Opnieuw zaak tegen asbestbedrijf Eternit
Een 53-jarige vrouw uit Drente heeft een kort geding aangespannen tegen Eternit in Goor vanwege de asbestziekte mesothelioom (longvlieskanker), die vorig jaar bij haar is vastgesteld. Zij vordert een voorschot op haar schadevergoeding ten bedrage van ? 25.000,00. Het Comité Asbestslachtoffers ondersteunt haar zowel moreel als financieel.
SP senator en juridsch adviseur van het Comité Bob Ruers voert het kort geding: ’Het is van het grootste belang dat erkend wordt dat ook asbestslachtoffers die in de privésfeer of als consument aan asbest zijn blootgesteld een passende schadevergoeding ontvangen, zoals werknemers die tijdens hun werk aan asbest zijn blootgesteld of de huisgenoten van deze werknemers die via werkkleding aan asbest zijn blootgesteld recht hebben op schadevergoeding. Dit is echt een unieke zaak die we absoluut moeten winnen’.
Volgens het Comité Asbestslachtoffers is dit de eerste zaak waar het gaat om een vordering van een asbestslachtoffer die niet in de werksfeer maar in de privésfeer is blootgesteld.
De vrouw heeft slechts eenmaal in haar leven ? in 1971 - te maken gehad met blootstelling aan asbest. Zij was toen woonachtig op de boerderij van haar ouders in Drente waar een machineloods werd gebouwd en waarbij asbestcementplaten van Eternit werden aangebracht en bewerkt.
De in totaal 314 asbestcementplaten werden verzaagd waardoor een grote hoeveelheid asbeststof vrijkwam. Aan die asbeststof is mevrouw blootgesteld en 31 jaar nadien werd zij door de asbestziekte mesothelioom getroffen.
De vrouw vordert schadevergoeding van Eternit omdat dit bedrijf als producent en leverancier van de asbestcementplaten begin jaren zeventig bekend was met het gevaar van het bewerken van deze platen, terwijl Eternit haar afnemers en de consumenten nooit op dit gevaar attent heeft gemaakt. Daardoor heeft Eternit onrechtmatig gehandeld en dient haar schade te vergoeden.