Marijnissen: Vooral verwaarlozing publieke sector reken ik kabinet aan (video)

Op de derde woensdag in mei worden de jaarverslagen van de diverse ministeries overhandigd aan de Tweede Kamer. Ook de president van de Algemene Rekenkamer biedt een rapport aan met commentaar op die verslagen. Vandaag debatteert de Kamer hierover met premier Balkenende en minister Bos van Financiën. Namens de SP voert fractievoorzitter Jan Marijnissen het woord.

Jan Marijnissen rekent vooral verwaarlozing publieke sector het kabinet aan

In het debat staan de volgende vragen centraal: heeft de regering bereikt wat beloofd is en heeft het gekost wat ze dachten? Het gaat dus niet alleen over de cijfers en de centen. Ook beleidsvragen komen aan de orde, zoals: hoe gaat het met de problemen in het onderwijs en de verpleeghuizen en de belastingdienst? En hoe staat het met het vertrouwen in de overheid?

Hieronder staat de bijdrage van Jan Marijnissen aan de eerste termijn van het debat, dat is te volgen via www.tweedekamer.nl of het digitale themakanaal Politiek 24.

De inbreng van de SP:

 

 

Sinds een paar jaar roept de minister-president waar ie ook maar de kans krijgt: ‘Het gaat goed met Nederland!’. Daarom beklaagde hij zich gisteren weer over ‘klagerigheid’ van de Nederlanders. Laat ik daarom eens beginnen met het positieve nieuws:

Vorig jaar was een jaar waarin het ons land economisch voor de wind ging. Een economische groei van 3,5 procent, de werkloosheid daalde, en de koopkracht liep even niet verder achteruit. De minister van Financiën kon het jaar afsluiten met een klein overschot op de begroting.

‘Maar’, zei de premier gisteren ook, ‘Het gaat om mensen.’ Daarom vindt de minister-president het vast niet erg dat ik daar ook even aandacht voor vraag:

2007 was namelijk ook ‘n jaar waarin de overheid op een groot aantal terreinen haar werk niet naar behoren heeft gedaan. De ombudsman kreeg nog nooit zoveel klachten binnen over ‘n overheidsinstantie, als over de belastingdienst vorig jaar.

De invoering van marktwerking in de thuiszorg leidde tot slechtere zorg, de toestand in de verpleeghuizen bleef ondermaats, de wachtlijsten voor de jeugdzorg groeiden, net als de wachtlijsten voor de sociale werkvoorziening.

Het terugdringen van de gewelddadige criminaliteit blijft ver achter bij de doelstelling. Het bedrag dat werd besteed aan dure externe adviseurs explodeerde tegen alle afspraken in. De starre toepassing van de 1040-uren-norm leidde tot het ophokken van leerlingen door scholen.

De topinkomens stegen in 2007 (volgens Volkskrant journalist Xander van Uffelen) met maar liefst 24 procent. De maatregelen van het kabinet ter beteugeling van de topsalarissen worden door Flip de Kam, hoogleraar Openbare Financiën bij de Universiteit Groningen, afgedaan als een ‘fopspeen’.

Het aantal ambtenaren dat in strijd met de norm meer verdient dan de minister-president nam vorig jaar niet af, maar toe.

Om met dit laatste te beginnen: wat gaat het kabinet hieraan doen? Wanneer gaat u de MP–norm eindelijk eens handhaven in de publieke sector? En welke concrete doelstelling heeft het kabinet als het gaat om de exploderende topinkomens in de private sector?

Zorg Veel mensen met familieleden of andere dierbaren in verpleeg- of verzorgingshuizen maken zich kwaad over de kwaliteit van de zorg. Ze moeten machteloos toezien hoe hun partner of ouder wegkwijnt.

Het gaat vaak om hele gewone dingen die mensen van de zorg verlangen, zoals op tijd naar de wc kunnen, genoeg te eten krijgen, elke dag kunnen douchen en een beetje menselijke aandacht. Dat is toch niet teveel gevraagd?

Zegt u alstublieft niet dat het al beter gaat, want het gaat allemaal alleen maar verder achteruit. De mensen die in de verpleeghuizen werken, die altijd met weinig middelen hard hebben gewerkt om er nog het beste van te maken, dreigen nu het bijltje erbij neer te gooien.

Is het waar dat in 2007 geld voor de verbetering van de zorg in de verpleeghuizen is blijven liggen? Zo ja, wil de minister-president duidelijk maken wie hiervoor verantwoordelijk is en vertellen wat hij hier aan wil gaan doen?

