nieuws

Begrotingsbehandeling Justitie: Big Donner is watching you

SP-Kamerlid Jan de Wit is deze week druk bezig geweest met de behandeling van de begroting van het ministerie van Justitie. Centraal stond de visie van minister Donner op de rechtstaat. Deze visie botst op essentiële punten met die van de SP.

De bijdrage van Jan de Wit:

De ‘bruikbare rechtsorde’

De visie van deze minister op de rechtsorde is niet de onze. Afgelopen vrijdag presenteerde hij in de ministerraad de visie op de rechtsstaat. De minister spreekt van een bruikbare rechtsorde. Dat is een rechtsorde waarin begrippen als de eigen verantwoordelijkheid van de burger, de eigen verantwoordelijkheid van de maatschappelijke instituten en de rol van de overheid, maar dan op afstand, centraal staan.

Op zichzelf is er niet zo heel veel mis met dit soort begrippen, maar het gaat erom op welk moment zij worden gebruikt. De minister wil bijvoorbeeld de onderwijsinspectie privatiseren om zo meer verantwoordelijkheid bij de samenleving te leggen. De minister maakt echter ook de gesubsidieerde rechtsbijstand voor sommige mensen onbetaalbaar met hetzelfde motto van de eigen verantwoordelijkheid.

Het is dat verkeerde gebruik van het woord eigen verantwoordelijkheid waartegen mijn fractie bezwaar maakt. Het zorgt eerder voor een onbruikbare rechtsorde als sommige mensen hun recht niet meer kunnen halen.

Met andere woorden, een bruikbare rechtsorde die de SP voorstaat, is niet alleen voor de overheid bruikbaar, maar ook voor haar onderdanen.

Mijn fractie is van mening dat de hele justitiële keten versterkt moet worden en niet aan het einde moet worden verzwakt. Dus niet bezuinigen op gevangenissen en reclassering. Wij moeten zien te voorkomen dat wij straks meer criminelen pakken, maar ze niet kunnen plaatsen en begeleiden.

Uitlevering aan de VS

Wij vinden dat de regering onmiddellijk dient te stoppen met de klakkeloze uitlevering van Nederlandse onderdanen aan de Verenigde Staten.

Het Amerikaanse rechtssysteem leunt voor een groot gedeelte op ‘plea bargaining’. De meeste verdachten worden feitelijk tot een bekentenis gebracht en zelfs gechanteerd. Een enkele leugen van een crimineel is voor de VS voldoende om uitlevering te vragen.

Nederland moet net als de meeste andere Europese landen stoppen met het uitleveren van eigen onderdanen. De onderdanen moeten worden beschermd tegen het Amerikaanse rechtssysteem.

Gesubsidieerde rechtsbijstand

Mijn fractie is van mening dat er een einde moet komen aan de afbraak van de gesubsidieerde rechtsbijstand. Als de minister zijn zin krijgt, komt er een nieuwe leemte in de rechtshulp. Dat betekent dat een groot deel van de bevolking niet voldoende middelen heeft om zijn recht te halen.

Big Donner is watching you

Stop met het nodeloos uitbreiden van de strafwetgeving. Niet iedere burger is een verdachte. Dat betekent dus: niet aftappen op grote schaal, niet allerlei softe gegevens van willekeurige mensen bewaren. Waarom wil de minister weten hoe vaak ik op internet zit, welke pagina’s ik bezoek? Waarom wil de minister internetproviders verplichten al die gegevens langdurig op te slaan? Waarom wil de minister weten welke reizen ik onderneem, welke hobby’s ik heb? Waarom wil de minister weten welk geloof ik heb? Waarom wil de minister weten welke opwindende internetsites ik bezoek?

De maatregelen die de minister in dit verband voorstelt, worden in de media als snuffelwetgeving betiteld. Ik denk dat dit juist is. Ik krijg in ieder geval het gevoel: Big Donner is watching you.

