nieuws

SP-fractie tegen verlenging van mandaat Nederlandse troepen in Irak

In een vijf uur durend debat heeft de Tweede Kamer vandaag beslist dat de troepen in Irak voor zes maanden zullen blijven. De SP-fractie heeft zich daartegen gekeerd. Harry van Bommel: “Omdat de overwinnaars van de oorlog nu de feitelijke bezetters zijn, en zij in hoge mate bepalen hoe de Irakezen hun weg naar de toekomst moeten kiezen, is mijn fractie somber over de kans van slagen van het proces in Irak.”

Ging het eerst om de opsporing van massavernietigingswapens en later om het verdrijven van Saddam Hoessein, de situatie draait nu uit op een regelrechte bezetting van het land door de Amerikanen en de Britten. Zo’n dertig andere landen, waaronder Nederland, verrichten daarbij hand en spandiensten. De regering spreekt niet over bezetting en de term ‘bezetters’ wordt tussen aanhalingstekens geplaatst. Toch lijkt een flink deel van de bevolking van Irak, de buitenlandse troepenmacht wel zo te zien.

De regering erkent dat de privatiseringspolitiek van Bremer in strijd is met het internationaal recht. De regering stelt dat de VS zich wel bewust zal zijn van de verplichtingen van het internationaal recht. Dat haalt je de koekkoek? Wat gaat de Nederlandse regering doen om de Amerikanen aan dit deel van het internationaal recht te herinneren en vervolgens er op te wijzen deze maatregelen ongedaan te maken?

Hieronder volgt de tekst van Harry van Bommel:

Het gaat niet goed in Irak. Ging het eerst om de opsporing van massavernietigingswapens en later om het verdrijven van Saddam Hoessein, de situatie draait nu uit op een regelrechte bezetting van het land door de Amerikanen en de Britten, waarbij zo’n dertig andere landen, waaronder Nederland, hand en spandiensten verrichten. In de brief van de regering komt het woord bezetting echter niet voor en wordt de term ‘bezetters’ tussen aanhalingstekens geplaatst. Toch lijkt een flink deel van de bevolking van Irak, de buitenlandse troepenmacht wel zo te zien.?

Wat is de visie van de regering op de status van de internationale troepenmacht? Ik doel daarbij niet op de formele status, want resolutie 1511 is daarover duidelijk. Die zegt: alleen de Amerikanen en de Britten zijn bezetter. Nee, het gaat mij om de verschillende bevolkingsgroepen en dan met name de Soennieten en de Sji’ieten.

De problemen in Irak worden het meest duidelijk in de afnemende veiligheid. De minister sprak deze week over honderden aanvallen per week op coalitietroepen. De veiligheidssituatie verslechtert en het gaat niet meer om incidenten. De SP komt daarmee tot de conclusie dat de Amerikaanse president zich heeft vergist toen hij op 1 mei zei dat de oorlog was afgelopen. Die oorlog duurt voort en is slechts in een andere fase gekomen, te weten de fase van guerrilla en contraguerrilla. De inzet van Israëlische adviseurs die speciale eenheden trainen en moordcommando’s opleiden is niets verhullend. De feitelijke bezetting en het inzetten van moordcommando’s maken dat het conflict in Irak Palestiniseert. En net als in de bezette Palestijnse gebieden is het naief te verwachten dat het verzet tegen die bezetting door de inzet van geweld gestopt zal worden.

De in Irak gevoerde politiek heeft grote gevolgen voor de veiligheid en voor de toekomst van het land. In de brief van de regering wordt een tijdpad naar verkiezingen en machtsoverdracht geschetst. Dat tijdpad is versneld ten opzichte van eerdere plannen en dat heeft naar mijn oordeel meer te maken met de verslechterende situatie dan met vertrouwen in de nieuwe structuren in Irak. Wat is de invloed van de Nederlandse regering op de besluitvorming op dit terrein. In de brief zegt de regering dat het van belang is dat troepenleverende landen “voldoende betrokken zijn bij de algemene politiek-militaire beleidsbepaling.” Tweewekelijks wordt er in Washington coalitieoverleg gevoerd over de politieke en economische ontwikkelingen in Irak. Welke inbreng heeft Nederland in dat overleg?

De regering maakt zich terecht grote zorgen over de veiligheid in Irak. Naar aanleiding van de brief is er een groot aantal vragen gesteld, maar sommige vragen die direct raken aan de het verzet tegen de bezetting blijven onbeantwoord. Zo weigert de regering nadere informatie te geven over het toenemende aantal berichten dat anti-coalitie-elementen, bedoeld wordt het verzet, inlichtingen vergaren, plannen beramen en ronselen onder de bevolking. Waarom weigert de regering daar meer over te zeggen? Het gaat hier immers niet alleen om de veiligheid van de militairen maar ook over de politieke en militaire haalbaarheid van de missie.

De Nederlandse militairen zijn voor een deel van het werk afhankelijk van inlichtingen van anderen. Heeft de regering de indruk dat daarbij alle relevante informatie beschikbaar wordt gesteld? Heeft de regering bijvoorbeeld de beschikking gekregen over het CIA-rapport dat is uitgelekt? In dat rapport staan belangwekkende details met betrekking tot de verplaatsing en verruiming van het gebied waar het verzet actief is. Ik kan mij niet voorstellen dat de regering daar geen belangstelling voor heeft.

En hoe moet het sturen van 70 commando’s en een extra Chinook helicopter worden opgevat? De regering meldt in de antwoorden (op vragen 17, 20 en 21) dat de extra verkenningscapaciteit “tijdelijk wordt ingezet”? Wat gaan die commando’s precies doen? Tot wanneer en en op welke criteria wordt beoordeeld of verlenging of beëindiging nodig is?

