nieuws

Rechten huishoudelijk personeel staan op het spel

Terwijl huishoudelijk personeel juist meer wettelijke bescherming nodig heeft, bouwt het kabinet hun rechten verder af. Volgende week wordt gestemd over een amendement van SP en PvdA dat een verdere verslechtering moet voorkomen. SP-Kamerlid Ewout Irrgang wil niet dat een nieuwe werkende onderklasse ontstaat.

Begin volgend jaar wil dit kabinet de regeling ‘dienstverlening aan huis’ invoeren. Deze maakt het mogelijk dat werknemers drie dagen per week in en om het huis werkzaamheden kunnen verrichten zonder een dienstbetrekking. De regeling heeft tot gevolg dat er een groep werknemers ontstaat van dienstverleners die voor een groot deel afhankelijk zijn van een baan, die geen van de rechten geeft waar andere werknemers wel recht op hebben.

De bedoeling was dat deze regeling nog uitvoerig zou worden besproken in de commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, na het uitkomen van een adviesrapport van de Raad voor Werk en Inkomen per eind november. Blijkbaar had de regering haast om het nog voor de verkiezingen er door te jagen en is de regeling maar alvast in het belastingplan voor volgend jaar gestopt.

Het CNV heeft grote kritiek op de voorgestelde regeling. In een rapport dat zij recentelijk uitbrachten benadrukten zij de kwetsbaarheid van werknemers in de persoonlijke dienstverlening. Het CNV roept de regering daarom eveneens op dit onderdeel in het belastingplan te schrappen.

Naast het verlengen van het aantal dagen dat huishoudelijk personeel kan werken zonder de gangbare rechten waar andere werknemers wel recht op hebben, vindt er in de regeling ook een verbreding plaats naar andersoortig werk. Het gaat dan om allerlei werk dat in en om het huis kan worden gedaan, dus niet alleen schoonmaakwerk, maar ook tuinieren, klussen in huis, het uitlaten van de hond, etc. Het kabinet spreekt van een ‘niet-limitatieve opsomming’. Dit roept de vraag op in hoeverre er verdringing gaat plaatsvinden van beroepen waar wel sprake is van een dienstbetrekking, zoals tuiniers en timmermannen.

De regeling is overigens niet bedoeld om zwartwerken tegen te gaan. Weliswaar hoeft de werkgever geen sociale premies meer af te dragen, wel moet er nog steeds belasting worden betaald. Het verschil is alleen dat die nu moet worden afgedragen door de werknemer in plaats van de werkgever. Dat pleit de werkgever vrij indien er toch nog wordt zwartgewerkt.

Irrgang: “Eigenlijk is het gek om van een regeling te spreken, omdat de regeling inhoudt dat er voor werknemers in de dienstverlening aan huis juist helemaal niets wordt geregeld. Geen bescherming tegen ontslag, geen recht op WW indien men ontslagen wordt, geen uitbetaling bij ziekte of arbeidsongeschiktheid, geen minimumloon en geen arbeidsvoorwaarden die je normaal wel hebt als je een arbeidscontract hebt.De SP wil niet dat er op deze manier een nieuwe werkende onderklasse ontstaat die verstoken is van alle sociale rechten.”