van de samenleving, niet alleen die van de arbeidsmarkt, investeringen of de economie. Het gaat om naleving van wetten en regels die in Nederland gemaakt worden. Die wetten zijn ten diepste de verantwoordelijkheid van het parlement. Als er sprake is van een misstand, dan treft dat de uitvoering van ons beleid. Ik vind dat een gestructureerde aanpak van gesignaleerde misstanden tot de verantwoordelijkheid van de Tweede Kamer behoort. Dat is voor mij de reden om de initiatiefwet voor een Huis voor klokkenluiders vanuit de Tweede Kamer in te dienen.

Hoe is dit initiatiefwetsvoorstel tot stand gekomen? Ik heb het wetsvoorstel in overleg met de expertgroep van klokkenluiders opgesteld. In de expertgroep hebben zich circa honderd klokkenluiders verenigd. Ook heb ik hulp gehad van bijvoorbeeld de Nationale ombudsman en mr. Pieter van Vollenhoven.

Als makers van het voorstel zijn we tot de conclusie gekomen dat voor een sterk Huis voor klokkenluiders een wettelijk kader noodzakelijk is. Er bestaan al legio instrumenten voor de beslechting van bijvoorbeeld arbeidsconflicten of conflicten tussen burger en overheid. Met het Huis voor klokkenluiders hebben wij voor het eerst een instrument dat ons in staat stelt om de misstand die gemeld wordt centraal te zetten. Daarmee hebben we een instrument dat ons in staat stelt daar onderzoek naar te doen.

Zijn er voorbeelden elders in de wereld waar we van kunnen leren? Nee. Er is nergens een Huis voor klokkenluiders zoals wij dat willen opzetten. Het wetsvoorstel maakt dat je klokkenluiders kunt zien als een verlengstuk van het parlement. Zij melden een misstand, en geven daarmee een signaal dat wij moeten kunnen oppakken. Het Huis voorziet in het oplossen van de problemen die klokkenluiders aankaarten en dat ben ik nog niet eerder tegengekomen.

U heeft veel klokkenluiders gesproken. Wat brengt hen ertoe de klok te luiden, en wat doet het met hen? Het melden van een misstand grijpt diep in op het leven van mensen. Mensen melden niet graag, zij zijn loyaal aan hun werkgever of opdrachtgever. Klokkenluiders zijn vaak oudere mannen die slecht tegen onrecht kunnen. Op een gegeven moment besluiten ze hun mond open te doen. Op dat moment strijden ze tegen een grote organisatie die vaak alle deuren sluit. De gevolgen voor de klokkenluider zijn groot: de klokkenluider wordt ontslagen, krijgt daardoor minder inkomen, raakt sociaal geïsoleerd ‘want met die meneer zal wel iets aan de hand zijn’. Hij wordt depressief en ziet zich gesteld voor langdurige juridische procedures.

Feitelijk worden ze kapotgemaakt. Ik vind dat je in een rechtstaat niet zo met elkaar behoort om te gaan. Deze mensen vervullen hun burgerplicht door een maatschappelijke misstand te melden. Zij verdienen bescherming. Het Huis voor klokkenluiders beoogt voor hen een huis te zijn waar je veilig bent. Een huis waar je kunt aanbellen, waar de last van je schouders genomen wordt, waar je bescherming krijgt en waar je, bijvoorbeeld juridisch, psychologisch of financieel, geholpen wordt. Niet omdat we klokkenluiders aardig vinden, maar omdat het belangrijk is voor de samenleving.

Gaat het u alleen om het beschermen van de klokkenluider? Nee, het gaat er ook om de belangen van de samenleving te borgen. Een maatschappelijke misstand is een conflict tussen organisatie en samenleving. De klokkenluider is alleen maar de boodschapper. Nu is het de organisatie of de klokkenluider die niet deugt, een van de twee moet hangen. Het Huis legt de focus op het probleem, de misstand. De aandacht gaat weg van personen. Conflicten tussen samenleving en organisaties komen uiteindelijk altijd terecht in de Kamer. Het Huis is dan ook verlengstuk van die Kamer. Het is niet langer de klokkenluider die moet vechten om de misstand zichtbaar te maken. Het Huis geeft invulling aan die politieke verantwoordelijkheid. Bovendien hoop ik dat er een preventieve werking uitgaat van het Huis. De aanwezigheid van zo’n huis moet naast betere bescherming voor klokkenluiders ook leiden tot het serieuzer nemen van de gesignaleerde problemen door organisaties. Ik hoop dat organisaties zich realiseren dat als ze een klokkenluider niet serieus nemen, ze een hoop gelazer krijgen: een jaar lang onderzoek naar de misstand en de Tweede Kamer aan hun broek. Het bestaan van het Huis en de vrij vergaande wettelijke mogelijkheden die het Huis heeft gaan ertoe leiden dat onderzoek naar misstanden minder vaak nodig is. Het voordeel daarvan is ook dat het probleem, waar het nu bij de klokkenluider ligt, weer ligt waar het hoort: bij de organisatie.

