Doofpot Catshuisbrand klein stukje open

"Er is sprake van een doofpotaffaire bij het ministerie van premier Balkenende en de Rijksgebouwendienst,” dat is de conclusie van SP-Kamerlid Paul Ulenbelt nadat uit onderzoek van de Rijksrecherche over de brand in het Catshuis blijkt dat een TNO-rapport doelbewust door ambtenaren is achtergehouden. Zo wel voor de Rijksrecherche en eerder al voor het Openbaar Ministerie. Ulenbelt vindt de resultaten schokkend. Hij wil een debat met de minister president en de minister van Justitie om vast te stellen wie verantwoordelijk was voor het achterhouden van het TNO-rapport. Ulenbelt: “ De doofpot moet verder open. Balkendende moet maatregelen nemen tegen de mensen die de rechtsgang hebben geblokkeerd.”

Ambtenaren van het ministerie van Algemene zaken en de Rijksgebouwendienst hebben in overleg met de landsadvocaat doelbewust en weloverwogen een rapport van TNO achtergehouden. Uit het rapport blijkt dat de wandbekleding in het Catshuis heeft bijgedragen aan een versnelling van de explosie die daar (in 2004) ontstond na het gebruik van thinner bij het ontvetten van een houten vloer. Als de wandbekleding brandwerend was behandeld had de schilder, die toen is omgekomen, mogelijk een kans gehad om te ontkomen.

Ook blijkt het rapport dat bij ingebruikname van het Catshuis na renovatie geen gebruiksvergunning is aangevraagd bij de Gemeente Den Haag. Bij de herbouw na de explosie is dat wel gebeurt en is de wandbekleding op grond van de gemeentelijke verordening brandwerend behandeld.

Als het rapport van TNO (juni 2005) wel bekend was bij het Openbaar Ministerie en de advocaat van de weduwe van de schilder waren strafrechterlijke onderzoeken en rechtszaken misschien anders verlopen en had de weduwe en haar kinderen een hogere schadevergoeding gekregen.

Na 4 jaar vragen van de SP en later ook andere fracties zegde Balkenende toe dat de Rijksrecherche een onderzoek zou in stellen om de onderste stee boven te halen. Het onderzoek van de Rijksrecherche heeft ruim een jaar geduurd.