nieuws

Interview: “Voorkom een ramp in het mbo”

De invoering van het Competentiegericht Onderwijs in het MBO moet worden stopgezet volgens SP-Kamerlid Jasper van Dijk. Dat zegt hij in reactie op het onderzoek dat de Tweede Kamer heeft laten doen naar deze onderwijsvernieuwing. De partijen in de Tweede Kamer zien echter geen reden tot het stopzetten. PvdA en CDA willen misschien uitstel, maar zeker geen afstel. 'Schandalig, en dat één jaar na de Commissie Dijsselbloem,' aldus Van Dijk in een interview over 'competentiegericht leren' en de ramp die zich op het MBO gaat voltrekken.

Wat is dat competentiegericht onderwijs in het mbo nu eigenlijk? Het competentieleren – zoals ik het liever noem - is een zogenaamde onderwijsvernieuwing van het middelbaar beroepsonderwijs. Het doet sterk denken aan het Nieuwe Leren. De nadruk ligt meer op vaardigheden en competenties dan op vakkennis. Ook moeten leerlingen veel zelfstandig werken. Talloze leerlingen klagen over een gebrek aan begeleiding en structuur.

De inhoud van het competentieleren staat in zogenaamde kwalificatiedossiers die de regering in 2010 wettelijk wil verplichten. Hierin staat wat de leerlingen moeten kennen en kunnen. De meeste scholen zijn daar al mee begonnen. De nadruk ligt op het aanleren van de juiste houding en presentatie. Natuurlijk is dat van belang, het schiet alleen volledig door. Twee derde van de leraren vindt dat competentieleren ten koste gaat van vakinhoudelijke kennis. Dat is ook niet zo vreemd, want leraren zijn er nauwelijks bij betrokken. Sommige studenten zijn de hele dag bezig met het stellen van ‘leerdoelen’. Ondertussen leren ze nauwelijks nog een vak of ambacht.

De goede scholen uitgezonderd, leidt dit feitelijk tot lesarm onderwijs, met tientallen studenten in één studieruimte. Een instructeur of onderwijsassistent houdt orde. Eén lerares zei het heel treffend: “leerlingen zoeken zelfstandig informatie op via de computer, knippen en plakken wat, maar hebben geen idee waar het over gaat.” Het is veelzeggend dat een tijd geleden de studenten zelf ook in opstand kwamen. Zij riepen: wij willen les! Dat was nooit eerder gebeurd.

Waarom wil de regering dat competentieleren invoeren? Scholen, bedrijven en leerlingen vonden dat het mbo-onderwijs niet voldoende aansluit op de praktijk. Dat moest beter en dat is natuurlijk prima. Het competentieleren brengt alleen geen verbetering. Integendeel, het zorgt voor een dramatische verslechtering van het onderwijs.

Wat is het resultaat van het onderzoek van de Tweede Kamer naar het competentieleren? De conclusies zijn hard. Volgens het onderzoek verloopt de invoering van de onderwijsvernieuwing “onder de maat” en zijn docenten en studenten “een beetje vergeten.” Zeventig procent van de leraren is ontevreden over de invoering en tweederde vindt dat competentieleren ten koste van de vakinhoud gaat. Er is vooraf geen wetenschappelijk onderzoek gedaan en er zijn geen alternatieven bekeken. In 2005 begon het met experimenten, maar dat werd in de praktijk een geleidelijke invoering. Zo is het competentieleren sluipenderwijs op de MBO-scholen doorgevoerd.

Het is vergelijkbaar met andere vernieuwingen, zoals de Tweede Fase of die op het vmbo. Ook daar ontstond veel weerstand onder docenten, omdat zij niet bij de invoering werden betrokken. Net als bij het studiehuis raakt de vakoverdracht ondergesneeuwd en worden leraren gereduceerd tot coaches van het 'leerproces'. In het MBO moeten leraren tientallen vage competenties als ‘respect voor de publieke ruimte’ beoordelen. Vakonderwijs verwordt tot 'afvink-onderwijs' zonder inhoud.

