Roemer: Huizinga moet uitknijpen buspersoneel stoppen

SP-Kamerlid Emile Roemer roept staatssecretaris Huizinga op om te stoppen met het uitknijpen van het buspersoneel die lijden onder de continue overheidsbezuinigingen op het openbaar vervoer. Uit een onderzoek van onderzoeksbureau Regioplan blijkt nu dat de werkgelegenheid en arbeidsvoorwaarden van het personeel fors onder druk komen te staan als gevolg van de mislukte marktwerking. Zo blijken chauffeurs onder andere constant onder druk te staan om onrealistische rijtijden te halen en valt aan het einde van een concessieperiode opvallend vaak materieel uit.

Volgens de onderzoekers hebben de provincies door de mislukte marktwerking een monopoliepositie verworven waardoor ze de busbedrijven kunnen uitknijpen. Deze bedrijven moeten hierdoor bezuinigen op onderhoud, veiligheid en personeel. Roemer: “Het experiment van de marktwerking bij het busvervoer is overduidelijk mislukt. De hoogste tijd dat de regering dit ook inziet en weer gaat investeren in het openbaar vervoer.”

Vooral het stijgende ziekteverzuim aan het einde van een concessieperiode is volgens Roemer sprekend voor het falende beleid. Roemer: “Zodra een concessiewisseling dreigt, investeert de busmaatschappij niet meer in materieel en personeel. Steeds vaker vallen bussen uit en openstaande vacatures worden nauwelijks ingevuld. Met minder mensen en bussen moeten de chauffeurs proberen dezelfde kwaliteit te leveren. Terwijl in het achterhoofd ook nog de onzekerheid zit van de dreiging van een nieuwe werkgever met andere arbeidsvoorwaarden. Personeel voelt zich ook nauwelijks nog verbonden met hun werkgever. Dat is voor geen enkele bedrijfsvoering gewenst.”

Vorig jaar gaf ook oud-minister Klaas de Vries al aan dat het overheidsbeleid niet heeft geleid tot een goede marktwerking. Deze bevindingen leidden destijds tot het oplossen van een arbeidsconflict bij de busbedrijven, maar sindsdien lijkt er niets veranderd. Roemer: “Concurrentie bij de bussen is helemaal niet mogelijk. Bovendien heeft busvervoer een belangrijke maatschappelijke functie en kan daardoor niet gewoon een winstmaximalisatie nagestreefd worden. Hier hoort dan ook helemaal geen marktwerking te zijn.”