Onderzoek naar betaling van advocaten met crimineel geld

Naar aanleiding van Kamervragen van het SP-Tweede Kamerlid Jan de Wit over de betaling van advocaten met uit criminaliteit verkregen geld, heeft minister van Justitie Korthals toegezegd een onderzoek in te stellen. In zijn antwoord geeft Korthals aan samen met de Nederlandse Orde van Advocaten na te gaan of er praktisch uitvoerbare mogelijkheden zijn voor advocaten om te komen tot een beoordeling van de fiscale rechtmatigheid van de inkomsten waarmee de honoraria zijn betaald.

Naar aanleiding van berichtgeving over de acceptatie van uit misdaad afkomstig geld door advocaten in de media zoals in het boek van Bart van Middelburg ‘The Godmother’ over Thea Moear in mei en een rapportage in de Nieuwe Revu van 27 juni heeft de SP-fractie kamervragen gesteld aan de minister van Justitie. In een opinieartikel in de Volkskrant van 4 juli 2000 heeft Jan de Wit de juridische ongewenstheid van deze situatie toegelicht. Jan de Wit heeft in dit artikel betoogd dat de huidige Richtlijn van de Nederlandse Orde van Advocaten in die zin moet worden aangepast dat een advocaat behandeling van een (straf)zaak moet weigeren als hij na deugdelijk onderzoek concludeert of kan vermoeden dat hij betaald zal worden met crimineel geld. Jan de Wit vindt het een positieve ontwikkeling dat de minister ingaat op de stellingname van de SP.