Irak moet “zo snel mogelijk”maar “niet overhaast”aan Irakezen worden overgedaan, schrijft de regering. Welke andere criteria, zijn er naast stabiele nieuwe politiediensten, zoals althans blijkt uit het antwoord op vragen 34, 90 en 93?

Er moeten vraagtekens worden geplaatst bij de wijze waarop de Amerikanen en de Britten het lokale en provinciale bestuur willen inrichten. Is de regering bijvoorbeeld tevreden over het ‘democratische’ gehalte van de volksvertegenwoordiging in Al-Muthanna die een “zekere populariteit” zou genieten? Valt deze zekere populariteit in verband te brengen met de volksbewegingen onder shi’ieten die wellicht bij de CPA niet over een zekere populariteit beschikken? En hoe zit het met het draagvlak van diverse stadsraden en gemeentebesturen die de regering onder meer als ‘technocratisch’ en een enkele keer als ‘zelfbenoemd’ kwalificeert. Het wekt dan ook verbazing dat het model van de provincie Al Muthanna als landelijk voorbeeld gaat dienen.

Heeft deze beperkte populariteit van de besturen wellicht te maken met het feit dat zij volkomen afhankelijk zijn van de stabilisatiemacht en door sommigen worden gezien als marionetten? Deelt de regering de opvatting dat de VN veel meer betrokken zou moeten raken bij de inrichting van het bestuur en dat dit mogelijk het draagvlak onder de bevolking zou kunnen vergroten? Dat geldt overigens niet alleen voor het lokale en provinciale bestuur, maar ook voor het landelijke bestuur. De veiligheid is in Irak een groot probleem. Maar als het ingestelde bestuur niet op draagvlak kan rekenen, dan loopt het hele proces onherroepelijk vast. Dat is de les die de VN heeft getrokken in Afghanistan. Die geschiedenis lijkt zich hier te herhalen.

De regering stelt dat het mobiliseren van een omvangrijke VN-troepenmacht momenteel geen realistische optie is? (blz 17 onderaan, antwoord op 50) Maar heeft dat niet alles te maken met het feit dat de Amerikanen en Britten de macht in Irak niet willen internationaliseren. Zij vragen wel militaire betrokkenheid van tientallen landen maar als het op politieke en economische besluiten aankomt, dan hebben deze landen weinig tot niets te vertellen. Waarom bepleit de regering bij de Autoriteit niet een veel grotere rol voor de VN?

Met de houding van de regering wordt de indruk gewekt dat Nederland zich neerlegt bij de feitelijke bijrol van de VN en die van onderaannemer voor troepenleverende landen bij de Amerikaans Britse plannen voor Irak. Daarmee wordt Nederland medeverantwoordelijk voor een politiek proces in Irak waar ze geen invloed op kan uitoefenen.

Genoemd is ook de NAVO. Wat zijn de discussies of beter de plannen die in de NAVO leven om het huidige aandeel ter ondersteuning van de Polen van de taken, verantwoordelijkheden en werkzaamheden te vergroten. Wat is de termijn? Hoe staat Nederland tegenover een grotere inbreng van de NAVO in Irak?

De Amerikaanse troepen zullen na 1 juli 2004 blijven. Valt het uit te sluiten dat de troepen onder NAVO of wellicht VN leiding zullen vallen? Indien neen, wat is het meest waarschijnlijke scenario? Wanneer voorziet de regering überhaupt het vertrek van de Amerikanen en Britten?

Dan over de duur van de verlenging. Die is “in beginsel zes maanden”. De regering houdt er ernstig rekening mee dat een gewijzigd VN-mandaat (resoluties 1483 en 1511) een nieuwe opdracht voor Nederlandse militairen met zich mee zou kunnen brengen. Dat heeft alles te maken met de internationale ondersteuning van een nieuw Irakees overgangsregering. De regering zal dat tegen die tijd onderzoeken. Wat precies zal daarbij van belang zijn? Wanneer wordt daarmee begonnen? Paragraaf 15 van resolutie 1511 biedt de mogelijkheid om te besluiten de vredesmacht te continueren? Wat ziet de regering als omstandigheden waaronder dat zal gebeuren?

Wat houdt precies het terugtrekken uit steden en dorpen uit Al Muthanna in vanaf 2004, zoals de minister deze week zei. Waar gaan de militairen dan feitelijk heen? Heeft deze terugtrekking iets te maken met de komst van Japanners of staat dat er los van? Op welke wijze worden Japanse militairen ingepast in besluitvorming en vooral (inhoudelijke) communicatie met Nederlandse militairen in Al Muthanna?

Over de privatisering. De regering erkent dat de privatiseringspolitiek van Bremer in strijd is met het Haags Landoorlogsreglement van 1907 en de vierde Geneefse Conventie van 1949. En stelt vervolgens (blz 23 bovenaan van de antwoorden) “De Nederlandse regering gaat er vanuit dat de VS zich bewust is van deze verplichtingen”. Vz, dat haalt je de koekkoek? Wat gaat de Nederlandse regering doen om de Amerikanen aan dit deel van het internationaal recht te herinneren en vervolgens er op te wijzen deze maatregelen ongedaan te maken? Wat is de juridische relevantie van het feit dat de SG van de VN heeft gesproken over noodzaak tot veranderingen van de Irakese economie?

Dit debat gaat veel te veel over de veiligheid in Irak en te weinig over de politiek. In de optiek van de SP is de veiligheid voor een belangrijk deel een afgeleide van het politieke proces. Omdat de overwinnaars van de oorlog nu de feitelijke bezetters zijn, en zij in hoge mate bepalen hoe de Irakezen hun weg naar de toekomst moeten kiezen, is mijn fractie somber over de kans van slagen van het proces in Irak.