nieuws

SP en PvdA presenteren wetsvoorstel Zekerheid voor Flex

SP-Kamerlid Paul Ulenbelt en PvdA-Kamerlid Mariëtte Hamer hebben dinsdag het initiatiefwetsvoorstel ‘Zekerheid voor flex’ gepresenteerd op een manifestatie van de FNV. Met dit voorstel krijgen werknemers met tijdelijke contracten eerder een vast contract, meer zekerheid over hun toekomst, en wordt de valse concurrentie op arbeidsvoorwaarden beëindigd. Daarnaast stimuleert ‘Zekerheid voor flex’ de scholing en productiviteitsgroei van werknemers waar de eenentwintigste eeuw om vraagt en helpt de toenemende zekerheid over het inkomen de economie weer op gang door hogere consumptie-uitgaven.

Paul Ulenbelt en Mariëtte Hamer overhandigen 'Zekerheid voor flex' aan FNV-voorzitter Ton Heerts

Ulenbelt: ‘Het is de hoogste tijd dat iemand opkomt voor de belangen van flexwerkers. Daarom hebben we het initiatief genomen en samen met de PvdA een oplossing bedacht om de onzekerheid van flexwerkers aan banden te leggen. Teveel mensen hoppen van de ene uitzendbaan naar de andere. Deze mensen doen vaak jarenlang hetzelfde werk als werknemers in vaste dienst maar onder minder betaalde en onzekere arbeidsomstandigheden. Het is onvoorstelbaar dat we in Nederland een groep tweederangs werknemers hebben die aan hun lot worden overgelaten en niet weten of ze aan het eind van de maand nog wel werk hebben.’

Op de manifestatie, in wilde westen-stijl, betoogden FNV'ers tegen de bezuinigingen op sociale zekerheid

In de wet van Ulenbelt en Hamer wordt de kloof tussen tijdelijke werknemers en vaste werknemers verkleind. Voortaan krijgen tijdelijke werknemers na twee jaar of twee contracten een vast contract. Het eindeloze stapelen van tijdelijke contracten wordt dus aangepakt. Ook krijgen ze net als vaste werknemers een vergoeding als hun contract niet wordt verlengd. Met de vergoeding kan men de periode naar nieuw werk overbruggen of inzetten voor scholing. Tevens gaan werkgevers voor vaste contracten minder WW-premie betalen. Maken ze veel gebruik van flexwerkers, die vaker een beroep doen op het vangnet van de werkloosheidswet, dan betalen ze een hogere premie. De premieheffing wordt dus aangepast onder het mom ‘de vervuiler betaalt’. Zo stimuleert de wet werkgevers om werknemers sneller een vast contract aan te bieden. Als de wet wordt aangenomen krijgen tijdelijke werknemers ook recht krijgen op een opzegtermijn. Hierdoor weten de werknemers of hun contract verlengd wordt of niet en kunnen zij op tijd op zoek naar nieuw werk.

Maar ook uitzendkrachten en werknemers met een payrollcontract wordt meer zekerheid geboden. Voor uitzendkrachten gaat ook een opzegtermijn gelden en mag er niet langer onbeperkt gebruik worden gemaakt van het uitzendbeding. Het uitzendbeding betekent namelijk dat een uitzendbureau de werknemer mag ontslaan als de inlener geen werk meer heeft. Bij payrollconstructies zijn de verantwoordelijkheden van de werkgever verdeeld over een salarisadministratiekantoor en de feitelijke werkgever. Het gevolg is dat de werknemer tussen de wal en het schip terecht komt en beroofd wordt van zijn ontslagbescherming. Daarom moet het in de toekomst niet langer mogelijk zijn om de verantwoordelijkheden van de werkgever te verdelen. De personeelsadministratie kan gewoon worden uitbesteed, maar het bedrijf waar de werknemer gesolliciteerd heeft en waar hij elke dag werkt, wordt weer de verantwoordelijke werkgever die de ontslagregels moet naleven.

In het Kamerreces zal dit wetsvoorstel officieel ingediend worden om later besproken te worden in de Tweede Kamer.

In de 'sociale woestijn' geldt: je geld én je leven