De uitkering aan mantelzorgers kun je rustig een mislukking noemen. Iedere mantelzorger die meer dan 8 uur per week, langer dan 6 maanden mantelzorg verleent, zou een ‘mantelzorgcompliment’ krijgen van 250 euro. Een fraaie naam voor een goed initiatief met goede bedoelingen.

Hier was 65 miljoen beschikbaar voor 200.000 mantelzorgers. Maar slechts 40.000 mensen hebben het extraatje ontvangen. Wat gaat het kabinet doen?

Waarom staan er in het jaarverslag van VWS niet de onmisbare cijfers over de wachtlijsten bij het CIZ, de verzorging- en verpleeghuizen, de jeugd-GGZ, en de jeugdzorg?

De jeugdzorg is daarbij een geval apart. Eind 2006 waren de wachtlijsten in de jeugdzorg nagenoeg opgelost. Vorig jaar bij Verantwoordingsdag werd dat ook triomfantelijk gemeld. Mijn fractie heeft er toen al op gewezen dat de meest recente cijfers alweer wezen op een flinke wachtlijst.

Ik pleit hier niet voor meer geld voor de jeugdzorg. Er is meer geld beschikbaar maar de provincies lijken dit niet goed te gebruiken. De SP pleit er wel voor dat op termijn de jeugdzorg anders wordt ingericht, want er is teveel mis.

Als er twintig hulpverleners bezig zijn met één gezin en niemand weet van elkaar wat hij doet, dan kan het gruwelijk verkeerd lopen.

De SP pleit voor meer centrale regie en directe betrokkenheid van de gemeenten.

Arbeidsongeschiktheid Volgens het jaarverslag van het ministerie van Sociale Zaken hebben de invoering van de WIA – de nieuwe uitkering voor mensen met een arbeidsbeperking - en de herbeoordeling van WAO’ers geleidt tot droomcijfers. Helaas is het voor de betrokkenen een nachtmerrie.

Niet de arbeidsongeschiktheid is teruggedrongen, maar het aantal mensen met recht op een uitkering wegens arbeidsongeschiktheid. Zo heeft maar 5 % van de herbeoordeelden een vast contract.

Van de hele groep herbeoordeelde WAO-ers is het inkomen gemiddeld gedaald. Het beleid van ‘Werk boven Inkomen’ heeft uitgepakt als ‘Geen Werk en een lager Inkomen’.

De ruim 1,5 miljard die jaarlijks wordt uitgegeven aan reïntegratie moet nodig nader worden bekeken. Met name de inzet van de commerciële reïntegratiebureaus zet hoegenaamd geen zoden aan de dijk. Welke conclusie trekt het kabinet daaruit?

Politiek amateurisme Het ministerie van Verkeer en Waterstaat lijkt niet in staat grote projecten behoorlijk uit te voeren. Ook in 2007 ontstonden er weer grote vertragingen bij de HSL –Zuid, die nog steeds niet rijdt. De OV-chipkaart is synoniem geworden met politiek amateurisme, de Betuwelijn had weer vertragingen bij de ingebruikname, en ook de aanleg van de Tweede Maasvlakte is vertraagd. Wat moet dat worden met het volgende miljardenproject: de invoering van de kilometerheffing? Of zoals wij het noemen: de filebelasting.

Vorig jaar bleek uit de jaarverslagen dat het aantal voortijdige schoolverlaters nauwelijks daalde. Dit jaar is dat opnieuw het geval. De regering heeft een truc bedacht om de streefdoelen rond schooluitval haalbaar te máken: het einddoel is verschoven van 2010 naar 2012. Maar is het niet veel eerlijker als de regering gewoon toegeeft dat de aanpak faalt en met voorstellen komt om daarin verandering te brengen? Breng om te beginnen de leerplichtcontrole op orde. Nu heeft slechts 1 op de 7 gemeenten een leerplichtambtenaar!

Het is al jaren een puinhoop bij de Belastingdienst. Die puinhoop ontstond door teveel nieuwe taken te combineren met bezuinigingen en een domme reorganisatie. Vorig jaar deelde mevrouw Hamer namens de PvdA een gele kaart uit en waarschuwde dat de problemen met de toeslagen volgend jaar écht moesten zijn opgelost. Ze zijn niet opgelost, dus ik ben benieuwd of mevrouw Hamer nu met een rode kaart komt.

Wat kan het kabinet beloven aan al die burgers die nu te maken hebben met een slecht functionerende Belastingdienst?

Koninklijk huis De Algemene Rekenkamer is vernietigend over de verantwoording van de kosten van het Koninklijk Huis. De minister-president heeft vorig jaar toegezegd meer openheid te geven, maar dat is niet gebeurd en hij is hiertoe ook in de toekomst niet bereid. Daarmee breekt de minister-president zijn woord.

