Gebiedsverbod voor overlastgevers

Wie veroordeeld is voor een strafbaar feit waarmee ernstige overlast is veroorzaakt, moet een gebiedsverbod of hangverbod opgelegd krijgen. Rechters moeten vaker dergelijke voorwaarden opleggen om overlast structureel te stoppen. Dat heeft SP-Kamerlid Jan de Wit deze week voorgesteld bij de behandeling van de Justitiebegroting.

Tweede Kamerlid Jan de Wit bepleit een structurele aanpak om overlast tegen te gaan. “Veroordeelde overlastgevers kunnen na hun straf vaak weer direct verder gaan met hetzelfde gedrag. Dat moet voorkomen worden door die mensen een gebiedsverbod te geven, zoals ook gebeurt met stalkers.”

De rechter kan bij de veroordeling een beslissing op maat maken, gericht op de persoon, waarmee de overlast voor de buurt ook echt stopt. “Veel mensen voelen zich onveilig omdat de hele dag een dealer op de hoek staat,” stelt De Wit. “Als die veroordeeld wordt voor drugshandel, kan de rechter bepalen dat de dealer zich twee jaar lang 'niet zonder redelijk doel mag ophouden' in de bewuste buurt. Doet hij dit toch, dan gaat hij opnieuw achter de tralies.”

De SP denkt dat de maatregel ook veel politiecapaciteit kan schelen. “Voor justitie is het heel lastig om bijvoorbeeld een kleine drugstransactie te bewijzen. En als het al bewezen kan worden, staat de overlastgever na zijn straf vaak snel weer op dezelfde plek. Wanneer de politie weet dat deze persoon een buurt- of hangverbod heeft, kan hij veel sneller van straat worden geplukt. De politie hoeft dan niet te wachten tot ze bewijs hebben dat hij weer dealt.”

De maatregel moet vooral gebruikt worden om drugsdealers en probleemjongeren aan te pakken, maar kan ook worden ingezet tegen pooiers. “Voor de pooier die is veroordeeld voor mensenhandel kan je zelfs verder gaan: een algeheel gebiedsverbod voor buurten waar prostitutie plaatsvindt,” aldus De Wit.