nieuws

Debat Defensiebegroting: snoei, maar doe het sociaal

Krista van Velzen heeft namens de SP in het begrotingsdebat met minister Kamp van Defensie gepleit voor een sociaal personeelsbeleid. “Dat er flink bezuinigd wordt op Defensie, kan ik van harte toejuichen, maar de minister moet wel een sociale werkgever blijven.”

Bijdrage Krista van Velzen:

De krijgsmacht staat opnieuw voor grote veranderingen. De regering legt de nadruk op de bezuinigingen en het ontslag van personeel in de komende vier jaar, maar de plannen om nieuwe supermoderne wapensystemen aan te schaffen in dezelfde komende vier jaar zijn zeker zo opvallend. En in feite in militair-politiek opzicht belangrijker. De SP-fractie vindt de plannen om van de Nederlandse krijgsmacht een interventieleger ‘in de hogere delen van het geweldsspectrum’ te maken zeer verontrustend en bovendien onnodig. De keuze om daarvoor tomahawk kruisraketten aan te schaffen, een zogeheten first strike-wapen, is voor mijn fractie onacceptabel. Steunde Nederland in maart de oorlog in Irak alleen nog politiek, uit de verschillende brieven blijkt toch ook dat de Nederlandse regering actieve deelname aan preëmtieve, preventieve oorlogen zeker niet uitsluit. Op deze thema’s zal de SP-fractie morgen dieper ingaan. Nu wil ik mij richten op enkele brandende kwesties van personeelsbeleid en materieelaanschaf.

Ambitieniveau en personeelsbeleid

Zoals bekend is de SP voorstander van het verkleinen van de Nederlandse krijgsmacht. In ons visie zou de Nederlandse krijgsmacht zich met een kleiner budget vooral op conflictpreventie en humanitaire hulpverlening moeten richten en logistieke taken uit moeten voeren. Hoewel voorstander van een drastische beperking van het defensiebudget zijn wij er niet voor om het personeel daar het slachtoffer van te maken. Defensie heeft zich altijd als goed werkgever voor willen doen en stelt nu nog steeds de motivatie onder het personeel te willen bevorderen. Het personeel heeft er na de zoveelste ronde van reorganisaties genoeg van, is me uit tal van gesprekken wel duidelijk geworden. Als het nu eens de laatste reorganisatie zou zijn, is de terecht wantrouwende verzuchting, dan is er mee te leven. Vele militairen zijn van mening dat het ambitieniveau alleen nog waargemaakt kan worden dankzij de enorme loyaliteit van de werknemers, die keer op keer instemmen met een hogere uitzendfrequentie dan afgesproken. De vraag blijft hangen of de huidige interventieplannen uitvoerbaar zijn met het personeel dat de regering wil overhouden aan het eind van deze reorganisatieperiode? Is met andere woorden het ambitieniveau wel praktisch uitvoerbaar met de huidige spullen en met de huidige hoeveelheid personeel? En als blijkt dat dit niet mogelijk is, is de minister dan bereid het ambitieniveau verder te verlagen? Het personeel is overduidelijk bereid opnieuw mee te werken, als er nu maar eens duidelijke keuzes gemaakt worden, keuzes die het personeel kan waarmaken. Een interventieleger is het doel van de regering. Dit interventieleger is in die logica te groot voor het aantal militairen dat de taken moet uitvoeren, volgens het ‘een-periode-op-drie-schema”. Waarom alle krijgsmachtonderdelen laten meedelen in het interventionisme ten koste van het personeel? Vele militairen die ik sprak zouden er begrip voor hebben als de kaasschaaf opzij werd gelegd en er harde keuzes werden gemaakt. Zelfs als dit het afbouwen van een van de staven zou betekenen. In de Prinsjesdagbrief, op blz 49 onderaan, wordt gesproken over nadere taakspecialisatie en taakverdeling in verband van internationale samenwerking. Is dit niet het geschikte moment serieus aan de slag te gaan met die specialisatie? De keuze voor de marine gezien haar relatief kleinere bijdrage aan vredesmissies ligt voor de hand.

De SP fractie is overigens wel blij met pogingen de zware toporganisatie af te slanken. Hoewel daar ook de nodige vragen over te stellen zijn. Ook het blijven streven naar het verhogen van het percentage vrouwen binnen de krijgsmacht ervaren wij als positief. Wel vergt dit uitleg op de werkvloer. Het idee waart namelijk rond dat zelfs als er geen sprake is van gelijke geschiktheid de vrouw een streepje voor heeft bij de keuze wie te ontslaan. Dat zou een volstrekt onacceptabel genderbeleid zijn, maar zo zal de minister het toch hopelijk niet bedoeld hebben?

