nieuws

Ulenbelt wil zekerheid voor uitzendkrachten

SP-Kamerlid Paul Ulenbelt heeft maandag zes voorstellen gepresenteerd om uitzendkrachten in de toekomst meer zekerheid over hun baan en inkomen te geven. In één jaar is de werkgelegenheid voor uitzendkrachten met 8 procent verminderd en het einde is nog niet in zicht. Als gevolg van de financiële crisis worden uitzendkrachten nu als eersten aan de kant gezet. Ulenbelt: “Uitzendkrachten zijn wegwerpwerknemers die soms al jaren bij een bedrijf werken, maar zonder pardon op straat gezet worden als het tegenzit. Ook zij hebben vaste lasten, een huis en wellicht kinderen. Ook zij verdienen enige vorm van zekerheid.”

Paul Ulenbelt

Sinds de introductie van het uitzendwerk is het aantal uitzendkrachten steeds toegenomen. Slechts 5 procent van de 730.000 uitzendkrachten zegt echter bewust voor uitzendwerk te hebben gekozen. Ulenbelt: “Er zal altijd behoefte zijn aan tijdelijke arbeidskrachten, maar tegenwoordig worden ook voor normale banen uitzendkrachten ingeschakeld. Gemakkelijk voor het bedrijf, oneerlijk voor mensen die er soms jaren werken, maar nooit een vast contract hebben gekregen. We moeten de arbeidsverhoudingen weer normaliseren en mensen baanzekerheid bieden.”

Veel bedrijven schakelen permanent grote groepen uitzendkrachten in om ze bij kleine of grote tegenslagen gratis en gemakkelijk op straat te kunnen zetten. Grote industriële bedrijven hebben uitzendkrachten die er al tien jaar werken. Ze werken er drie jaar, worden vervolgens voor drie maanden naar huis gestuurd en dat drie keer achter elkaar, zonder dat er ooit zicht is op een vast contract. Ulenbelt: “Bedrijven kunnen altijd ontslag aanvragen als het echt slecht gaat. Hoe vaak horen we niet van ontslagrondes? Maar bij een uitzendkracht hoeft een bedrijf zich nergens om te bekommeren. Je kunt er morgen uitliggen, ook als er andere oplossingen waren. Het bedrijf krijgt zo een enorme vrijheid, maar de mensen die het werk doen hebben dagelijks te maken met onzekerheid.”

Terwijl het voor bedrijven juist zeer gunstig is om werknemers in vaste dienst te nemen, zegt het Kamerlid. Ulenbelt: “Liberalen wil het liefst van iedereen een uitzendkracht maken. Ik wil het liefst zoveel mogelijk volwaardige werknemers. Het is algemeen bekend dat de productiviteit en betrokkenheid van mensen die een vast contract hebben hoger is. Iemand in vaste dienst heeft het gevoel dat hij met zijn collega’s voor de goede zaak werkt, ook in tijden van crisis. Dat is een heel ander gevoel dan dat je bij een crisis moet hopen dat je morgen nog mag komen.”

De SP doet zes voorstellen om uitzendkrachten meer zekerheid te bieden:

Ontslagvergoeding voor uitzendkrachten Anders dan vaste werknemers hebben uitzendkrachten geen recht op een vergoeding bij ontslag. De SP stelt voor dat uitzendbureaus per uitzendkracht een bedrag ter hoogte van een twaalfde van het betaalde loon reserveren. Wordt een uitzendkracht werkloos dan wordt dit bedrag uitgekeerd aan de uitzendkracht als ontslagvergoeding. Als de uitzendkrachten in vaste dienst worden genomen ontvangt de werkgever het bedrag.

