nieuws

Van Bommel: Onderzoek Irak komt er vroeg of laat

Een onderzoek naar de politieke en militaire steun aan de aanval op Irak zal er vroeg of laat komen. Dit zei Harry van Bommel vanmiddag in het debat over de Nederlandse opstelling ten aanzien van deze desastreuze oorlog.

Sinds de Amerikaanse troepen in april 2003 in Irak tot de conclusie kwamen dat ze geen massavernietigingswapens konden vinden, is het debat over de aanleiding tot oorlogvoering en de politieke steun aan de oorlog van Nederland hoog opgelaaid. Vandaag was er een nieuw debat over dit onderwerp en het zal waarschijnlijk door blijven gaan tot we alles weten.

Van Bommel hield premier Balkenende voor dat ex-generaal Couzy inmiddels pleit voor een onderzoek, en dat oud-premier Van Agt ook niet langer wil dat het parlement gemuilkorfd wordt. Ook andere ambtenaren en militairen die betrokken waren bij deze oorlog zullen ooit hun versie van het verhaal naar buiten brengen.

Het is zeker de tweede keer dat de Kamer zich genoodzaakt ziet de regering te vragen te reageren op serieuze onthullingen. In de zomer van 2004 bracht NRC Handelsblad een analyse van twee pagina’s en nu opnieuw moet de regering zich in bochten wringen om de beweringen in de pers te pareren. Vandaag ging het om recente reportages van het tv-programma Reporter en het radioprogramma Argos.

Van Bommel vroeg of de regering, in afwachting van die volledige openheid, in ieder geval bereid zou zijn de stukken aan de Kamer te sturen waaruit volgens de regering door Reporter selectief geciteerd was? Dan zou de Kamer zelf kunnen oordelen. Het antwoord van het kabinet was voorspelbaar: nee.

Twee kwesties vormden de kern van het debat. Was de Amerikaanse regering al met de oorlogsvoorbereiding begonnen en had ze de beslissing tot oorlog al genomen? En was het enige punt alleen nog dat er een casus belli moest worden vastgesteld?

Dat was (in eerste instantie) het bestaan van de massavernietigingswapens. De Iraakse massavernietigingswapens waren het punt waarop de oorlogsstemming is georganiseerd. Zeker ook in Nederland. De regering hier heeft daaraan veelvuldig en consequent meegedaan. Pas na de oorlog is gewezen op de vele resoluties die in lange jaren door Irak niet werden nageleefd. Maar er zijn meer landen die vele VN-resoluties naast zich neerleggen en daar worden helemaal geen maatregelen tegen genomen, laat staan oorlog gevoerd.

Kortom, de discussie over massavernietigingswapens was de aanleiding tot oorlog. Het was het cruciale punt in het opspelen van het vijanddenken door VS en Nederland. De noodzaak tot openheid is en blijft levensgroot, betoogde Van Bommel. In navolging van oud-premier en oud-CDA-leider Van Agt riep hij de regering en de regeringspartijen op om ten halve te keren, in plaats van ten hele te dwalen.

De regering schrijft dat `uw Kamer terzake steeds volledig (is) beantwoord´. Maar deze beantwoording roept weer nieuwe vragen op, want wat bedoelt de regering dan met 'volledig beantwoord'? Er wordt in de beantwoording namelijk niets gezegd over zaken waar expliciet naar gevraagd is door Van Bommel: de Walrus-operatie in de Arabische Zee die Iran bespioneerde, de F16´s vanuit Kirgizië boven Irak, de commando´s op het Koerdische vliegveld samen met de Denen. Gaat hier om geheime missies, die vallen onder een geheim beleid zoals dat door minister De Grave in augustus 2000 is beschreven? De vraag blijft boven de markt hangen: zijn er militairen ingezet in Irak (in de periode 2002 – ‘03)? Zo ja, wie en wanneer?

Van Bommel vroeg zich af waarom de regering, indien het radioprogramma Argos inderdaad valse informatie zou verstrekken, de redactie dan niet voor de rechter sleept. Als de vice-premier zelfs naar de rechter gaat omdat foto’s van familieleden in de pers verschijnen, waarom laat de regering dan deze vermeende lasterlijke informatie over zijn kant gaan?

Het is tijd voor openheid over Irak. Nu.