Marijnissen: ‘Links alternatief moet komend jaar concreter worden’
Jan Marijnissen vindt dat PvdA-leider Wouter Bos – als kandidaatpremier en leider van de grootste oppositiefractie – het initiatief moet nemen om met de drie linkse partijen te komen tot 25 concrete voorstellen voor een echt ander beleid. Dit zou ook helpen bij het weerleggen van vooroordelen die sommige mensen hebben ten opzichte van links beleid. Dit zei de SP-leider vanmiddag in het tv-programma Buitenhof.
Vorig jaar rond deze tijd bepleitte Marijnissen nadrukkelijk dat betere linkse samenwerking noodzakelijk is om van het idee van een nieuwe coalitie een wenkend perspectief te maken. “Er wordt inmiddels redelijk goed samengewerkt,” concludeerde Marijnissen vandaag. “Vertegenwoordigers van de PvdA, GroenLinks en SP overleggen regelmatig over betere samenwerking tussen de partijen en het ontwikkelen van een echt alternatief voor het huidige beleid. Dit gebeurt onder meer via het platform Een Ander Nederland. Maar er zijn grote aarzelingen bij Bos, waardoor het nog wat onbestendig is.”
“De manier waar Bos nu positie kiest vind ik wat overmoedig. Het is niet goed voor de geloofwaardigheid van de PvdA om links af te houden en te lonken naar het CDA. Met die huidige regeringspartij zal het immers veel moeilijker zijn om echt ander beleid te maken dan de laatste jaren is gevoerd." En dat Nederland toe is aan ander beleid is volgens Marijnissen wel duidelijk. “Gevraagd naar de meest gewenste coalitie is die van PvdA-SP-GroenLinks veruit de populairst, blijkt uit de peilingen. En uit die peilingen blijkt al lange tijd eveneens dat de huidige coalitie een historisch lage score heeft op het punt 'vertrouwen'.”
Dat Bos en Halsema de afgelopen maand enkele verwijten maakten aan het adres van de SP, moet niet te veel de aandacht afleiden, stelde hij. Marijnissen wil niet te lang stil staan bij de verschillen. “Het jaar 2006 zou juist het jaar moeten worden waarin het progressieve alternatief duidelijk gestalte krijgt. Door 25 concrete voorstellen te ontwikkelen, kunnen we ook de vooroordelen wegnemen die nog altijd bestaan over 'links'. Bijvoorbeeld dat we ‘big spenders’ zouden zijn. Dat vooroordeel is niet alleen historisch onjuist, maar ook als je kijkt naar de alternatieve begrotingen en plannen van de drie partijen. Als je niet elke meevaller besteedt aan het aflossen van de staatsschuld, maar prioriteit geeft aan armoedebestrijding en de verpleeghuizen, ben je toch niet meteen een big spender?”
Het initiatief om te komen tot 25 concrete plannen hoort volgens Marijnissen niet van hemzelf of Halsema te komen, maar van Bos. “Hij is de grootste en wil premier worden. Het wordt tijd dat hij vertelt welke kant hij op wil.”