Dit is vooral nadelig voor de leerlingen met leer- en gedragsproblemen. In de grote steden zijn zij in de meerderheid en Pieter Winsemius noemt hen 'overbelaste leerlingen'. Ze hebben thuis en in de buurt geen enkel houvast meer. Als de school ze dan ook nog in de steek laat onder het mom van competentieleren, gaat het echt mis. Deze leerlingen hebben juist structuur en verbondenheid nodig. Bijkomend probleem is dat er te weinig leraren zijn om dit te bieden. Meer investeringen zijn dus hard nodig, anders raken we de leerlingen kwijt en schrijven we een generatie af.

Vorig jaar kwam de commissie Dijsselbloem met het onderzoek naar de onderwijsvernieuwingen. Wat heeft de politiek ermee gedaan? In de praktijk bar weinig. De regering gaat gewoon door met het opleggen van zogenaamde onderwijsvernieuwingen. De kern van het onderzoek is dat het onderwijs niet meer zonder draagvlak en onderbouwing moeten worden veranderd. Zo ging het wel met het VMBO, het studiehuis, de tweede fase en de basisvorming. Momenteel gebeurt dat weer met het competentiegericht onderwijs in het MBO. Hetzelfde geldt voor het 'passend onderwijs', waardoor leerlingen met leer- en gedragsproblemen op gewone scholen moeten worden opgenomen. Veel leraren voelen zich niet meer serieus genomen omdat regering, bestuurders en managers het allemaal beter weten, zonder na te denken over de gevolgen in het klaslokaal.

Een ander kritiekpunt van de commissie Dijsselbloem gaat over het Nieuwe Leren, waarbij leerlingen in de praktijk veelvuldig aan hun lot worden overgelaten en vakkennis er niet meer toe doet. Sommige leerlingen kunnen heel goed zelfstandig kennis opdoen, maar veel leerlingen hebben structuur en begeleiding nodig.

Maar mag het onderwijs dan nooit meer vernieuwd worden? Natuurlijk wel. Het gaat erom dat vernieuwingen doordacht zijn en dat ze gedragen worden door de mensen die het moeten doen. In de praktijk bestaat goed onderwijs uit goed opgeleide leraren die genoeg ruimte krijgen om hun vak uit te oefenen. Een goede leraar hanteert de juiste verhouding tussen kennis en vaardigheden. En dat kan deels via zelfstandig en deels via vakoverdracht onderwijs. Dus niet doorslaan naar alleen maar zelfstandig leren zonder kennisoverdracht. Dat is ongetwijfeld goedkoper voor het management, maar de onderwijsvernieuwing is dan wel een onderwijsvernieling geworden.

Wordt de invoering nu stopgezet? Dat hangt ervan af. Als het aan de regering ligt niet, want die luistert vooral naar de bestuurders en managers van de enorme ROC's. PvdA en CDA willen misschien uitstel, maar zeker geen afstel. Dat is ronduit schandalig, één jaar na de Commissie Dijsselbloem. Ik houd deze partijen rechtstreeks verantwoordelijk voor de ramp die zich voltrekt in het MBO.

De SP laat het er niet bij zitten. Docenten moeten betrokken worden bij de toekomst van het MBO. Er dient genoeg ruimte te zijn voor vakoverdracht. Vernieuwingen kun je alleen via experimenten doorvoeren, niet door ze van bovenaf op te leggen. Voor de niveaus 1 en 2 van het MBO moeten we goed kijken naar de aanbevelingen van Pieter Winsemius en de WRR over intensief onderwijs in kleine groepen met veel structuur en begeleiding.

Stopzetten kan wel, als leraren en betrokkenen hun stem laten horen. Binnenkort doen wij een oproep op onze website en gaan we naar de scholen toe. We gaan leraren en betrokkenen vragen wat zij willen met het MBO. Met de resultaten kunnen we de regering onder druk zetten.

Wat wil je verder nog kwijt aan leraren? Dat zij alle recht hebben om zich tegen fout onderwijsbeleid te keren. Dus als je als leraar ziet dat het misgaat op school, laat dan van je horen. Zeg het tegen de schoolleiding, maar ook tegen de politiek. De regering zal daar zeker naar moeten luisteren, omdat goed onderwijs staat of valt met de leraar. Ik hoor het graag via jvdijk@sp.nl.

Betrokken SP'ers