Investeringsquotum

Deze ervaringen van het personeel worden door verschillende cijfers ondersteund. “Kan de regering garanderen dat er voldoende personeel beschikbaar is voor het bemensen van het materieel dat met de extra investeringen zal worden aangeschaft?” Zo kan de logische vrag luiden. Want de regering stelt dat het investeringsquotum te laag is (nl 18,5%) en in de komende periode op 20% moet worden gebracht. Maar uit mij toegezonden cijfers blijkt dat dat gemiddelde al op 20% ligt. De SP-fractie sluit zich dan ook aan bij de vraag waarop het investeringspercentage van 18,5% is gebaseerd? Wat is hier aan de hand? Hebben we te maken met rekenfouten? Of gaat het hier om een kras voorbeeld van de beroemde, aan de voormalige Britse premier Disraeli toegeschreven slagzin "There are three types of lies: lies, damned lies and statistics”? (Er zijn drie soorten leugens; leugens, grove leugens en statistieken). Maar er van uitgaande dat onze cijfers wel goed op een rijtje staan, lijkt me dat hier een som geld klaar ligt om te besteden aan het sociaal beleidskader. Spreiding van gedwongen ontslagen met een piek na tweede helft van 2004, betere begeleiding en omscholing, voorkomen van snel ontslag voor mensen die van een missie terugkeren, enz.

Ontslagen en vervangend werk

In december 2002 heb ik een motie ingediend, die in de Kamer is aangenomen, waarin aan de regering verzocht wordt, en ik citeer “op materiële en financiële wijze bij te dragen aan de opzet van een aantrekkelijke omscholings- en doorstroomregeling voor krijgsmachtpersoneel naar de publieke sectoren onderwijs, gezondheidszorg en politie”. Deze motie werd daarmee een politieke ondersteuning van het Sociaal Beleidskader waarin in dergelijke programma’s ook wordt voorzien. Het sociaal beleidskader stelt, dat de minister van Defensie de overige departementen een volledig beeld van zijn overtollig personeel moet geven zodat deze op zijn beurt het ministerie van Defensie moet inlichten over de vacatures die zij hebben. Remkes zou enkele tientallen functies bij de politie door militairen in kunnen laten vullen. Dat is toch wel een erg mager resultaat. In de personeelsbrief laat de regering weten op grond van mijn motie te werken aan een beleid dat de mensen die niet vrijwillig willen of kunnen vertrekken, te laten overgaan naar de politie en de diplomatieke beveiligingsdienst. Veel concreets staat er niet over in deze brief (“Op korte termijn worden van deze contacten de eerste resultaten verwacht”), en dat is vooralsnog ook al zeer teleurstellend. Wat is de precieze stand van zaken, uitgesplitst naar politie, onderwijs, douane, brandweer en andere bedrijfstakken? Waar streeft de staatssecretaris naar, kan hij een hard cijfer aangeven van mensen die hij sowieso in de publieke sector herplaatst wil zien en is hij daar op af te rekenen?

Uit de personeelsbrief blijkt, dat voor een uitplaatsingsmethodiek en uitplaatsingsorganisatie ongeveer 250 miljoen euro gereserveerd is voor de periode van 2000 tot en met 2009. Is dat het totale bedrag dat de regering bereid is uit te trekken om zowel de motie Van Velzen als het Sociaal Beleidskader uit te voeren? En is dat genoeg? En op welke termijn denkt de regering de concrete plannen voor te kunnen leggen? Is bekend hoe het bedrijf Kliq de uitplaatsing zal uitvoeren. De vrees onder het personeel is dat eerst aan de best uitplaatsbare personeelsleden wordt gewerkt. Anderen zouden moeten afwachten. De commissie Rijksuitgaven toont aan dat het bedrag dat voor uitplaatsing ter beschikking staat per personeelslid hoger wordt in de komende vier jaar, is dit juist om de moeilijk herplaatsbaren meer aandacht te geven en wat zijn de mogelijkheden om deze mensen met prioriteit te begeleiden?

Personeelsbrief

Enkele jaren geleden is het beleid ontwikkeld om oudere werknemers vanaf 53 jaar te vragen bij te tekenen, in ieder geval bij de marine. Is het de moeite die mensen te vragen alsnog het bijltje er bij neer te leggen, kan daar ook een regeling op gezet worden of gebeurt dat al? Wat levert deze maatregel op, vooral als er gefocust wordt op mensen in de hogere salarisklasse? Door deze maatregel zullen oudere werknemers er eerder uitgaan, dat verkleint de druk op gedwongen ontslagen voor jongeren.

