Dagboek Eric Smaling: verkiezingen in Tunesië (dag 3)
SP-senator Eric Smaling is als verkiezingswaarnemer in Tunesië. Begin 2011 was Tunesië het eerste land waarin de Arabische lente zich aandiende. Op 23 oktober kiest de Tunesische bevolking de leden van een Constitutionele Raad. Die zullen uit hun midden een interim president en regering aanwijzen. Dit alles geldt voor een periode van slechts een jaar, waarin een nieuwe grondwet moet worden opgesteld. Voor de website van de SP houdt Smaling een dagboek bij.
Dag 3: zondag 23 oktober 2011
Drie, vier uur stond zij er al, waarvan een groot deel in de brandende zon. De rij werd maar niet korter. En erg jong was ze niet meer. Maar ze klaagt niet, ze lacht. ‘Het is fijn voor de jongeren’, zegt ze. ‘En ik heb hier ook lang op gewacht’. Ze draagt een hoofddoek. Dat mag pas sinds 14 januari van dit jaar. De eerste vrije verkiezingen in Tunesië, 9 maanden slechts na de Jasmijnrevolutie. Een ongekende primeur in de Arabische wereld en niemand die er niet bij wilde zijn. Of het 80% wordt? Veel minder zal het niet zijn. De opkomst dus. De overweldigende stem van het volk dat er in slaagde zijn ongewenste leider op de vlucht te jagen.
Kortom, gisteren in Tunis ben ik dus totaal op het verkeerde been gezet, of met de verkeerde mensen in contact gekomen, of allebei. Het was, althans in het deel van Tunis waar ik me vandaag bevond, een feestelijke, hartstochtelijke gebeurtenis, praktisch zonder wanklanken. Om zeven uur ging ons eerste stembureau open, maar al om zes uur stond de eerste dame er. Het leidde tot een aaneenschakeling van bezoeken aan stemlokalen met lange, lange rijen, meestal geduldig. In het ene geval door elkaar heen, in het andere geval de mannen en vrouwen gescheiden. Aangevoerde redenen: anders wordt de rij in zijn geheel te lang, anders dringen de mannen voor en nu laten we ze om en om het stemlokaal binnen, anders staan de mannen al dan niet bij toeval cq. uit verveling van het lange wachten te dicht tegen de vrouwen aangedrukt.
In de stemlokalen wachtte de mensen, en met name ouderen en degenen die niet lezen en schrijven, een stevige klus. Eerst moet je je identiteitskaart inleveren, dan wordt je vinger diep in een inktpot geduwd zodat je het niet in je hoofd haalt elders nog een keer te stemmen, vervolgens moet je, met die nog natte vinger een handtekening zetten (en ook nog eens van rechts naar links) en daarna word je met een groot stembiljet naar een kartonnen hokje verbannen. Eenmaal daar aangekomen moet je kiezen welke van de 80 (!) hokjes je wilt aankruisen. Daar staan partijnamen achter, en symbolen voor degenen die dat niet kunnen lezen. Voor veel mensen een nachtmerrie en ongetwijfeld een bron van fouten.
In de stemlokalen waren slechts 4 mensen die alles in goede banen moesten leiden. Dat leverde wel wat stress op en zo werden wij niet altijd met de grootst mogelijke welwillendheid ontvangen. Je mag je in principe overal tegenaan bemoeien, maar de volgende reprimandes werden gedurende de dag mijn deel: ga zitten, hou je mond, blijf van die papieren af, zet je telefoon uit en tenslotte, toen we wilden vertrekken tijdens het tellen van de stemmen: niks ervan, je blijft tot het einde. Maar tussen al die dingen door ook veel vriendelijkheid. Wat vooral leuk is zijn de korte praatjes, zomaar ergens halverwege een rij wachtenden. Ik heb dat geleerd van de man van de hertogin van Kent die, voordat hij de prijs uitreikt na de Wimbledon-finale altijd een praatje maakt met een willekeurig ballenmeisje uit de welkomsthaag.
Ging het er eerlijk aan toe? Altijd een lastige. De crux zit hem in de laatste uren voor de sluiting. Dan krijg je een indruk van de opkomst. Als je kwaad zou willen, zet je op het laatst nog een hele berg handtekeningen op de kiezerslijst en prop je hetzelfde aantal stembiljetten met de partij van jouw keuze in de stembus. De kans daarop is (met alle slagen om de arm) niet groot. Overal stonden tot sluitingstijd rijen, dus je hebt domweg de tijd niet om zoiets te doen. En dan is er nog de Dode Zielen-variant. Reeds overleden mensen komen toch nog op de stemlijst terecht en geven postuum hun steun aan de kandidaat van de malafide stemlokaalmedewerker. Maar ook dat lijkt sterk, bij gebrek aan zittend regime, bij gebrek aan de waarschijnlijkheid van een dergelijke regie vooraf.
Het tellen is wel een crime. Met 80 partijen moet je eigenlijk plaats hebben voor 80 stapeltjes. Dus hoe los je dat op: iemand pakt een stembiljet en gilt het nummer waar het kruisje is gezet door het stemlokaal, iemand anders schrijft dat op op een zelf gemaakt lijstje en weer iemand anders loopt langs alle waarnemers met dat ene biljet om te laten zien dat het klopt. Dat heb ik deze keer niet helemaal tot het einde uitgezeten.
Rest nog de vraag: wie heeft er gewonnen en wat betekent dat? We zullen het spoedig weten.