Wet Terroristische Misdrijven

Ik heb een aantal maatregelen genoemd. De minister wil de uitgangspunten van het strafrecht heroverwegen. De meest vergaande maatregelen die de minister voorstelt, hebben te maken met de campagne tegen het terrorisme. Wij praten volgende week over de wet terroristische misdrijven. De minister vindt dat wij afmoeten van het idee dat het beter is om tien schuldigen op straat te hebben dan één onschuldige in de gevangenis.

Ook mijn fractie is voor bestrijding van terrorisme. Ook mijn fractie ziet de noodzaak ervan in om te kijken of er al in een vroegtijdig stadium kan worden opgetreden. De bezwaren van mijn fractie met betrekking tot dit wetsvoorstel spitsen zich toe op twee punten: het terroristisch oogmerk en de samenspanning. Mijn fractie vindt deze wetgeving te ver gaan.

Uitlevering aan de VS: geen ‘fair trial’

Ik kom toe aan de uitleveringen aan de Verenigde Staten. Er staan talrijke mensen op de nominatie om te worden uitgeleverd aan de VS. Ik weet dat de minister een groot vertrouwen heeft in het Amerikaanse rechtssysteem. Maar wat zegt de minister van het volgende:

U wordt op een dag van uw bed gelicht, en de verdenking is betrokkenheid bij grootscheepse XTC-handel, u weet niet wie u heeft beschuldigd, maar vaststaat dat iemand in de VS u graag wil hebben. Het maakt verder niet uit of u daar ooit bent geweest, u kunt immers ook vanuit Nederland de zaak hebben gerund. U wordt uitgeleverd aan de VS, waar de aanklager u een deal voorstelt: ofwel schuld bekennen en daarmee een lagere straf, ofwel een volledig proces, met de kans op een langdurige gevangenisstraf. Wat zou de minister in dit geval doen?

Hij schrijft in de brief over plea bargaining dat een noodzakelijke voorwaarde voor het behoorlijk functioneren van het systeem de gelijkwaardigheid van partijen is. Maar hier is natuurlijk de vraag aan de orde, hoe je in dit soort zaken kunt spreken van gelijkwaardigheid van partijen als de praktijk uitwijst dat wordt onderhandeld op basis van voorstellen van de openbare aanklager, en dat de rechtshulp in heel veel gevallen tekortschiet. Wij kennen allen de verhalen van advocaten die ondeskundig zijn, zitten te slapen en geen interesse hebben in dit soort zaken.

Naar de mening van de SP-fractie is een systeem waar 90% van alle zaken eindigt in een schuldigverklaringovereenkomst in strijd met het beginsel van fair trial. Wat dat betreft is mijn fractie van oordeel dat Nederland niet dient uit te leveren, zeker als wij zien in welke omstandigheden onze onderdanen terechtkomen als zij in een Amerikaanse gevangenis worden opgesloten.

Waarom heeft de minister zo’n grenzeloos vertrouwen in de legitimiteit van het Amerikaanse rechtssysteem? Zijn er omstandigheden denkbaar, waarin de minister van oordeel is dat niet uitgeleverd moet worden? Dit nog even los van de doodstraf, want daarvoor kennen we de argumenten. Waar ligt voor de minister de grens?

Aftappen en bewaren datagegevens

Ik kom toe aan het aftappen en bewaren van gegevens. Onlangs schreef NRC/Handelsblad over de justitiële tapcultuur. De krant stelde vast dat de enige die precies weet hoe tapkamers werken de leveranciers zijn. Ik kan mij de discussies in de Kamer nog herinneren. Bovendien behoort ons land tot de top als het gaat om het jaarlijks afgegeven aantal tapbevelen.

Er zijn twaalf instanties die zich daarmee bezighouden: de politie, de regionale tactische recherche, de interregionale kernteams, de criminele inlichtingendienst, de regionale inlichtingendienst, de dienst technische en operationele ondersteuning, de observatieteams, buitenlandse diensten in Nederland, de AIVD, de militaire inlichtingendienst, de economische spionage en de bedrijfsspionage.