Daartoe zijn - als flankerend beleid - bovenop de regeling ter stimulering van het vrijwillig vervroegd vertrek van oudere militairen (53 en 54 jaar) nog twee nieuwe regelingen ontwikkeld. Het betreft ten eerste een regeling gedurende één jaar om de vrijwillige uitstroom van oudere burgerambtenaren (57 jaar en ouder) te bevorderen. Daarnaast gaat het om een regeling die de vrijwillige uitstroom van personeel in een aantal specifieke categorieën aanmoedigt door middel van een stimuleringspremie voor degenen die zelf een baan buiten Defensie vinden.

Als er ergens over geklaagd wordt binnen de krijgsmacht is het wel de aanstelling van generaal Van Baal als Inspecteur van de Krijgsmacht. Het benoemen van deze man als belangrijkste controleur zwakt het vertrouwen van het personeel in de werkgever af, om het nog maar zwak te zeggen. De benoeming van Van Baal wordt als het ultieme zwaktebod gezien als het om de zelfreiniging van het krijgsmachtapparaat gaat. Ik werp de vraag maar op, zou het niet beter zijn het afslanken van de defensietop ook maar eens op Van Baal toe te passen?

Een totaal ander punt is de mogelijkheid om de in militaire schoolbanken behaalde diploma’s verder aan te passen aan de civiele diploma’s. Er zou naar gestreefd moeten worden om iedereen die in de lagere regionen de krijgsmacht in stroomt er met een diploma uit te laten gaan waar hij in de burgermaatschappij ook nog iets aan heeft. Dus iemand die aan militaire voertuigen heeft leren sleutelen zou ook moeten leren aan civiele voertuigen te sleutelen en een schutter zou met een ik noem maar iets beveiligingsdiploma af moeten kunnen zwaaien. Hier wordt naar mijn informatie al aan gewerkt maar mijn vraag aan de staatssecretaris is of hij kan aangeven of een certificering van militaire diploma’s op de burgermaatschappij verder worden uitgebreid? Zeker nu hij vast niet kan garanderen dat dit de laatste herorganisatie is.

Diverse plaatsen die het hardst getroffen worden.

Orion en de Antillen

De SP-fractie heeft geen bezwaar tegen het afschaffen van de Marineluchtvaartdienst en de sluiting van Valkenburg. Maar wij zouden er zeker ook geen bezwaar tegen hebben om twee a drie Orions in de lucht te houden om de drugscontrolevluchten boven de Antillen uit te voeren tot er een serieus alternatief is. Verwachtingen van inzet van de NH - 90 over vier jaar en eventueel UAV over zes jaar zijn hiervoor veel te vaag, evenals de bezwering “dat interdepartementaal naar een oplossing zal worden gezocht”. Wat is die oplossing dan en hoe lang moet de Kamer daar nog op wachten? Is de regering bereid tot die oplossing heldere contouren aanneemt twee a drie orions in de lucht te houden, strikt voor de Antillen?

De sociale gevolgen voor diverse steden en streken zullen groot zijn. Den Helder krijgt zware klappen. Naar verluidt zullen er in Den Helder 5000 arbeidsplaatsen vervallen. Hoe staat de regering tegen de overweging om de Van Ghent marinierskazerne uit Rotterdam over te plaatsen naar Den Helder om daarmee de sociale gevolgen voor Den Helder te verzachten? Tevens is de SP-fractie van mening dat het marine-etablissement uit Amsterdam moet verhuizen naar Den Helder. De voordelen van deze plannen zijn dat de marine in Den Helder wordt gecentraliseerd, de sociale klappen voor de stad Den Helder enigszins worden opgevangen en het gemeentebestuur van Den Helder de gelegenheid krijgt om in de komende jaren andere andersoortige werkgelegenheid aan te trekken.

Bezuinigingen bij de luchtmacht

De bezuinigingen op de koninklijke luchtmacht treffen vooral vliegbasis Twenthe, dat in 2007 helemaal gesloten moet zijn. Een sluiting waar volgend jaar mee wordt begonnen. Sommige delen zullen naar Volkel en Leeuwarden worden overgebracht. Maar Volkel wordt niet ontmanteld, terwijl dat in het kader van bestrijding van de massavernietigingswapenspolitiek een wijs besluit zou zijn. Belangrijk onderwerp dat prominent aanwezig is non-proliferatie van massavernietigingswapens. De (Amerikaanse) kernwapens die in Nederland liggen komen op geen enkele wijze aan de orde. Nooit van gehoord, mevrouw, lijkt de regering te willen uitstralen. Ik herhaal mijn oproep. Kernwapens de wereld uit, te beginnen uit Volkel – kan de minister hier nu eindelijk eens mee instemmen?

