nieuws

Raad van Europa: geen behoefte aan ‘EU-imperialisme’

Het plan van de Europese Unie om met een eigen agentschap voor mensenrechten in te breken op de kerntaken van de Raad van Europa wordt door de parlementsleden van diens 46 lidstaten resoluut naar de prullenbak verwezen. Zo'n agentschap betekent het weggooien van tientallen miljoenen euro's en het overdoen van het werk van de Raad van Europa. Die houdt zich al meer dan een halve eeuw bezig met mensenrechten, via haar parlementaire assemblee, het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en de Europese commissaris voor de mensenrechten.

SP-senator Tiny Kox, lid van de Nederlandse delegatie en woordvoerder van de linkse fractie in de parlementaire assemblee, sprak over "EU-imperialisme". Hij stelde voor de vele miljoenen die de EU wil vrijmaken voor het nieuwe agentschap, te besteden aan de verschillende onderdelen van de Raad van Europa. "Dan voorkomen we echt dubbel werk." VVD-senator Dees, leider van de Nederlandse delegatie, veegde eveneens de vloer aan met het plan. Daarbij wist hij zich gesteund door een unanieme Eerste Kamer, die eerder al een motie tegen het agentschap aannam.

Ook namens de Duitse delegatie werden harde woorden gesproken: "Duitsland betaalt 40% van de kosten van de EU en slechts 12% van de kosten van de Raad van Europa. Hoe kunnen we aan onze belastingbetalers verkopen dat we nu 30 miljoen euro stoppen in een nieuw EU-agentschap voor werk dat de Raad van Europa allang en goed doet?", aldus de afgevaardigden van SPD en CDU/CSU. Verschillende afgevaardigden wezen op de overvloed aan geld voor de Europese Unie en het uiterst schrale budget van de Raad van Europa. Kox: "Deze hele assemblee kost in totaliteit minder dan het voorgestelde agentschap alleen."

Rapporteur Marty (Zwitserland) riep alle nationale parlementen op om in navolging van landen als Nederland, Tsjechië en Groot-Brittannië zich expliciet uit te spreken over het voornemen van de Europese Unie. Uiteindelijk hebben de parlementen van de EU-lidstaten het laatste woord. Instelling van het agentschap moet bij verdrag gebeuren en dat vereist ratificatie door alle 25 lidstaten.

De parlementaire assemblee sprak afgelopen op verschillende momenten over de toekomstige relatie tussen de Raad van Europa en de Europese Unie. Dat gebeurde in aanwezigheid van de minister-presidenten van Oostenrijk (huidig voorzitter van de Europese Unie), Roemenië (huidig voorzitter van de Raad van Europa) en Luxemburg (aangesteld als bemiddelaar). Ook voorzitter Barroso van de Europese Commissie en voorzitter Elmar Brock van de commissie voor buitenlandse zaken van het Europees Parlement namen aan de debatten deel. Laatstgenoemde werd door Kox verzocht eraan bij te dragen dat het Europees Parlement zich een bondgenoot toont in het verzet tegen het EU-imperialisme en het werk van de Raad van Europa op het terrein van democratie, mensenrechten en de rechtstaat respecteert.

Rapporteur Kosachev (Rusland) kreeg unanieme steun voor zijn voorstel dat afspraken over de verhouding tussen beide Europese organisaties pas gemaakt kunnen worden als de parlementaire assemblee formeel gehoord is en haar opvattingen voldoende verwoord worden in de afspraken.