Raad van Europa: grote zorgen over Turkije en China
De Raad van Europa maakt zich grote zorgen over Turkije en China. In Turkije, lid van de Raad van Europa, buigt het Turkse Hooggerechtshof zich over een mogelijk verbod van de regerende AK-partij van president Gül en premier Erdogan. Zo’n verbod zal het land in een politieke crisis storten. China, dat zich opmaakt voor de Olympische Spelen, speelt economisch en financieel een grotere rol voor Europa. Maar ondertussen worden mensenrechten en democratische regels er met voeten getreden. De “standing committee” van de parlementaire assemblee van de Raad van Europa besloot deze week in Stockholm beide kwesties te agenderen voor haar aanstaande plenaire vergadering in juni in Straatsburg.
Turkije
In de loop van de zomer wordt duidelijk of en zo ja welke sancties het Turkse Hooggerechtshof denkt te treffen tegen de AK-partij. Die wordt ervan beschuldigd onconstitutioneel te hebben gehandeld door onder andere het verbod op het dragen van een hoofddoek op school te schrappen. Dat zou kunnen indruisen tegen de strikte scheiding van kerk en staat die de Turkse Grondwet voorschrijft. Samen met de leiders van de vier andere fracties in de parlementaire assemblee van de Raad van Europa, wil SP-senator Kox van de linkse fractie een spoeddebat over deze ontwikkelingen in de eerstkomende vergadering van de assemblee in juni.Volgens Kox is het verstandig als de Raad van Europa helpt te voorkomen dat er een ernstige politieke crisis in Turkije ontstaat door een mogelijk verbod van de AK-partij. Het lidmaatschap van de Raad van Europa, aldus Kox, verplicht Turkije zich te houden aan basisregels over democratie, mensenrechten en de rechtstaat. Een Hooggerechtshof dat, mogelijk geïnspireerd door bepaalde militaire kringen, de uitslag van verkiezingen ongedaan zou maken, dient te beseffen dat dit kan indruisen tegen de verdragsrechtelijke verplichtingen van Turkije als lid van de Raad van Europa. In het verleden verbood het Turkse Hooggerechtshof ook al politieke partijen, waaronder verschillende Koerdisch-Turkse partijen. Die beslissingen werden later door het Europese Hof voor de Rechten van de Mens van de Raad van Europa bekritiseerd. Volgens Kox is het echter beter om te voorkómen dat het weer zover moet komen. Het spoeddebat in juni moet een duidelijk signaal richting Turkije zijn de door het land onderschreven regels te respecteren, zo zei Kox.