Verantwoordelijkheid voor zwerfjongeren moet naar gemeente

De problemen met zwerfjongeren waar de Rekenkamer vandaag over rapporteert, zijn onder meer te danken aan het feit dat de verantwoordelijkheid voor hulp te zeer verdeeld is, stelt SP-Kamerlid Krista van Velzen. De begeleiding van de jongeren moet volgens haar in eerste instantie een taak van de gemeente worden. “Als iemand van negentien op straat komt te staan zonder geld en met allerhande problemen, moet hij bij zijn eigen gemeente kunnen aankloppen, en niet heen en weer worden verwezen door gemeente en provincie.”

Van Velzen vindt het verbijsterend dat het aantal zwerfjongeren steeds verder toeneemt. Al jaren waarschuwt de Rekenkamer dat er onvoldoende onderdak en zorg geboden wordt aan dak- en thuisloze jongeren. Blijkbaar voelt niemand zich verantwoordelijk. Van Velzen pleit voor een zorgplicht voor gemeenten. “De meeste zwerfjongeren die hun leven op orde willen krijgen, kloppen aan bij de sociale dienst. Daar moet de hulpvraag opgepakt worden. Nu wordt vaak verwezen naar de jeugdzorg, die op provinciaal niveau is georganiseerd en vaak weer terug naar de gemeente verwijst. Zo jaag je jongeren terug de straat op, richting foute circuits.”

Er zwerven op dit moment zo’n 6000 jongeren op straat, meestal te oud voor de jeugdzorg maar te jong voor de reguliere maatschappelijke opvang. Overigens is dit een grove schatting van de instanties, want niemand heeft het overzicht. “Ook dat is beter te organiseren als de verantwoordelijkheid duidelijk bij de gemeente komt te liggen,” stelt Van Velzen. “In een dorp of stad heeft men vaak nog een naam en een gezicht, in een provincie of bij een instantie ben je al snel een dossiernummer.”

De SP eist volgende week in een debat met minister Rouvoet (Jeugd en Gezin) én met staatssecretaris Bussemaker (Zorg) dat zij orde op zaken stellen. “Voortmodderen is geen optie, zo ga je niet met kwetsbare jongeren om.”