Waar slaat dit op? Waarom deze geheimzinnigheid? Denkt u dat het Koninklijk Huis daarbij gebaat is? Waarom wekt u de schijn dat het koningshuis, boven de democratische controle staat? De SP-fractie vind dat bij moderne verantwoording ook het Koninklijk Huis niet mag achterblijven.

Consultancy Op één terrein schieten nagenoeg alle ministers tekort. Het bedrag dat werd besteed aan dure consultants, adviseurs en andere deskundologen zou vorig jaar worden teruggedrongen. Het omgekeerde gebeurde.

Nooit werd méér uitgegeven aan externe adviseurs. Als ik alles bij elkaar optel dan kom ik tot één miljard euro aan uitgaven in 2007 voor ingehuurde bureaus en mensen. Gisteren gaf het kabinet toe dat waarschijnlijk nog meer wordt.

De consultancy is dan ook booming business. Maar niemand durft te beweren dat de kwaliteit van bestuur hierdoor is verbeterd.

Kan de minister-president uit de doeken doen waarom zijn ministers steeds vaker een beroep moeten doen op wijsheid van buiten? Hoeveel van die externen werden ingehuurd ten behoeve van pr en communicatie? Welke kennis, welke expertise, welke mensen ontbreken er op de ministeries? Hoe kan het dat die kennis en expertise niet – of niet langer – in huis is?

Ligt de belangrijkste oorzaak niet in de poging om tot een kleinere overheid te komen, tot minder ambtenaren? Betalen we daar nu niet een extreem hoge prijs voor? U moet ook niet toegeven aan deze vorm van populisme.

Ik stel voor dat we bij de begrotingsbehandelingen in het najaar voor dergelijke uitgaven per ministerie een maximumbedrag vaststellen. In onze tweede termijn zal ik hierover een motie indienen.

Het fenomeen 'Gehaktdag' Graag wil ik wat uitgebreider stil staan bij het hele fenomeen van Gehaktdag of Verantwoordigsdag op de derde woensdag van mei. Even wat reflectie dus. Wat mijn fractie betreft kunnen we dit ritueel afschaffen.

We hebben het nu ‘n aantal jaren geprobeerd maar het was niks en het wordt niks, ook niet wanneer het debat gevoerd wordt door de fractieleiders en de premier. Want daar zit het probleem niet.

De Kamer heeft de grondwettelijke plicht het kabinet te controleren: 365 dagen per jaar. Kan die controle beter? Jazeker. Mijn idee zou zijn dat de Kamer jaarlijks één of twee beleidsterreinen uitzoekt – bij voorkeur die waar maatschappelijk de grootste problemen zijn – en dan daar een kamerbrede commissie op zet, die na diepgravend onderzoek verslag doet aan de Kamer. Waarop dan natuurlijk een debat met het kabinet volgt.

Wanneer de Kamercommissies hun controlerende taak goed uitoefenen, en we Prinsjesdag en de Algemene Beschouwingen niet alleen gebruiken om de begroting te bespreken maar ook om te kijken naar wat er in het verleden is toegezegd en naar wat daar van terecht gekomen is, dan hebben we de continuïteit van de jaarlijkse cyclus die we zoeken.

Het fenomeen van de Verantwoordingsdag – ooit bedacht door het gewaardeerde oud-lid Jan van Zijl – is een fremdkörper gebleken, en heeft in al die jaren zelden of nooit tot iets substantieels geleid.

Onwillekeurig levert deze massieve, zogenaamde verantwoording een fixatie op cijfers op. En dat is erg riskant, want wat zeggen cijfers als je de context niet kent? Wat zegt een gehaald doel, wanneer je bij je oordeel de negatieve bijeffecten niet meeneemt?

Variërend op het thema van Joop den Uyl, gisteren aangehaald door de minister van Financiën, zou ik – om de betrekkelijkheid van de betekenis van cijfers nog eens te onderstrepen – willen zeggen: De waarde van de arbeid verricht om varkens groot te brengen wordt netjes meegenomen in het BBP, zo niet de inzet van ouders verbonden aan het grootbrengen van hun kinderen.

De minister van Financiën wist gisteren te melden dat er van de kant van het kabinet maar liefst 2500 pagina’s verantwoording naar de Kamer is gestuurd. Daar kwam de lange brief van de premier dan nog overheen, bedoeld om een en ander meer ‘kleur en focus’ te geven. Vervolgens kregen we gisteren nog 1,5 kilo papier van de Rekenkamer, met het verzoek dat ook nog even te lezen en bij het debat te betrekken.

