nieuws

Archeologische markt wetenschappelijk onverantwoord

De markt voor archeologisch onderzoek leidt niet tot wetenschappelijk verantwoorde opgravingen. Dit blijkt uit een onderzoek dat staatssecretaris Van der Laan op verzoek van SP-senator Ronald van Raak heeft laten uitvoeren. Door de groei van het aantal bouwprojecten is in Nederland ook de behoefte aan archeologische opgravingen gegroeid. In die vraag voorziet een groot aantal opgravingsbedrijven. De omzet van deze archeologische markt steeg van 30 miljoen euro in 1995 naar 200 miljoen euro in 2003.

Het onderzoek werd uitgevoerd door de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB). Deze rijksdienst noemt het “niet vreemd” dat Van Raak aandacht vraagt voor de kwaliteit van het archeologisch onderzoek. De ROB beoordeelde de zogenaamde Programma’s van Eisen (PvE’s), die belangrijk zijn voor een wetenschappelijk verantwoorde opgraving. De dienst concludeert dat ruim de helft van de PvE’s van onvoldoende kwaliteit is en dat die slechte programma’s zijn terug te voeren op een specifiek aantal bedrijven: “In wezen is op dit moment de kwaliteit van de PvE’s onvoldoende om een gedegen bijdrage te leveren aan het borgen van de kwaliteit van het archeologisch onderzoek,” aldus het rapport “Mag het ietsje meer zijn?”. De ROB noemt de marktwerking een belangrijke reden dat het onderzoek onder de maat blijft.

Van Raak is blij met het onderzoek: “Dit bevestigt mijn vermoeden dat door de concurrentie, die het gevolg is van marktwerking, bezuinigd wordt op de kwaliteit van het onderzoek. Het rapport van de ROB wijst ook uit dat de goede opgravingsbedrijven lijden onder de slechte. Bedrijven die een hart hebben voor de archeologie dreigen te worden weggeconcurreerd door gravers die het minder nauw nemen met de wetenschappelijke kwaliteit.” De staatssecretaris onderkende in een reactie de problemen op de archeologiemarkt, maar lijkt niet bereid om extra maatregelen te nemen. Zij vertrouwt vooral op zelfregulering. Van Raak heeft hier minder vertrouwen in: “De huidige archeologiemarkt laat zien dat zelfregulering niet werkt.”

Binnenkort spreekt de Tweede Kamer over een nieuwe Monumentenwet, waarin de marktwerking in de archeologie officieel wordt vastgelegd. Hierin wordt ook het door Nederland ondertekende Verdrag van Malta geïmplementeerd, waarin is opgenomen dat overheden verantwoordelijk zijn voor procedures die de wetenschappelijke kwaliteit van archeologisch onderzoek waarborgen. Van Raak: “Nu al blijkt dat de procedures onvoldoende zijn. Als de Monumentenwet zoals de staatssecretaris die nu voorstelt niet wordt aangepast, zal Nederland niet aan het Verdrag van Malta voldoen en door de internationale archeologische wereld op de vingers worden getikt.” De SP stelt voor om de PvE’s te laten beoordelen door een onafhankelijk wetenschappelijk instituut, bijvoorbeeld de ROB.

Betrokken SP'ers