De Jong: Tijd nog niet rijp voor opheffen grenscontrole Roemenie en Bulgarije
Vandaag publiceerde de Europese Commissie voortgangsverslagen over Roemenië en Bulgarije. Daaruit blijkt dat corruptie in deze landen nog steeds onvoldoende wordt aangepakt. Een conclusie die de Commissie voor het vijfde jaar op rij trekt sinds deze landen tot de EU toetraden. De Jong: ´Dit betekent dat de binnengrenscontroles met deze landen nog niet kunnen worden opgeheven. Bovendien moet de Commissie nu niet langer aarzelen en de moed hebben bepaalde subsidies stop te zetten, totdat er sprake is van daadwerkelijke vooruitgang in de strijd tegen corruptie.´
´Om binnengrenzen open te stellen is intensieve en goede samenwerking door politie en justitie noodzakelijk. Hiervoor is het essentieel dat deze organen corruptievrij zijn. En juist daar schort het aan in Roemenie en Bulgarije. Daarom is het niet verstandig om nu de grenscontrole al op te heffen. Georganiseerde criminaliteit en corruptie kunnen zich anders nog sneller over Europa verspreiden´, aldus De Jong, die hierover vandaag direct vragen aan de Commissie en de Raad heeft gesteld.
Uit eerdere vragen die de SP hierover stelde, blijkt de Commissie niet over effectieve sanctiemechanismen te beschikken om bij gebrekkige vooruitgang op te kunnen treden. De SP stelt daarom voor dat het mogelijk wordt om subsidies tijdelijk stop te kunnen zetten om druk uit te oefenen.
Roemenie en Bulgarije voldoen vanaf het begin al niet aan de eisen die het EU-lidmaatschap stelt aan de kwaliteit van de rechtstaat. In 2006 stemde de SP daarom tegen de toetreding van deze lidstaten. Om de vooruitgang in de gaten te houden heeft de Commissie een controlemechanisme ingesteld, waarvoor jaarlijks verslag wordt uitgebracht. ´De Commissie constateert jaar na jaar dat de vooruitgang onvoldoende is. Deze tandenloze controle is dus volstrekt niet effectief. Ik hoop dat het Parlement, de Commissie en Raad hier hun lessen uit trekken wanneer er gesproken wordt over de toetreding van Kroatië. Na toetreding valt duidelijk elke urgentie weg in een lidstaat om aan de eisen voor een kwalitatieve rechtsstaat te voldoen. Dit mag niet opnieuw gebeuren.´
