Vroeg of Laat: Blenden van olie

Remi Poppe nam in 1995 het initiatief voor een parlementair onderzoek naar Tankcleaning Rotterdam (TCR).

In het TCR-rapport wordt geconstateerd dat de reiniging van scheeps- en industrieel afval door particuliere bedrijven een 'criminogene' activiteit is. Poppe wijst erop dat het door slim mengen en sluw verwerken van deze 'blubberige troep' voor bedrijven uiterst eenvouding en aanlokkelijk is veel geld te verdienen. Poppe constateert dat voor de controle van deze bedrijven een 'gigantisch handhavingsapparaat' nodig is dat zeer veel geld kost. De SP vindt daarom dat de verwerking van chemisch afval thuis hoort bij door de overheid gecontroleerde nutsbedrijven'. Bron: NRC 24 april 1997

Op 16 oktober 2009 stelde Remi Poppe Kamervragen aan toenmalig minister Cramer naar aanleiding van gesjoemel bij North Refinery die chemicaliën bijmengde in stookolie en diesel.

Vraag: Onderschrijft u dat er geen wettelijke regeling is voor het blenden van olie, residuen en destillaten? Ja. Er bestaat geen wettelijke regeling voor het blenden van olie, residuen en destillaten. Als het blendingsproces leidt tot een product dat wordt gebruikt als scheepsbrandstof, dan gelden hiervoor de brandstofkwaliteitseisen conform MARPOL Annex VI. Vraag: Welke hiaten in de wetgeving om het ongewenst wegwerken van afval via blenden in scheepsbrandstof op te sporen komt de VROM-Inspectie in de praktijk tegen? Als hiaten kunnen – voor zover bekend – de volgende punten worden genoemd: 1. internationaal wordt de afvaldefinitie verschillend geïnterpreteerd; zo kan het zijn dat één en dezelfde partij olie door het ene land wel en door het andere land niet als afval wordt gekwalificeerd; 2. het ontbreken van wettelijke regelgeving voor het blenden van afvalstoffen met olie tot (scheeps)brandstoffen maakt handhaving op blendactiviteiten lastig.

22 Maart 2012 luidt de KLPD de noodklok. Remi Poppe had gelijk. Er is een miljardenzwendel gaande. Dat stookolie vermengd kan worden met chemisch afval komt volgens KLPD-projectleider Cemile Catakli doordat de regels rond het aanlengen van stookolie te vaag zijn. ‘Het zou makkelijker zijn de verkopers aan te pakken als precies zou zijn bepaald welke stoffen in stookolie mogen zitten en hoeveel’, zegt Catakli.

Zij roept de politiek op tot actie. ‘Met deze handel zijn honderden miljoenen, zo niet miljarden gemoeid. Er gaat meer geld in om dan in andere vormen van reguliere criminaliteit.' (NOS, 23 maart 2012)