Walvisindustrie in startblokken voor opheffing jachtverbod

De walvisindustrie blijkt zich voor te bereiden om dit jaar grootschalig te gaan jagen. “Dat hebben we te danken aan de slappe knieën van Nederland,” aldus Tweede-Kamerlid Krista van Velzen van de SP.

“Terwijl de Nederlandse regering onderhandelt over een gefaseerde ophef van het jachtverbod, smeden de Japanners nu al plannen voor een onmiddellijke verdubbeling van hun vangsten. En in Zuid-Korea staat men op het punt te beginnen met een bouw van een walvisvleesfabriek. De regering laat zich een loer draaien.”

De Internationale Walvis Commissie vergadert aanstaande juni in Ulsan, Zuid-Korea, over ophef van het verbod op de walvisvaart. Landen als Japan en Noorwegen lappen dit verbod al jarenlang aan hun laars en jagen gewoon op de walvis, zogenaamd voor wetenschappelijk onderzoek. Het plan is om het verbod op te heffen, in ruil voor meer toezicht en controle op de walvisjacht. Nederland neemt een leidende rol in de onderhandelingen hierover.

Maar juist in de stad waar de Walvis Commissie gaat vergaderen, blijkt Zuid-Korea van plan om een verwerkingsfabriek voor walvis- en dolfijnenvlees te bouwen. Van Velzen merkt cynisch op: “Ik zie het al voor me. Dan zet onze minister eerst zijn handtekening onder een zwaar dubieus akkoord en vervolgens loopt hij naar buiten voor een verse walvis-sushi…”

Vandaag liet Japan weten dat zij de vangst van dwergvinvissen wil verdubbelen dit jaar en bovendien de vangst wil openen op andere soorten walvissen. Van Velzen: “Nederland laat zich een loer draaien. De regering denkt afspraken te kunnen doen met walvisvarende landen die keer op keer alle afspraken aan hun laars lappen. De Japanners zeggen alleen walvissen te jagen voor wetenschappelijke doeleinden, maar het walvisvlees blijkt gewoon in de supermarkt te liggen. Bovendien blijkt uit DNA-analyse dat het daarbij ook om zwaar bedreigde walvissoorten gaat.”