In Nederland wordt meer afgetapt dan in welk land dan ook, zeker in vergelijking met de VS: 10.000 tapbevelen in Nederland, tegenover 2000 in de VS. Hoe beoordeelt de minister die verhouding, kan dat en heeft de minister dezelfde cijfers, of wil hij deze betwisten?

De politiek wordt slecht ingelicht, en waar mogelijk buitenspel gezet. Waarom doet de minister zo terughoudend op dit punt? Justitie bereidt de facto een algehele informatieplicht voor. Ik noemde in dit verband al de snuffelwetgeving. De overheid wil alles van de burgers weten. Justitie luistert zelfs de gesprekken tussen advocaat en cliënt af. Naar mijn idee is dat ontoelaatbaar. Is de minister inmiddels tot een ander standpunt gekomen dan hij onlangs kenbaar heeft gemaakt, naar aanleiding van de vragen die ik daarover heb gesteld?

Ik ben van mening dat het vertrouwelijke verkeer tussen advocaat en cliënt niet mag worden afgeluisterd, want het gaat toch om een persoon die in ons rechtsbestel een bepaalde functie vervult. Diens gesprekken mag je bij voorbaat niet aftappen. Ik vind dat er momenteel te ver wordt gegaan met het afluisteren en het opslaan van gegevens. Wij moeten dat inperken. Klopt het dat inmiddels ettelijke instanties zich bezighouden met het afluisteren en het opslaan van gegevens? Zo ja, vindt de minister dat toelaatbaar? Vindt hij ook niet dat er nadere regels moeten worden gesteld om dat in te perken?

Rechtsbijstand

Dan iets over de rechtsbijstand, want daar komt de eigen verantwoordelijkheid van de burger het meest duidelijk aan de orde. Wij hebben uit en te na met de minister gesproken over de stelselwijziging die hij voorstelt. Op dit moment zijn daarbij drie punten relevant, namelijk de verdubbeling van de eigen bijdrage, de anticumulatieregeling en de al verhoogde griffierechten. Ik vind dat, als je spreekt over de eigen verantwoordelijkheid van de burger, bijvoorbeeld op het terrein van het procederen, je hem ook in staat moet stellen om die verantwoordelijkheid waar te maken. Dan moet je geen financiële barrières opwerpen. Ik heb daarom twee amendementen voorgesteld, een over de eigen bijdrage en een de anticumulatieregeling. Daarin maak ik de verdubbeling ongedaan en handhaaf ik de anticumulatieregeling.

Een en ander hangt ook samen met de verhoging van de uurvergoeding voor de advocatuur. Op 1 juli 2003 zou het uurtarief worden verhoogd, maar dat is niet gebeurd. Er was een verhoging in het vooruitzicht gesteld van 7 euro. Och arm, zeg ik dan. De eerste tranche is dus niet doorgegaan. De vraag is nu of de verhoging dan per 1 januari moet doorgaan. Wat gaat er nu gebeuren? Is het nog wel te verantwoorden, gelet op de problemen binnen de sociale advocatuur, om te volstaan met 3,50 euro of moet je toch de voorkeur geven aan die 7 euro?

Ik vind de door de minister voorgestelde bezuinigingen, bijvoorbeeld met betrekking tot de kinder- en jongerenrechtswinkels, onverstandig. Dit zijn instanties die ervoor zorgen dat per jaar 4000 kinderen, ouders en verzorgers advies krijgen op terreinen waar niemand anders hen in kan adviseren, te weten het familierecht en het strafrecht. De advocatuur en de bureaus voor rechtshulp zijn geen alternatief. Nederland is er ook op gewezen dat er zoiets moet zijn als een soort ombudsmanfunctie voor kinderen. De regering heeft in het verleden steeds verwezen naar de kinder- en jongerenrechtswinkels, maar daar wordt nu op bezuinigd. Mijn fractie vindt dat een domme bezuiniging, want het betekent dat de bureaus moeten worden opgeheven en dat ze niet meer de zinvolle taak voor jongeren kunnen uitoefenen die ze al zo lang uitoefenen.

