Energietarieven kunnen lager

SP-Kamerlid Paulus Jansen vindt dat de publieke netwerkbedrijven die gas en elektriciteit transporteren geen winst meer moeten afdragen aan hun aandeelhouders – de provincies en gemeenten. Daarnaast wil hij dat de tarieven voor energietransport kostendekkend worden. Jansen reageert hiermee op de oproep van consumentenorganisaties om de Rekenkamer onderzoek te laten doen naar de te hoge transporttarieven voor energie.

Jansen: “Volgens mij hebben de organisaties gelijk als ze stellen dat er te veel winst in de zakken van de aandeelhouders verdwijnt. Ik pleit ervoor de tarieven te verlagen tot een niveau dat de transporteurs genoeg geld oplevert om hun diensten te leveren en te investeren in het energienetwerk.”

Op dit moment bestaat de energierekening voor een gemiddeld huishouden voor ongeveer 18 procent uit transportkosten voor gas en elektriciteit. Deze transportkosten worden betaald aan een netwerkbedrijf dat eigendom is van enkele gemeenten en provincies. De maximale tarieven worden bepaald door de Energiekamer, een onderdeel van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa). De netwerkbedrijven zijn de laatste jaren een stuk efficiënter gaan werken, maar de tarieven worden door de Energiekamer slechts minimaal naar beneden bijgesteld.

Jansen: “Alle netwerkbedrijven vragen het maximaal toegestane tarief en maken dus winst waarvan een groot deel wordt afgedragen aan een select groepje gemeenten en provincies die aandeelhouder zijn van het bedrijf. Het komt feitelijk neer op een indirecte belasting, die in de meeste gevallen niet eens naar de gemeente gaat waar de energiegebruiker woont. Een inwoner van Utrecht betaalt bijvoorbeeld de transportkosten van zijn elektriciteit aan een bedrijf waarvan de gemeente Rotterdam grootaandeelhouder is.”

De SP wil net als de consumentenorganisaties meer duidelijkheid over de hoogte van de tarieven en zal de Tweede Kamer daarom vragen om de Rekenkamer een opdracht voor het onderzoek te geven. Wat Jansen betreft moet in dit onderzoek meteen de onderhoudstoestand van het netwerk worden meegenomen, zodat duidelijk wordt welke investeringen in de toekomst nog moeten worden gedaan.