Baanzekerheid Uitzendkrachten die in een jaar tijd meer dan negen maanden voor dezelfde werkgever hebben gewerkt krijgen een contract voor onbepaalde tijd. Vanaf dat moment geldt het ontslagrecht voor vast personeel. Nu is op basis van de wet Flex en Zekerheid een vast contract aan de orde als drie maal een jaar is gewerkt. Dat kan een uitzendbureau ontlopen door drie maanden geen gebruik te maken van de uitzendkracht, waarna opnieuw driemaal een tijdelijk contract kan worden aangeboden. Iets wat helaas veel voorkomt.

Vast werk door vaste werknemers Werk dat steeds nodig is, moet niet structureel door uitzendkrachten of ander tijdelijk personeel worden gedaan. Werkgevers mogen alleen voor tijdelijk werk uitzendkrachten aannemen, zoals bijvoorbeeld voor een eenmalig project, zwangerschapsvervanging of ziekenvervanging.

Nu gebeurt het dat een caissière van 17 jaar driemaal een jaarcontract krijgt en op haar 20ste wordt vervangen door een verse 17-jarige. Dit overkomt niet alleen jongeren. Grote industriële bedrijven hebben uitzendkrachten die er al tien jaar werken. Ze werken er drie jaar, worden vervolgens voor drie maanden naar huis gestuurd en dat drie keer achter elkaar.

Natuurlijk zijn er sectoren denkbaar waar sprake is van piekbelasting, waarbij het echt niet anders kan dan in die pieken extra personeel aan te nemen. Maar bij het inschakelen van uitzendkrachten moet de werkgever voortaan aantonen waarom dit nodig is. De arbeidsinspectie controleert.

Vervang uitzendbureaus door coöperatieve arbeidspools Werkgevers hebben altijd behoefte aan tijdelijk personeel, bijvoorbeeld bij productiepieken, bij ziekte. Die schommelingen hoeven niet ten koste van de zekerheid van werk en inkomen van uitzendkrachten te gaan. Flexibiliteit moet niet ten koste gaan van de zekerheid van werkenden. Uitzendbureaus moeten omgevormd worden tot arbeidspools waar mensen in vaste dienst zijn. Vanuit deze voor de werknemer zekere situatie worden ze naar bedrijven uitgezonden die mensen nodig hebben. Op deze manier betalen werkgevers voor de door hen gewenste flexibiliteit, niet de mensen die willen werken.

Geen onderscheid bij secundaire arbeidsvoorwaarden Uitzendkrachten krijgen dezelfde secundaire arbeidsvoorwaarden als vaste werknemers binnen het bedrijf. Zoals scholing, een eindejaarsuitkering, pensioenopbouw vanaf het begin, stemrecht voor de ondernemingsraad, maar ook kleine dingen als een kerstpakket. Als uitzendkrachten enige tijd werken bij een bedrijf is het ook “hun” bedrijf geworden en gaan ze op gelijke voet met hun collega’s om. Dat moet tot uitdrukking komen in gelijke arbeidsvoorwaarden.

Invoeren van vergunningen voor uitzendwerk Er zijn naar schatting vijfduizend malafide uitzendbureaus. Die dragen te weinig of geen belastingen en premies voor de werknemersverzekeringen van hun uitzendkrachten af en betalen uitzendkrachten vaak te weinig uit. Uitzendbureaus moeten daarom een vergunning hebben. Zonder uitzendvergunning kan niet bemiddeld worden. De arbeidsinspectie geeft de vergunningen en ziet toe op naleving. Als niet aan de eisen wordt voldaan verliest het uitzendbureau de vergunning. De arbeidsinspectie verhaalt achterstallig loon, niet betaalde belastingen en premies op de werkgevers die uitzendbureaus zonder vergunning hebben ingeschakeld.

In 2004 deed VVD staatssecretaris Van Hoof een voorstel voor herinvoering van de vergunningplicht (in 1998 is de vergunningplicht door het paarse kabinet afgeschaft). Alleen de SP steunde het voorstel van Van Hoof. Om een einde aan de wildgroei van uitzendbureaus te maken, wilden alle andere partijen dat de branche zelf ging reguleren. Dat is mislukt zoals de uitzendbranche zelf heeft aangegeven.