Gaat het in uw ervaring altijd om bewust georganiseerde misstanden, waar mensen keihard hun macht uitoefenen om te voorkomen dat een misstand onthuld wordt? Nee, het kan ook gaan over situaties waarin heel veel spelers betrokken zijn, die allemaal vanuit de overtuiging het goede te kiezen gezamenlijk toch heel fout uitkomen. Ook de Nationale ombudsman zegt vaak: ‘Iedereen is van goede wil en toch gaat het mis.’ De organisaties die we hebben, zijn heel erg ingewikkeld, ook voor mensen die er werken. De melding van een misstand wil niet zeggen dat de mensen niet deugen. Daar gaat het niet om. Het gaat om wat er misgaat. De fout kan ook in wet- en regelgeving liggen: dan zijn onze regels te moeilijk om uit te voeren. Sterker nog, ik weet uit de praktijk dat dat heel vaak het geval is. In dat geval krijgen we als parlement de bal zelf terug. Daarom is het belangrijk dat dit instituut het verlengstuk is van het parlement.

U tilt met het oprichten van het Huis voor klokkenluiders het vraagstuk, al dan niet misstand, weg uit de dialoog tussen werkgever en werknemer. Klopt, en dat is precies de bedoeling. In organisaties met een open bedrijfscultuur, een lerende organisatie, zal iemand die een misstand aan de orde stelt in gesprek komen met de bestuurder en dan zal er wat aan gedaan worden. Een goede manager is blij met een klokkenluider. Als er in een organisatie sprake is van een open bestuursstijl, dan komen mensen er waarschijnlijk samen wel uit. Maar dat gebeurt bij echte misstanden maar zelden. Het gaat om situaties waarin sprake is van een keiharde doofpotcultuur. Het gaat om mensen met belangen die ze niet geschaad willen zien door een klokkenluider. Het gaat om fraudezaken, of prestigeprojecten die moeten lukken. Helaas zie ik dat met name bij de overheid sprake is van dit soort zaken. Ik verwacht dan ook dat met het Huis voor klokkenluiders met name ook het openbaar bestuur beter wordt. Maar voor een aantal mensen zal dat ‘van auw’ zijn. Er zijn echt praktijken die niet kunnen in een rechtstaat.

Vaak ligt de focus op het arbeidsconflict tussen werkgever en klokkenluider. Waarom belegt u het Huis voor klokkenluiders niet bij werkgevers- en werknemersorganisaties gezamenlijk? De misstand onderzoeken kunnen werkgever en werknemer niet samen. Een misstand raakt de organisatie van de samenleving, niet die van de arbeidsmarkt, investeringen of de economie. Het gaat om het je houden aan wetten en regels die in het parlement gemaakt worden. De grootste valkuil voor klokkenluiders is dat hun melding in de sfeer van een arbeidsconflict getrokken wordt. En dat is juist wat er gebeurt wanneer je de actie bij werkgevers en werknemers legt. Ik zie nu al te vaak dat de werkgever de klokkenluider voor de rechter daagt, alsof er sprake is van een arbeidsconflict. En als men dan, in het beste geval, komt tot een schikking en schadevergoeding, is dat altijd gekoppeld aan zwijgplicht. Daarmee is het arbeidsconflict (schijnbaar) opgelost, maar het maatschappelijke probleem bestaat nog. Met name bonden en ministeries houden het graag in de sfeer van het arbeidsconflict. Het systeem beschermt daarmee op zijn eigen manier de misstand. En met alle respect voor de vakbonden, maar zij gaan hier niet over. Het is een maatschappelijk misstand, een politieke zaak. Sommige vakbonden spelen in deze discussie geen goede rol. Zij willen te veel zelf doen onder de noemer van belangenbehartiging van leden bij een arbeidsconflict. Maar daarmee doe je de samenleving tekort.

Hoe gaat melden bij het Huis voor klokkenluiders in zijn werk? Allereerst: iedereen kan melden. Niet alleen mensen uit bedrijven, maar ook van de overheid. En het gaat ook niet alleen om werknemers. Ook bijvoorbeeld ZZP’ers die in een opdracht een misstand zien, kunnen binnenstappen. Als mensen zich melden, onderzoeken medewerkers van het Huis eerst of het niet gaat om een arbeidsconflict of een conflict tussen burger en overheid. Dergelijke conflicten verwijzen zij door naar bijvoorbeeld de rechter, de vakbond of naar de Nationale ombudsman.

