Liotard: Klimaatmaatregelen EU onvoldoende

Vandaag stemde het Europees Parlement over de klimaattop die in december in Kopenhagen plaatsvindt. Na de stemming zei Kartika Liotard, Europees Parlementslid voor de SP: “Ik kan natuurlijk nooit vóór een resolutie stemmen waarin men stelt dat kernenergie een belangrijk onderdeel gaat uitmaken van de energie-mix. Omdat er werd ingestemd met 30 miljard euro per jaar voor klimaatmaatregelen wat me dan weer vrolijk stemde, onthield ik mij in de eindstemming.”

De EU wil dat niet alleen de rijke landen maar ook de arme landen meebetalen aan een duurzame wereld. Liotard toonde zich kritisch: “Geïndustrialiseerde landen zijn verantwoordelijk voor de grote hoeveelheid CO2 in de lucht, de rijke landen moeten dan ook voor de kosten opdraaien en de ontwikkelingslanden ondersteunen. Dat mag niet bij een onbetekenend bedrag blijven. Ambitie voor een duurzame wereld is één ding, verantwoordelijkheid nemen is wat er echt toe doet.”

Liotard vindt het niet realistisch om ten aanzien van ontwikkelingslanden te stellen dat zij zonder voldoende hulp hun uitstoot moeten beperken. “We moeten ontwikkelingslanden actief ondersteunen met zowel financiële als technische middelen. Voor een duurzame economie is solidariteit op wereldschaal nodig. Nu kunnen deze landen nauwelijks economisch vooruitkomen zonder roofbouw te plegen op hun land door bijvoorbeeld grootschalige ontbossing toe te laten.”

Tijdens het debat schetste Liotard het verschil in leefstijl en daarmee CO2 uitstoot van een persoon die zij gisteren op straat sprak. Deze jongedame had een gewone dag achter de rug: ontbijten, douchen, naar werk rijden, op haar laptop werken, een bos bloemen voor thuis mee nemen, een lekker biefstuk bakken voordat ze de verwarming één graadje hoger zette. Liotard: “Een doodnormale dag in het leven van een Nederlander staat in schril contrast met een bewoonster van een ontwikkelingsland dat vaak slechts gekenmerkt kan worden als overleven. De slechte situatie waarin bijvoorbeeld veel van de verstikkende en uitdijende sloppenwijken in de ontwikkelingslanden leven is vaak ook nog eens een direct gevolg van verdrijving van hun geboortegrond door bijvoorbeeld ontbossing of grootschalige landbouw. Van de bewoners van ontwikkelingslanden verwachten dat zij onder deze omstandigheden hun bevolking oproepen tot matiging, is dan ook hypocriet.”