nieuws

Karabulut: ‘WWB staat voor Wet Willekeur in de Bijstand’

Vier jaar geleden stemde de SP tegen de Wet Werk en Bijstand (WWB). Er was vrees voor het ontstaan van ongelijkheid en voor grote verschillen in inkomen tussen mensen die in feite in dezelfde situatie verkeren. Die vrees is werkelijkheid geworden, concludeert Tweede Kamerlid Sadet Karabulut. Zij roept morgen staatssecretaris Aboutaleb op om de willekeur te bestrijden en meer regie te nemen.

“Met de nieuwe Wet Werk en Bijstand worden mensen nog meer dan nu afhankelijk van het beleid van de gemeente en vooral van de politieke kleur van het college,” voorspelde SP-Kamerlid Jan de Wit in 2003. Vijf jaar later blijkt dat hij het juist heeft gezien. “Er zijn grote verschillen tussen gemeenten waardoor de inkomens van minima bepaald worden door de goedgeefsheid van een betreffende gemeente”, constateert SP Kamerlid Sadet Karabulut nu. “WWB staat nu voor Wet Willekeur in de Bijstand.”

De inkomensverschillen ontstaan onder meer bij de toekenning van de langdurigheidstoeslag, het recht op bijzondere bijstand en het uitkeren van een uitstroompremie bij aanvaarding van werk. Verschillen die flink kunnen oplopen. Mensen in Utrecht met een minimuminkomen kunnen in vijf jaar ruim 3800 euro bijverdienen en hun recht op de langdurigheidstoeslag behouden. In Dordrecht daarentegen vervalt het recht als je meer dan 1000 euro verdient. Dit betekent dat bijvoorbeeld een alleenstaande ouder op het minimum die na 5 jaar meer dan 1000 euro aan inkomsten uit werk heeft ontvangen, in Utrecht ruim 400 euro aan toeslag krijgt en in Dordrecht niets.

Vooral de verschillen in recht op bijzondere bijstand zijn de SP een doorn in het oog. Eén op de tien gemeenten hanteert een drempelbedrag voor bijzondere bijstand. Pas als de kosten hoger zijn dan een bepaald bedrag (de wet hanteert maximaal 117 euro), kun je in aanmerking komen voor bijzondere bijstand. In andere gemeenten wordt dit drempelbedrag niet gebruikt. Ook zijn er gemeenten die bijzondere bijstand verstrekken in de vorm van een lening of mensen doorverwijzen naar de kredietbank. Iemand met een laag inkomen in Assen wordt voor een koelkast verwezen naar de kredietbank, terwijl je voor een koelkast in Hilversum wel bijzondere bijstand kunt ontvangen.

Gemeenten hebben de mogelijkheid om premies uit te keren als iemand vanuit de bijstand aan het werk gaat. De staatssecretaris heeft de Tweede Kamer laten weten dat gemeenten hier maar weinig gebruik van maken. Als gemeenten al premies verstrekken, lopen de bedragen sterk uiteen van 500 euro in Den Haag tot 2000 euro in Heerlen.

Extra inkomensondersteuning blijkt sterk te verschillen per gemeente. “Al deze willekeur is onaanvaardbaar,” stelt Karabulut. “Het bedrag dat beschikbaar is moet afhankelijk zijn de inkomenspositie van mensen, niet van de toevallige keuzes van gemeenten. Hier moet staatssecretaris Aboutaleb de boel niet op z’n beloop laten, maar de verschillen tussen gemeenten bestrijden en regie nemen.”