nieuws

CDA en VVD blokkeren motie alarmerende arbeidsdiscriminatie migranten

De Senaatsfracties van CDA en VVD hebben geweigerd steun te geven aan een oproep vanuit de Eerste Kamer aan het kabinet om meer te doen tegen de alarmerende arbeidsdiscriminatie van migranten. De motie was tijdens de algemene beschouwingen ingediend door PvdA, SP, GroenLinks en D66.

In een stemverklaring betichtte SP-fractievoorzitter Kox het kabinet van ‘Hollandse redeneerkunst’: ‘De minister-president zegt dat hij het eens is met de geest van de motie, maar nog besprekingen gaat voeren met werkgevers en werknemers over dit onderwerp en dat daarom de motie voorbarig is en dus door hem ontraden wordt. Dat soort redeneringen begrijp ik niet. Uit alles blijkt dat er sprake is van een alarmerende problematiek. Dan is het juist goed dat deze Kamer daar de aandacht op vestigt en het kabinet een opdracht geeft er echt iets aan te doen.’

Kox verwierp ook de redeneringen van CDA en VVD om geen steun aan de oproep te geven: ‘Het CDA zegt dat de oproep te specifiek is omdat er ook andere mensen gediscrimineerd worden op de arbeidsmarkt. Dat is ongetwijfeld zo. Maar ik denk dat jongeren, ouderen en gehandicapten geen enkel probleem hebben met het aannemen van deze motie. Als we alles alleen algemeen mogen zeggen, kunnen we nooit meer een specifieke uitspraak doen. De VVD zegt dat het werkgevers en werknemers zijn die moeten zorgen voor maatregelen. Maar deze Kamer kan aan hen geen opdrachten geven, wél aan het kabinet. Dat is precies wat deze motie doet.’ Zijn oproep aan beide regeringsfracties fracties om toch voor te stemmen en zo een kamerbreed geluid te laten horen in de richting van het kabinet bleek aan dovemansoren gericht. De motie werd met de kleinst mogelijke meerderheid verworpen.

Toch toonde de regeringscoalitie een scheurtje. Regeringspartij D66 koos dit keer de kant van de oppositie. Fractievoorzitter Schuyer ondersteunde de stelling van de SP dat er sprake was van een ‘alarmerende situatie’. De oproep had volgens hem vooral een symbolisch karakter maar dat was, gezien de ernst van de zaak, alleszins te rechtvaardigen, aldus Schuyer.