Wat gaan de Roemenen doen?

Dit najaar moet de Tweede Kamer besluiten of de Nederlandse grenzen volledig open mogen voor Roemeense en Bulgaarse arbeidsmigranten. De SP is erg kritisch over deze openstelling van de grenzen, gezien de eerdere ervaringen met de Polen. Daarvan kwamen er veel meer naar Nederland dan aanvankelijk gedacht, wat tot nogal wat problemen leidde. SP-Kamerlid Paul Ulenbelt bezocht in augustus Roemenië om te onderzoeken hoe Nederland door de Roemenen wordt gezien en wat het effect tot nu toe is geweest van de emigratie van Roemenen naar andere EU-landen.

Paul Ulenbelt

Je bent vier dagen in Roemenië geweest. Wie heb je gesproken en wat was je indruk van het land? “Ik heb allerlei mensen gesproken, variërend van ‘gewone’ Roemenen op straat tot vakbondsleiders en Nederlandse zakenlui die in het land actief zijn. Mijn indruk: Roemenië is in Europees opzicht een ontwikkelingsland. De lonen zijn er schrikbarend laag: het gemiddelde maandinkomen ligt op 320 euro netto. Een bouwvakker verdient 250 euro, goed geschoold personeel in de commerciële sector gaat met maximaal 1000 euro naar huis. De corruptie tiert er welig. De Nederlandse directeur van een verzekaar in Roemenië vertelde ons over zijn ziekenhuisbezoek. Om het ziekenhuis binnen te komen moest hij eerst de portier geld toestoppen om binnen te komen, vervolgens de secretaresse om te worden doorverwezen en vervolgens de behandelaar omdat hij anders op een ‘wachtlijst’ zou komen. Verschillende mensen hebben me verteld dat de Roemeense regering problemen nauwelijks aanpakt en met de rug naar de bevolking regeert.”

Reden genoeg voor Roemenen om op zoek te gaan naar werk in landen waar meer te verdienen is en zaken beter zijn geregeld dus? “Precies, en dat doen ze dus ook massaal. De afgelopen jaren zijn er honderdduizenden Roemenen naar het buitenland vertrokken om daar aan de slag te gaan. Van de ruim 22 miljoen Roemenen werken er nu naar schatting twee tot drie miljoen in het buitenland. De meeste Roemenen zitten in Spanje, waar zes maanden zonder vergunning gewerkt mag worden, en Italië, waar ze voor een aantal sectoren geen vergunning meer nodig hebben. Sommige mensen die we gesproken hebben, zeiden dat de verwantschap met de taal en het temperament in de Zuid-Europese landen ook een rol speelt in de keuze van Roemenen om naar deze landen te komen.”

Maar dan hoeven wij in ons koude nuchtere landje met ons onverstaanbare taaltje niet bang te zijn voor een golf Roemeense arbeiders. “Dat valt te betwijfelen. Nederland heeft een ontzettend sterk imago in Roemenië. Het geldt als zeer betrouwbaar. ING, dat zich duidelijk als Nederlands profileert, beheert inmiddels de pensioenen van zo’n vier miljoen Roemenen. Bovendien zijn er bij Roemenen die bijvoorbeeld in Spanje hebben gewerkt of werken veel klachten over dat land. Je kunt er van de ene op de andere dag je baan kwijt zijn, bovendien loopt de werkloosheid in Spanje op dit moment op, wat de Roemeense immigranten als eerste zullen merken. Het idee leeft in Roemenië dat dat in Nederland heel anders gaat: daar ben je zeker van je baan en van uitbetaling van je loon en krijg je bovendien meer. Sommige mensen op straat begrepen onze vragen niet direct en dachten dat wij arbeiders ronselden. Ze gaven ons telefoonnummers van vrienden en familie die ook in Nederland wilden werken. We hadden makkelijk met een bus Roemenen terug kunnen komen.”

Is je ook iets duidelijk geworden over de effecten van de emigratie op Roemenië zelf? Heb je dezelfde ontwrichting van gemeenschappen gezien als bij je bezoek aan Polen vorig jaar? “Volgens een van de vakbondsleiders, Valentin Mocanu van CNSLR Fratia, komt Roemenië een half miljoen werknemers tekort op dit moment. Om dat tekort op te vangen worden Chinezen gehaald. Er zijn grote tekorten in de bouw, ICT en productie. De auto-industrie rond Timişoara zou op grond van de vraag wel kunnen uitbreiden, maar kan geen personeel vinden. Maar ook de sociale gevolgen, vooral voor kinderen, baarden Mocanu grote zorgen, vaak moeten oudere broers of zussen het gezin draaiend houden of krijgen grootouders de verantwoordelijkheid. Met het oog daarop is een wet in voorbereiding die van arbeidsmigranten bewijzen eist dat hun kinderen goed worden opgevangen tijdens hun afwezigheid. De zorgen van Mocanu werden gedeeld door zijn collega van Blocul National Sindical (BNS), Dumitru Costin. Costin gaat ervan uit dat de drie miljoen Roemenen die nu in het buitenland zijn, niet meer terugkomen naar hun vaderland. Hij vroeg ons de deur voor immigranten uit Roemenië niet helemaal open te zetten, want ‘ik wil niet nog meer goede arbeidskrachten kwijtraken’.” Je gaat er dus voor pleiten de grenzen dicht te houden voor Roemeense arbeiders? “Het risico is te groot om ze nu open te zetten. Het risico bestaat dat we een deel van de honderdduizenden Roemenen uit Spanje krijgen omdat de economie daar inzakt, het risicio bestaat ook dat er nog meer Roemenen uit Roemenië vertrekken met alle gevolgen voor de economie en samenleving daar. Voor Nederland kan het nog meer goedkope, niet Nederlands sprekende arbeiders betekenen, die onze arbeidsmarkt onder druk zetten en waar ook goed onderdak voor gezocht zal moeten worden. Zeker als de Nederlandse uitzendbureaus zich in Roemenië gaan vestigen. Die wisten in korte tijd honderdduizend Polen naar Nederland te halen. Er zijn dus gewoon meer argumenten tegen het openzetten dan voor.”