nieuws

Marijnissen: Militair avontuur brengt geen vrede en perspectief voor Afghanistan

Na een middag debatteren door de buitenlandwoordvoerders met de regering, werd vanavond het debat over de militaire missie naar Uruzgan afgerond door de fractievoorzitters. Jan Marijnissen verklaarde dat de SP geen verantwoordelijkheid wil nemen voor een militaire aanpak die contraproductief werkt.

Lees hier de bijdrage van Jan Marijnissen:

Internationale oorlogs- en vredesvraagstukken zijn de moeilijkste. Beslissingen kunnen grote gevolgen hebben, ten goede maar ook ten kwade. Het drama Srebrenica vond nog maar tien jaar geleden plaats en is bij ons allemaal in het geheugen gegrift. Ons land heeft in de Grondwet staan dat we de internationale rechtsorde zullen dienen en bevorderen. Dat is een groot en belangrijk goed. Mijn fractie geeft daar dan ook steun aan. Het verschil van inzicht tussen de SP-fractie en de meeste andere fracties zit ‘m echter niet in de woorden, maar in de daden.

Sprekende over de internationale rechtsorde: wat verstaan we daar precies onder? Is dat een statisch geheel van regels? Geeft die rechtsorde altijd antwoord op de moeilijke vragen die ons door de werkelijkheid worden gesteld? Het antwoord is ‘nee’.

Kijkende naar de huidige wereldorde kunnen we niet zeggen dat er sprake is van ‘recht voor allen’. Integendeel. Veel is zeer ongelijk verdeeld. De rijkdommen, de veiligheid, democratie en mensenrechten, hoop en perspectief: het is allemaal reuze oneerlijk verdeeld. Mijn partij wil daar wat aan doen. Solidariteit, internationale solidariteit is dan ook een van de morele pijlers onder onze politieke opstelling.

Geen politiek zonder moraliteit. Sterker: politiek is toegepaste moraliteit. Maar elke politicus heeft de plicht zijn morele inzet door de zeef van de Realpolitik te halen. Kortom: wat we doen moet legitiem zijn, het moet doelmatig zijn en proportioneel.

Bescheidenheid als het gaat om de pretenties, behoedzaamheid en terughoudendheid, zeker als het om geweld gaat, horen bij internationale interventies de sleutelwoorden te zijn. Zodat voorkomen wordt dat het middel uiteindelijk erger zal blijken te zijn dan de kwaal.

De publicist Paul Scheffer sprak daar ooit behartenswaardige woorden over:

“De militarisering van de menslievendheid kan de wereld veel onveiliger maken. Zo kan het doel dat men nastreeft, worden ontheiligd door de middelen die worden gebruikt.”

Ik ben het hartgrondig met die visie eens.

Afghanistan is een arm land. Het is een land met een geschiedenis van geweld, armoede, onderdrukking en bezetting. Het is ook land met een niet te benijden nabije toekomst. Het land verdient alle steun van de wereldgemeenschap en dus ook van ons.

Maar waar moet die steun uit bestaan? Wat kunnen we, en wat willen we? We kunnen heel veel, zoveel is wel duidelijk geworden de afgelopen jaren. Maar met bommen ontwikkel je niet een land, een land ontwikkelen doe je door vertrouwen te winnen en mensen op weg te helpen.

Daarom is het goed wat er een paar dagen geleden op de donorconferentie in Londen is gebeurd. De toezegging van 10 Miljard euro is een mooi begin. Afghanistan zal nog een heel lange weg moeten afleggen. Van de feodaliteit en de daarbij horende tribale verhoudingen naar de moderniteit is een te overbruggen afstand waar wij vele eeuwen voor nodig hebben gehad. Met echte steun, hulp en sympathie kunnen de Afghanen het misschien sneller.

De politieke agenda van de VS met de rest van de wereld – het best samen te vatten als de wens wereldhegemonie te verwerven – is door mijn partij altijd afgewezen. Die politiek is kortzichtig en gevaarlijk.

Kortzichtig omdat het eigen belang en het eigen belang alléén te allen tijde voorop staat, en gevaarlijk omdat de inzet van grootschalig geweld voor het behalen van de gestelde doelen niet wordt geschuwd, ook niet wanneer daar veel onschuldige mensen het leven bij laten.

Oorlog is barbarij, ook als Al Qaida of de geciviliseerde Amerikanen het wapen ter hand nemen: New York, Guantanamo Bay, Abu Graib om maar slechts illustratieve plekken te noemen.

Mijn fractie heeft vanaf het allereerste moment de aanpak van de Amerikanen in Afghanistan afgewezen. Zo niet de Nederlandse regering en de meerderheid van de volksvertegenwoordiging. Zij hebben de inzet van de VS altijd politiek gesteund, en indien de omstandigheden dat toelieten, ook militair. Daar ligt de belangrijkste splijtzwam tussen de coalitie en de meerderheid van de Kamer enerzijds, en de SP anderzijds wanneer we spreken over de internationale rechtsorde.

Mijn fractie stemt niet in met het plan weer militairen naar Afghanistan te sturen. We wijzen de strategie en tactiek die daar wordt toegepast af. Het geweld dat wordt toegepast is niet proportioneel, maar – en nog belangrijker – het geweld werkt contraproductief.

Op veel plekken in het land – en vooral in Uruzgan – is geen onderscheid te maken tussen Talibanstrijders en hen uit de bevolking die hen steunen en heimelijk onderdak verschaffen.

Dat leidt tot de militaire aanpak waarvan we voorbeelden hebben gezien op alle tv-zenders. De SP wil en zal daar geen verantwoordelijkheid voor nemen.

Het was niet doorslaggevend voor de beslissing van mijn fractie, maar in dit debat mag niet onvermeld blijven dat twee van de drie Nederlanders onze analyse delen. Zij zijn ook tegen. De meest genoemde argumenten? Het gaat hier niet om een vredesmissie, maar om oorlogsvoering en het is vooral steun aan de Amerikanen.

De SP dient een motie in die mede is ondertekend door GroenLinks en D66:

De Kamer, gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat het onderscheid tussen de Operatie Enduring Freedom en de ISAF-missie in de provincie Uruzgan van Afghanistan onduidelijk is en dat niet te garanderen is dat de missies niet door elkaar zullen lopen;

overwegende, dat de kansen voor de opbouw of de wederopbouw van de provincie Uruzgan door de Nederlandse krijgsmacht als gering moeten worden beschouwd;

is van mening dat de uitzending van Nederlandse soldaten naar Afghanistan niet moet doorgaan.

* * * Update * * *

Zoals verwacht is de motie niet aangenomen. Met de indieners stemde slechts één PvdA-Kamerlid tegen het ongewisse militaire avontuur.