SP tegen Verdrag van Lissabon

Het Europese Verdrag van Lissabon, waar de Tweede Kamer deze week over debatteerde, brengt een Federaal Europa een stap dichterbij. Dat zegt SP-Kamerlid Harry van Bommel. “Het verdrag heeft grote gevolgen voor het Nederlandse staatsbestel,” aldus het SP-Kamerlid.

“De Europese lidstaten raken met dit verdrag veel veto’s kwijt. Onder andere op een gevoelig terrein als justitie- en politiesamenwerking,” zegt Van Bommel. “Ook kunnen de parlementen van een meerderheid van de landen nog steeds niet samen een besluit blokkeren. Zij hebben altijd de steun van de Europese Commissie of het Europees Parlement nodig. Hier wordt een grote stap naar een Europese Federatie gezet. Dat baart mij zorgen.”

Van Bommel vindt het ook verontrustend dat er met het verdrag allerlei nieuwe functies in het leven worden geroepen, waarmee het Europees beleid in handen komt van ongekozen bureaucraten. Zo komt er een Europese president, van wie de precieze bevoegdheden nog niet eens vaststaan, en een Hoge Vertegenwoordiger, een soort minister van Buitenlandse Zaken voor de EU. “Voor de Europese burger wordt het er allemaal niet duidelijker op en zijn directe invloed op het Europees bestuur neemt alleen maar af,” aldus het Kamerlid.

Harry van Bommel in debat over het referendum vorige week

Harry van Bommel in het debat over een referendum over het Europees Verdrag vorige week.

Omdat door het verdrag het Nederlandse parlement een deel van zijn macht kwijtraakt en er meer ongekozen Europese functionarissen komen had de SP er graag een referendum over gehouden. Het Verdrag van Lissabon verschilt ook weinig van de in 2005 door Nederland in een referendum weggestemde Europese Grondwet. Dat zegt niet alleen Van Bommel, maar ook de Franse oud-president Giscard d’Estaing en oud-premier Dehaene van België, die meeschreven aan de Europese Grondwet, en de Duitse bondskanselier Merkel en de Spaanse premier Zapatero. “De vlag en het volkslied zijn eruit, maar als het gaat om bevoegdheden van nationale regeringen en parlementen, bijvoorbeeld op het gebied van strafrecht of asiel, is dit verdrag even ingrijpend,” aldus het Kamerlid.

Op die gebieden gaan met het verdrag veel bevoegdheden over van nationaal naar Europees niveau. Als het om strafrecht gaat vreest Van Bommel dat ons nationale rechtssysteem ernstig wordt beïnvloed door Europese regels, ook al heeft het over delen formeel niets te zeggen. “Wat zijn de gevolgen voor ons softdrugsbeleid? En waarom beslissen landen als Roemenië en Bulgarije, waar corruptie nog steeds wijdverbreid is, mee over het Europees rechtssysteem?” aldus het Kamerlid. Dezelfde zorgen heeft hij over een integraal Europees asielbeleid, dat door het verdrag wordt geregeld. “Op grond daarvan moet het asielbeleid van alle lidstaten worden geharmoniseerd, opdat het ene land niet aantrekkelijker is voor een asielzoeker dan het andere. Maar het beperkt landen ook in hun bewegingsvrijheid ten opzichte van asielzoekers. In Nederland zijn we vaak zorgvuldiger en ruimhartiger dan andere lidstaten. We moeten ons niet aan hun niveau aanpassen.”

Tijdens het debat sprak Van Bommel er schande van dat er nog steeds geen publieksversie van het Verdrag van Lissabon beschikbaar is: “Kennelijk wil men de bevolking niet informeren.”

De Tweede Kamer stemt donderdag over ratificatie van het Verdrag van Lissabon.