Ik denk dat het Huis in het begin overstelpt zal worden met verzoeken die terug te voeren zijn tot een arbeidsconflict. Op den duur zal dat stabiliseren, en zal duidelijker worden wat voor een soort zaken bij het Huis gemeld kunnen worden. Als het gaat om een misstand, dan onderzoeken medewerkers van het Huis de kwestie en doen zij op basis van het onderzoek aanbevelingen aan de betreffende organisatie. De aanbevelingen gaan ook naar het parlement, zodat Kamerleden op de hoogte kunnen blijven van wat er met de aanbevelingen gebeurt.

De betreffende organisatie kan besluiten om er iets mee te doen. Als een organisatie dat echter consequent niet doet, komt het vraagstuk uiteindelijk bij de politiek terecht en moeten wij wat doen. Vergelijk het met het rampenonderzoek dat gedaan wordt door de Onderzoeksraad voor Veiligheid: zij geven na onderzoek advies, organisaties kunnen dat overnemen. Doen ze dat niet, dan krijgen die organisaties met de overheid of de politiek te maken.

U wilt het Huis onderbrengen bij die Nationale ombudsman, waarom? Mensen hebben vertrouwen in de Nationale ombudsman. Dat heeft een aantal jaren nodig gehad, maar het gezag van de Nationale ombudsman staat niet ter discussie. Die luxe moet je gebruiken. Als het Huis op zichzelf staat, heeft het een langere periode nodig om dat vertrouwen te winnen. De Nationale ombudsman heeft veel ervaring met klokkenluiders en het oplossen van problemen. Het goede van de Nationale ombudsman is ook dat ze een werkwijze heeft waarin ze samen met overheidsorganisaties probeert het probleem op te lossen. Dat zijn vormen van ervaring waar het Huis voor klokkenluiders van kan leren. Het Huis voor klokkenluiders is wel een ander instituut dan de Nationale ombudsman. Het is breder, zowel overheid als private partijen kunnen er terecht. Het huis is een zelfstandig instituut. De Nationale ombudsman stuurt het Huis niet aan. Het Huis heeft eigen middelen en geeft invulling aan een eigen wettelijke taak. De leden van het Huis zijn onafhankelijk.

Het Huis moet ook, als zelfstandige organisatie, haar eigen credits verdienen. Er moeten mensen in worden aangesteld die ervoor gaan zorgen dat het Huis gezag verwerft. Vergelijk het ook hier met de Onderzoeksraad voor Veiligheid. Ook zij hebben gezag dat ze eerst hebben moeten verwerven.

Het Huis lijkt door zijn naam bedoeld voor één partij: de klokkenluider. Wat kan het Huis betekenen voor organisaties? Als er een melding is, dan wordt die onderzocht. Daarin wordt de andere partij ook gehoord door een onafhankelijke organisatie. Als er sprake is van een arbeidsconflict, dan kan het Huis verwijzen naar bijvoorbeeld bemiddeling. Dat helpt ook organisaties. Als er sprake is van een onderzoek naar een misstand, dan zijn de uitkomsten van het onderzoek ook van nut voor de organisatie. Managers kunnen de adviezen ter harte nemen en er iets mee doen.

Welke rol ziet u voor conflictbemiddelaars en vertrouwenspersonen? Organisaties met een open bestuurscultuur hebben onafhankelijke vertrouwenspersonen. Die kunnen hun werk goed doen en klokkenluiders ondersteunen in hun rol. In organisaties met een gesloten bestuurscultuur merk je dat vertrouwenspersonen die klokkenluiders steunen, zelf in de problemen komen. Beiden kunnen straks melden bij het Huis voor klokkenluiders. Daarnaast zie ik een belangrijke rol voor zowel vertrouwenspersonen als conflictbemiddelaars in de periode na het onderzoek. Bemiddeling zal dan een belangrijke functie krijgen.

Welk effect hoopt u dat het Huis voor klokkenluiders vooral zal hebben? Ik hoop met name op een preventief effect. Tegelijkertijd hoeft niemand bang te zijn. De politie komt niet langs. Er komt alleen een onderzoek en dat biedt de mogelijkheid om de misstand op te lossen. Dat hoeft niet eens in de media te komen. Wat dus wel gaat gebeuren, is dat de rol van de media kleiner wordt. Klokkenluiders kunnen nu alleen daar terecht. Dat doen medewerkers niet met plezier. Alle gedoe in de media is bovendien vaak aanleiding voor hun sociaal isolement. Zoals ik er nu naar kijk, zijn de enigen die een hekel gaan hebben aan het Huis voor klokkenluiders de journalisten. Verder is het voor iedereen voordelig.