Dan iets over de bezuiniging van 30 miljoen euro op de reclassering. Mijn fractie vindt dat onaanvaardbaar, te meer daar de reclassering een belangrijke functie heeft als het gaat om het voorkomen van recidive. Ik noem in dat kader de verenigingen en stichtingen die zich bezighouden met de opvang van ex-gedetineerden. Ik noem de jeugdinrichtingen. Zij krijgen een bezuiniging van 17% voor hun kiezen. Ook wijs ik op het Clara Wichmann-instituut.

Met betrekking tot de reclassering heb ik in mijn amendement aangegeven dat de desbetreffende bezuiniging te realiseren moet zijn binnen de dienst Justitiële inrichtingen, alleen niet op het punt van de reclassering.

Vreemdelingenzaken en integratie

Vervolgens heb ik nog een aantal vragen en opmerkingen richting de minister van Vreemdelingenzaken en Integratie. In de Kamer is al eerder gediscussieerd over het sluiten van de AZC’s. In de praktijk blijken zich nog steeds problemen voor te doen met betrekking tot asielzoekers die bijvoorbeeld een opleiding volgen, vrijwilligerswerk doen of een medische behandeling ondergaan. Er wordt dan te gemakkelijk tegen hen gezegd dat ze maar moeten verhuizen. Dit terwijl de minister over de schoolgaande kinderen een duidelijke brief heeft gestuurd met duidelijke instructies. Is zij bereid om met het COA het zo-even door mij geschetste probleem te bespreken?

Verder vraag ik de minister een reactie op de uitspraak van de Raad van State over de botscan.

De afgelopen maanden is tot twee keer toe aan de Kamer een petitie aangeboden namens de witte illegalen. Wij kennen allemaal de groep om wie het gaat. Het zijn mensen die al heel lang hier zijn, die in een verleden zelfs met een sofi-nummer gewerkt hebben en die op alle mogelijke manieren in onze samenleving zijn geïntegreerd. Is de minister bereid om nog een keer naar deze restgroep te kijken die elke keer de aandacht van de Kamer vraagt omdat het zo schrijnend is dat deze mensen niet voor een verblijfsvergunning in aanmerking komen?

Mijn volgend punt betreft de vergunningen voor vreemdelingen. Het blijkt dat niet de IND, maar de gemeenten deze taak, die nu door de vreemdelingenpolitie wordt verricht, zullen krijgen. Wij krijgen het signaal van gemeenten dat zij er geen mensen voor hebben, dat zij niet weten wat zij moeten doen en dat er nog niets bekend is over compensatie, terwijl dit per 1 januari aanstaande in gang moet worden gezet. Kan de minister duidelijkheid bieden en aangeven of er geld beschikbaar wordt gesteld, zodat daarvoor personeel kan worden aangetrokken?

Mensenhandel

Helaas is er nog steeds geen overleg geweest over mensenhandel. Mijn fractie hecht aan agendering van dit punt, omdat de Kamer hier snel werk van moet maken. Wij zullen in dat kader een aantal voorstellen doen, omdat Justitie hiervoor veel meer aandacht moet hebben. Dat geldt ook voor de politie.

Afrondend. Wij vinden de voorgestelde bezuinigingen op de gevangenissen en de reclassering onaanvaardbaar. Het is ook onredelijk om de burger te belasten met een eigen verantwoordelijkheid, terwijl hij geen keuze heeft. Daarnaast vinden wij het onfatsoenlijk als de minister gaat snuffelen in de privé-gegevens van burgers die niets op hun geweten hebben.