Wat is er toch aan de hand in Culemborg?

Wat is er toch aan de hand in Culemborg? Met die vraag in mijn achterhoofd bezocht ik vorige week de wijk Terweijde in Culemborg. Bij aankomst was het met de rellen gelukkig afgelopen. Maar het oogt treurig: afzettingen met betonblokken en veel politie. De ME bewaakt hier voorlopig de vrede. Terecht, de buurtbewoners verdienen alle bescherming. Maar hoe heeft het hier zo uit de hand kunnen lopen? En, wat er moet gebeuren om dit nogmaals te voorkomen?

Deze column van SP-Kamerlid Sadet Karabulut verscheen 11 januari 2010 op de website van Trouw

De bewoners hebben sinds de rellen niet stilgezeten. Uit beide gemeenschappen zijn mensen opgestaan en hebben handen ineen geslagen om bruggen proberen te bouwen. Dat is belangrijk en goed. Contact is de eerste en belangrijkste voorwaarde voor succes. De gesprekken die ik tot nu toe met betrokkenen heb gevoerd zeggen mij dat de rellen in Terweijde mede te wijten zijn aan onvoldoende aandacht aan de jeugd en aan het ontbreken van veiligheid. Waar was de politie de afgelopen jaren? Natuurlijk; nu zijn ze er, maar waar is de structurele aandacht voor de probleemjeugd? Wat gebeurt er met de gezinnen en jongens waar het echt misgaat? Dat is immers de directe aanleiding voor deze toestanden. Hoe kan het dat zij zich zo kunnen misdragen? Worden zij gecorrigeerd? Worden zij direct aangepakt op straat? En, krijgen ouders opvoedingsondersteuning? Wat investeert de gemeente in de buurt? Is er voldoende te doen voor de jeugd? In verwaarloosde buurten is er weinig nodig om de vlam in de pan te laten slaan. En zo kan het gebeuren dat iets wat is ontstaan als ruzie tussen twee jongeren, uitgroeit tot een conflict tussen twee groepen. Twee groepen met een etnische achtergrond, een eigen geschiedenis en de nodige problemen.

Los van elkaar stellen onderlinge ruzies weinig voor. Maar opgeteld zijn deze een structurele vorm van geweld en overlast in de samenleving. Geconcentreerd in achterstandswijken of concentratiewijken. Dat wil zeggen, in buurten waar een concentratie van jongeren met sociaaleconomische achterstanden bij elkaar wonen. In buurten waar ondanks jarenlange prachtplannen, de term achterstandswijk nog steeds van toepassing is. Buurten waar bezuinigingen op het welzijnswerk, de politie en de verslechteringen in het onderwijs erin hebben gehakt. Waar dertig jaar falend integratiebeleid zichtbaar is, waar geen sprake is van integratie maar segregatie. Waar in sommige gevallen mono-etnische enclaves zijn ontstaan en waar de sociale samenhang loopt via nauwe familiebanden en etnische lijnen.

Het antwoord op deze onderliggende oorzaken is niet de incidentenpolitiek met vliegende brigades, projectplannen, gezinsmanagers en gezinscoaches. Het kabinet zou zich serieus moeten verdiepen in onderliggende oorzaken en komen met structurele oplossingen: voldoende toezicht en handhaving, relschoppers aanpakken, de rest naar school of een baan, segregatie bestrijden, gemengde buurten en wijken en investeren in goed jeugd- en jongerenwerk.

Dat zijn de oplossingen die ik graag zou willen horen van de ministers ter Horst (binnenlandse zaken) en van der Laan (wonen, wijken en integratie). De recente gebeurtenissen in Culemborg waar groepen jongeren rivaliseren, zijn heftig. Net zoals de schietpartijen in de Bijlmer, de aanval op buschauffeurs door jongeren in Gouda en de rellen op het feest in Hoek van Holland. Een overeenkomst tussen al deze gebeurtenissen is dat het gaat om jongeren met wie het niet goed gaat en die vaker wangedrag vertonen. Gedrag waar anderen, buurtbewoners, publieke werkers en de gemeenschap veel last van ondervinden. Dat los je niet op door straatcoaches en gezinsmanagers van elders in te vliegen. Ook niet met het Marokkanenplan van de Minister van Integratie. Maar door in de jeugd te investeren, in de mensen te investeren en af te stappen van incidentenpolitiek. Hier ligt een schone taak voor het kabinet en alle volksvertegenwoordigers.