nieuws

Gehandicapten niet pesten maar aan werk helpen

“De Wajong-uitkering voor jonggehandicapten mag geen tweede WAO worden,” zei Tweede Kamerlid Renske Leijten vandaag in de Kamer. Het kabinet zoekt manieren om er voor te zorgen dat minder jonge mensen met een handicap afhankelijk blijven van een uitkering, maar concentreert zich volgens Leijten op verkeerde methodes. “Inkomenszekerheid, scholing en begeleiding op maat, daar moet het om gaan. Nieuwe herkeuringen en de verslechtering van de voorziening leidt slechts tot frustraties, het langdurig aan de kant staan en het afglijden naar armoede.”

REA-instituten proberen jonggehandicapten te leren wat ze wél kunnen en aan vast werk te helpen. De toekomst van deze instellingen is onzeker. Leijten: “De REA-instituten worden overgeleverd aan de grillen van de markt en moeten concurreren met…, ja met wie eigenlijk? De financiering via aanbesteding werkt niet, er moet een structurele financiering komen. De Wajong-regeling moet een blijvend vangnet zijn voor jonggehandicapten. Als deze mensen een periode gewerkt hebben, mogen ze niet gestraft worden doordat ze het recht op een Wajong uitkering verliezen. De zekerheid die een vangnet geeft maakt deelname aan de arbeidsmarkt juist een aantrekkelijke optie.”

Begeleiding en bemiddeling op maat tussen werkgevers en jonggehandicapten blijkt in de praktijk succesvol te zijn. Daar moet dus meer in geïnvesteerd worden. Leijten: “Het UWV helpt geen mensen maar maakt dossiers, het is eerder een obstakel voor jonggehandicapten om aan het werk te gaan dan een helpende hand.”

Niet alleen het imagoprobleem van jonggehandicapten moet worden aangepakt via ambassadeurs en een campagne. De overheid moet ook zelf het goede voorbeeld geven. Leijten: “De overheid moet zichzelf tot doel stellen om binnen 10 jaar één procent van haar personeelsbestand uit jonggehandicapten te laten bestaan. Dat komt neer op 38.000 jongeren. Geef als overheid het goede voorbeeld: neem deze mensen aan! Doen we dat succesvol, dan volgt het bedrijfsleven vanzelf en zijn wij de beste ambassadeurs van de jongeren met een beperking.”