Weeklog Dennis de Jong: armoede in Europa

Moet Brussel zich met armoede bemoeien? Afgelopen vrijdag besprak ik deze vraag met vertegenwoordigers van de Nederlandse afdeling van het Europese anti-armoede netwerk. Zij vinden de contacten met anderen via het Europese netwerk belangrijk, maar het blijft natuurlijk vooral nationaal en gemeentelijk beleid. In het tienjarenplan van de Europese Unie over sociaal-economisch beleid, Europa 2020, staan vage armoededoelstellingen. Ik ben er geen voorstander van dat de Europese Commissie allerlei armoedeprojecten gaat opzetten of financieren in een land als Nederland. Dat leidt weer tot het rondpompen van geld. Maar wel moeten de Europese regeringsleiders meer oog krijgen voor armoedebestrijding: zolang zij alleen inzetten op bezuinigen, bezuinigen en nog eens bezuinigen, en de verschillen tussen arm en rijk laten toenemen, zal de armoede in Europa blijven toenemen. Nu leven er zo’n 80 miljoen Europeanen in armoede oftewel zo’n 17% van de Europese bevolking, waarvan een kwart kinderen. Daar mogen de regeringsleiders wel eens langer bij stil staan dan ze nu doen. Als alle lidstaten zich nu eens uitspraken over harde, nationale doelstellingen om de armoede terug te dringen, zouden we al een stuk verder zijn.

Afgelopen vrijdag waren Reinout Heijdra en ik te gast bij de familie Bothmer in Driebergen. Zij hadden een aantal actieve leden uit de Nederlandse tak van het Europese anti-armoede netwerk uitgenodigd: moedige vrouwen (ja, alleen vrouwen) die zich er in hun gemeente voor inzetten om de stem van de armen te laten horen. Veel van hen zijn actief in de cliëntenraad die de gemeente adviseert over een effectief armoedebeleid. Helaas is het verhaal overal hetzelfde: door de gemeentelijke bezuinigingen staat hun werk onder druk. En niet alleen dat: allerlei voorzieningen staan op de tocht. Gemeenten hebben nu vaak nog een potje om mensen te helpen bij plotselinge tegenvallers, bijvoorbeeld als de koelkast kapot gaat. Maar door de bezuinigingswoede van het kabinet Rutte hebben de gemeenten steeds minder geld en is het de vraag hoe lang deze potjes nog blijven bestaan.

Mensen die in armoede leven, worden dubbel gepakt. De meesten schamen zich voor hun situatie, ook al is daar helemaal geen reden voor. Zij proberen hun armoede te verbergen, maar zijn ondertussen wel dag en nacht bezig om de eindjes aan elkaar te knopen. Een van de deelnemers had uitgerekend dat de OV-chipkaart haar per busreis een dubbeltje meer kost. Dat lijkt niet veel, maar is het wel, als je op iedere eurocent moet letten. Maar ook zij probeert dit niet te laten blijken en daarom is armoede over het algemeen minder zichtbaar. Daarnaast proberen neoliberalen bewust mensen te laten geloven dat je armoede aan jezelf te wijten hebt. Juist omdat mensen die in armoede leven, niet goed zijn georganiseerd en niet veel naar buiten willen of kunnen komen, krijgen de neoliberalen weinig tegenwerking. Maar ondertussen ontmoette ik in Driebergen wel een hard werkende vrouw die ondanks haar baan niet genoeg verdient om boven de armoedegrens uit te komen: een van het toenemend aantal werkende armen. En een alleenstaande moeder van twee pubers die met steeds hogere kosten van school wordt geconfronteerd en keer op keer bij de school moet aankloppen voor ondersteuning uit een potje. Zij vertelde me dat ze andere alleenstaande ouders moet wijzen op het bestaan van zo’n potje voor bijzondere schooluitgaven, want veel mensen weten hier helemaal niets van en de school maakt het ook niet bekend. Bepaald geen mensen dus die de armoede aan zichzelf te wijten hebben, maar vechters die niet alleen zelf proberen te overleven, maar ook nog eens anderen actief helpen.

Door alle verhalen duurde het bezoek uiteindelijk bijna vier uur, in plaats van de geplande twee uur: maar als SP’er weet je dat je de stemmen van deze mensen moet horen en moet vertegenwoordigen, of dat nu in de gemeenteraad of in het Europees Parlement is. Ik heb beloofd mijn best te doen om dit netwerk te helpen. Ik zal zeker naar de jaarlijkse Europese bijeenkomst in Brussel gaan, in mei. En in het Europees Parlement zal ik met nog meer kracht de stem van de mensen in armoede laten klinken: zij verdienen het gehoord te worden!