Kamer op informatierantsoen in kwestie rond vermeende mishandelingen Irak
De antwoorden van de regering op 81 Kamervragen over de vermeende mishandeling van gevangenen in Irak bieden weinig verheldering, is de conclusie van SP-Kamerlid Harry van Bommel. “Dat de Nederlandse inlichtingendiensten omstreden verhoormethoden gebruiken is wel duidelijk, maar de commissie Van den Berg zal duidelijk moeten maken of de Conventies van Genève zijn geschonden.” Van Bommel vindt dat hij en zijn collega’s onnodig door minister Kamp op “informatierantsoen” zijn gezet.
Zeker acht van de vijftien gevangenen die in oktober 2003 hard zijn ondervraagd bleken voor de Nederlandse troepen als informant of spion te werken. De overige zeven waren ‘echte’ gevangenen. De regering zegt dat er met hen is “gesproken”, waarbij gebruik is gemaakt van geblindeerde skibrillen en harde muziek en met water is gegooid. Ook de acht informanten of spionnen werden aan deze behandeling onderworpen om hen niet te verraden bij de echte gevangenen. Eén van de vijftien heeft zich formeel beklaagd bij de Nederlandse autoriteiten. De eerste ‘gesprekken’ met de gevangenen zijn gevoerd door een team van SFIR (de stabilisatiemacht in Irak) en vervolgens zijn de gevangenen ondervraagd door een Contra Inlichtingen en Veiligheidsteam van de MIVD.
Aanleiding tot de Kamervragen die nu beantwoordt zijn waren berichten over mishandeling van gevangenen door Nederlandse inlichtingenofficieren in Irak in oktober 2003. De regering besloot een onderzoekscommissie onder leiding van oud-Kamerlid Van den Berg in te stellen. De Kamer leverde een lijst van 81 vragen in. Een deel van de vragen is nu beantwoord, de overige antwoorden en een oordeel hoe de ondervragingen zich verhielden tot de Conventies van Genève moeten van de commissie Van den Berg komen. Dat rapport laat nog even op zich wachten. “Alleen door precies door te vragen weten we nu wat meer,” zegt Van Bommel. “Minister Kamp had echter al heel veel direct kunnen melden op vrijdag 18 november, toen de Volkskrant met haar verhaal naar buiten kwam. Door openheid te geven haal je veel onduidelijkheid uit de lucht en daar is iedereen bij gebaat.”
