Vragen over vriendjespolitiek bij Wereldbank

Tweede-Kamerlid Ewout Irrgang is geschrokken van de berichten over vermeende vriendjespolitiek bij de Wereldbank. Hij heeft tekst en uitleg gevraagd bij ministers Zalm van Financiën en minister Van Ardenne van Ontwikkelingssamenwerking. Irrgang: “Als er inderdaad sprake is van vriendjespolitiek moet dat consequenties hebben voor de wijze waarop de instelling wordt bestuurd.”

Onlangs werd bekend dat door een anonieme klokkenluider bij het integriteitsbureau van de Wereldbank een klacht is ingediend tegen directeur Paul Wolfowitz. Hij wordt ervan beticht dat hij de bankregels bij de benoeming van adviseur Robin Cleveland zou hebben geschonden, zoals hij dat al eerder bij collega Karl Jackson zou hebben gedaan. Beide heren waren voormalige collega’s van Wolfowitz bij respectievelijk de regering Bush en de John Hopkins Universiteit .

Saillant detail is dat het hoofd van het integriteitsbureau van de Wereldbank die de klacht moet gaan onderzoeken, Suzanne Rich Folsom, eveneens op omstreden wijze op haar positie terecht is gekomen. Irrgang vindt het bepaald niet handig dat zij, ook bekend als politiek bondgenoot van Wolfowitz, met het onderzoek belast wordt. Irrgang: “Ik heb ministers Zalm en Van Ardenne gevraagd of zij er voor willen pleiten het onderzoek door een onafhankelijk en extern bureau te laten verrichten.”

De discussie biedt volgens Irrgang voldoende aanleiding om het bestuur van deze internationale financiële instelling opnieuw tegen het licht te houden. “Het is anno 2006 toch immers van het gekke dat de directeur nog steeds een Amerikaan moet zijn en ontwikkelingslanden nog steeds worden ondervertegenwoordigd?”