Kindsoldaten

Over de instroombeperking voor BBT’ers, waaronder 17-jarige schoolverlaters. “Het uitgangspunt van mijn voorganger, zo schrijft de staatssecretaris, dat 17-jarigen voor de vulling van de defensieorganisatie onmisbaar zijn, blijft echter onverkort van kracht. Is de regering onder het huidige gesternte bereid om het werven van 17 jarigen stop te zetten? En zo nee, hoeveel zullen er dan nu nog jaarlijks geworven worden in de streefgetallen?

Waddenzee

Met bezuinigen op oefenterreinen ligt er een mooie mogelijkheden om het oefenen boven natuurgebieden verder te beperken. Zijn er alternatieven voor de oefeningen die op de Vliehors worden uitgevoerd en deelt u mijn mening dat de Waddenzee gevrijwaard zou moeten zijn van militaire oefeningen. Is het juist dat het sluiten van de Vliehors een optie was en waarom is die optie weer uit het beeld verdwenen?

Bezuinigingen op het Veteraneninstituut

De regering wil een centraal veteranenbeleid, zoals minister Kamp nog stelde tijdens het laatste debat over Srebrenica en nu slaat de regering toe met bezuinigingen op het zo gewenste veteraneninstituut? Dat is tegenstrijdig en onbegrijpelijk.

Voor wat betreft materieelbeleid zal ik mij beperken tot de JSF. De conclusie dat het Nederlandse JSF dossier in het slop zit, is niet te vermijden en ook in de regering wordt er openlijk getwijfeld. Minister Brinkhorst heeft recentelijk, zowel vóór (nl 7 september in Buitenhof) als ná (nl op 4 oktober in Tros Kamerbreed) de reis van staatssecretaris Van der Knaap laten merken niet gelukkig te zijn met de stand van zaken. Tijdens beide optredens sprak hij er van over een, anderhalf jaar de balans op te maken, omdat de Nederlandse industrie onvoldoende terugkrijgt. En ook staatssecretaris Van Gennip heeft in antwoord op Kamervragen laten weten dat “(T)egen het einde van 2004 zal het beeld van de industriële inschakeling in de SDD-fase completer zijn, waardoor met meer nauwkeurigheid een inschatting kan worden gemaakt.” En: “Lockheed Martin wordt overigens continue onder druk gehouden om de door haar gewekte verwachtingen waar te maken.” Al in de dagen van het uitkomen van de jaarrapportage was duidelijk dat de voortgang van het JSF-project helemaal niet zo voorspoedig gaat als regering en bedrijfsleven zouden wensen. “Het behalen van geschetste verwachtingen (op blz 9) vergt nog een stevige inspanning”, schrijven de staatssecretarissen (Van der Knaap en Van Gennip). Langs welke criteria zal minister Brinkhorst de vorderingen in het JSF dossier leggen? En wanneer zal hij besluiten de stekker er uit te trekken? Kan de Kamer na al zijn kritische uitlatingen daar wat duidelijkheid in krijgen? Zal hij het afdrachtpercentage van de industrie eerder definitief vast stellen? En wat kan hij zeggen over de berichtgeving van de telegraaf (2/9) dat de luchtmacht al in 2005 orders zal plaatsen. Begint de productiefase al eerder dan in 2006?.

Het JSF-project verkeert klaarblijkelijk onder een ongunstig gesternte. Dat verbaast de SP-fractie niet en bedroeft de fractie evenmin. De uitlatingen van de bewindslieden bewijzen dat ook in de regering grote twijfel bestaat over deze zinloze onderneming. In plaats van nog een jaar aan te modderen, moet nú worden gestopt. De JSF kost de Nederlandse staat zeer veel geld. Geld dat zelfs de Nederlandse wapenindustrie niet voldoende oplevert en in een bodemloze Amerikaanse put verdwijnt. Als de regering twijfelt dan is het beter nu te stoppen dan eind 2004. Nu kost het minder kost en de regering kan per 15 december het contract kan beëindigen. De minister moet niet wachten tot volgend jaar, maar de JSF-soap nu afblazen.”

Tot slot,

De SP-fractie gaat akkoord met een kleiner leger, maar is voorstander om dat voornemen in de komende periode trager uit te voeren, zodat personeelsleden en organisatie beter in staat zijn fatsoenlijke alternatieven en sociale oplossingen te zoeken en te vinden. Want het personeelsbeleid is vooralsnog een raadsel. Duidelijk is dat het personeel wordt aangespoord te vertrekken maar plannen voor vervangend werk zijn er niet. De SP-fractie gaat niet akkoord met een leger dat zich gaat richten op de hogere geweldregionen en met kruisraketten de vrede af zal gaan dwingen en zal zich daartegen blijven verzetten.

Het debat wordt woensdag om 14.30 uur vervolgd.

Verslag eerste termijn dinsdag (www.tweedekamer.nl)