Papier, papier en nog eens papier, allemaal met goede bedoelingen, maar het ministerie van Defensie mag rustig jaren achtereen tekort schieten als het gaat om de vermelding van de verblijfplaats van wapens en munitie.

Voorzitter, dit heeft geen zin. Leidend voor ons allen zou niet de papieren werkelijkheid moeten zijn, maar de staat van het land, en de reëel bestaande problemen die mensen ondervinden.

De fictieve werkelijkheid van het kabinet heeft meer weg van propaganda, dan van een eerlijk weergave van de werkelijkheid van alledag voor gewone mensen.

Daarom vindt de premier ook dat wij allemaal ‘te negatief’ zijn, terwijl we ‘er zo goed voor staan!’. Hij kan de lage waardering voor het kabinet en de kritiek van de bevolking niet rijmen met het gegeven dat de Nederlanders zichzelf toch voornamelijk als gelukkig typeren.

Ik snap niet dat de minister-president niet snapt dat dit wel heel goed kan samengaan: mensen proberen er in hun leven wat van te maken, en dat lukt hun dus aardig; maar daarbij ervaren zij de overheid niet als steun in de rug, maar als een blok aan het been.

Men vindt dat het kabinet niet doet wat er moet gebeuren, en wat het wel doet niet goed overdenkt vooraléér het in te voeren. Men maakt zich grote zorgen over de publieke sector en heeft niet de indruk dat het kabinet dat ook doet.

Natuurlijk, elke ontmoeting met het kabinet heeft nut in zichzelf. Vragen kunnen worden gesteld, misverstanden weggenomen en opheldering gegeven, maar daar hebben we niet één dag per jaar voor. Daarvoor hebben we het hele jaar tot onzer beschikking.

Omdat er terecht geklaagd wordt over de nadelen van een te gedetailleerd en per definitie gedateerd regeerakkoord, zou ik in overweging willen geven om vast – twee jaar na het opstellen daarvan – een open debat te hebben tussen regering en Kamer over de aanpassingen die het beleid behoeft om actueel en adequaat te worden of te blijven.

De publieke sector Tot slot nog een enkele algemene opmerking. De politiek houdt zich bezig met veel facetten van de samenleving, maar er ligt onmiskenbaar een nadruk op de publieke sector: onderwijs, zorg, gezondheidszorg, openbaar vervoer, openbare orde, de rechtstaat, de individuele vrijheden die beschermd moeten worden.

Als we kijken naar al deze sectoren zien we grote problemen, onder andere veroorzaakt door de stelselmatige rantsoenering van de budgetten voor deze sectoren in de afgelopen twintig jaar.

Ik vind dat elk kabinet moet worden afgerekend op een aantal zaken, maar vooral op de staat van de publieke sector, die ik beschouw als de kern van onze beschaving. Juist in de publieke sector moeten de algemeen gedragen waarden tot uitdrukking komen. Waarden als ‘een menswaardig bestaan voor iedereen’, de gelijkwaardigheid van alle mensen, de solidariteit, de rechtszekerheid, het geloof in de toekomst, de hoop dat het morgen beter wordt dan vandaag.

Dit kabinet heeft geen fundamentele breuk met z’n voorgangers tot stand gebracht. De minister-president spreekt ook liever over ‘accentverschillen’. Toch was ik bij de presentatie van het regeerakkoord, ik zal het eerlijk zeggen, gematigd optimistisch. Dat gevoel is nu helemaal weg.

De minister-president en de minister van Financiën mogen nog zoveel sussende woorden spreken: het zoet is te vaak beloofd, maar nooit gekomen.

Met name de verwaarlozing van wat van ons allemaal is, de publieke sector, reken ik het kabinet aan. Het cynisme op de werkvloer neemt hand over hand toe: het cynisme over de onwetendheid, over het gebrek aan gevoel van urgentie, over het gebrek aan financiële middelen.

Velen hebben u al vaak voorgerekend dat goedkoop duurkoop is, als je het hebt over onderwijs bijvoorbeeld. U wilt het niet horen. U bent Oost-Indisch doof. U toont inzicht noch leiderschap.

Een aardige metafoor voor het verschil tussen de zalvende woorden en de keiharde daden van dit kabinet is de manier waarop klokkenluiders worden behandeld, of beter gezegd, aan hun lot worden overgelaten. Mensen snappen het niet: ze zijn er woest over.

Dit is dus wat je krijgt als je burgerschap toont. Stank voor dank. Mensen keren zich af en in zichzelf. Het vertrouwen vloeit weg. En dat is desastreus voor de opbouw van een moderne, beschaafde samenleving.

Gelukkig is er een alternatief.