nieuws

Kritische SP'er niet welkom in Wit-Rusland

Wit-Rusland wil Europarlementslid Erik Meijer niet op bezoek. Een delegatie van Verenigd Links (GUE/NGL) uit het Europees Parlement gaat komende week niet naar Wit-Rusland. Van 10 tot 14 november zouden de SP'er Erik Meijer en vier andere Europarlementsleden er gaan praten met oppositie en regering en ook met slachtoffers van de atoomramp in Tsjernobyl. 'Ik hoopte op een toenadering, maar de oude lijn wordt voortgezet: contact met critici is niet gewenst', aldus Erik Meijer.

Afgelast 'Bij de voorbereiding leek alles in orde, totdat op 3 november op de ambassade in Brussel de visa moesten worden geregeld. Toen bleek opeens alles afgelast, met doorzichtige argumenten zoals dat het in het radioactieve gebied nu kan vriezen en dat er een nieuw parlement wordt geïnstalleerd. Zaken die iedereen lang tevoren al kon weten. Maar het laatste argument is het opvallendste: de regering van Wit-Rusland heeft problemen met 'één lid van de delegatie'. Ze noemen geen naam, maar uit alles wordt duidelijk dat het over mij gaat, aldus de SP'er.

Geen oppositie Wit-Rusland (ook genoemd Belarus, tussen Polen en Rusland) wordt wel de laatste dictatuurstaat van Europa genoemd. Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie lijkt er weinig veranderd. De macht van president Loekasjenko is onaantastbaar en bij de jongste parlementsverkiezingen zijn nul leden van de oppositie gekozen. De EU probeerde dit land een aantal jaren te isoleren, maar zoekt toenadering sinds kort voor de jongste verkiezingen de politieke gevangenen werden vrijgelaten. Op 8 oktober sprak het Europees Parlement over de gevolgen van de verkiezingsuitslag in Wit-Rusland. In dat debat was Erik Meijer de woordvoerder van de fractie van Verenigd Links (GUE/NGL). Hij zei dat Loekasjenko ongetwijfeld nog een flinke aanhang heeft, mede omdat in dit land minder chaos en armoede heerst dan in andere voormalige Sovjetstaten. 'Maar het deugt niet dat hij elke oppositie het leven onmogelijk maakt, dat het kiesstelsel gericht is op het tegengaan van oppositie, dat de politie inslaat op demonstranten en dat mensen zich genoodzaakt voelen om dit land te ontvluchten.' Meijer bepleitte meer contacten vanuit de EU-landen met regime én oppositie.

Kritische resolutie Erik Meijer sprak een paar jaar geleden op een bijeenkomst van Amnesty International over Wit-Rusland en stemde op 9 oktober samen met zeven fractiegenoten vóór de kritische resolutie van het EP over de merkwaardige verkiezingsuitslag. In de delegatie die op bezoek zou gaan was hij de enige voorstemmer. 'Voor mij was een belangrijke vraag of het regime ook wil praten met voorstemmers. Ik vond de tekst van die resolutie niet geweldig, maar voorstemmen past beter bij mijn kritiek dan tegenstemmen of stemonthouding. Als ze na mijn voorstemmen bereid zijn tot een gesprek dan betekent dit dat er in dat land toch iets aan het veranderen is. Ons bezoek moet ruimte geven voor kritiek en confrontatie. Ze moeten niet de indruk krijgen dat er een delegatie op bezoek komt van jaknikkers, die de regering in bescherming neemt tegen alle kritiek. De afgelasting van het bezoek omdat één lid van de delegatie niet welkom is maakt helaas duidelijk dat in Wit-Rusland nog steeds weinig is veranderd', aldus de teleurgestelde Meijer.


Debatbijdrage van Erik Meijer op 8 oktober 2008 in het Europees Parlement bij het agendapunt (704) Verklaringen Raad en Commissie inzake situatie in Belarus

Voorzitter, als bij verkiezingen in Belarus alle partijen gelijke kansen krijgen om zetels te behalen, is het goed mogelijk dat de partij van de huidige president Loekasjenko als grootste uit de bus komt. Hij heeft aanzien bij mensen die meer belang hechten aan bestaanszekerheid dan aan individuele vrijheden. Zij waarderen dat de ontreddering in Belarus veel minder groot is dan in een aantal andere voormalige Sovjet-Republieken. Daarentegen roept hij afschuw op bij mensen die zijn streven naar eenheid met Rusland afwijzen. Zij hechten aan de afzonderlijke Witrussische taal, die bijna 90 jaar geleden reden was voor de oprichting van dit land. Veel intellectuelen die zich meer oriënteren op Polen, Litouwen en de Europese Unie hebben het land verlaten.

Er moet een eind komen aan het inslaan op demonstranten, het opsluiten van tegenstanders en alle andere pogingen om oppositiepartijen het bestaan onmogelijk te maken. Een kieswet die het makkelijk maakt om de volledige oppositie buiten het parlement te houden deugt niet. We moeten tegenover dit land geen confrontatie zoeken, maar wel alles doen wat daar de democratisering kan ondersteunen.

De laatste tijd is het in Belarus minder erg dan in de voorafgaande jaren. Politieke gevangenen zijn vrijgelaten en de regering zoekt toenadering tot de Europese Unie. De regering kondigde ook aan dat de parlementsverkiezingen deze keer eerlijk zouden verlopen, maar wat daarna gebeurde was daarmee nog lang niet in overeenstemming. Belarus kent nog steeds de doodstraf en in afwijking van de wet zijn de media niet onafhankelijk. In de komende tijd moe het vrije verkeer met Belarus worden bevorderd en moet worden gesproken met zowel de regering als met niet door de regering gecontroleerde organisaties.