nieuws

Bijdrage van Jan Marijnissen in het debat over Verlenging Sanctiebesluit Irak

De regering stelt vandaag de kamer voor het Sanctiebesluit Irak 1997 voor onbepaalde tijd te verlengen. Bij de schriftelijke inbreng vroegen wij de minister of we daarvan zouden kunnen afzien, of zo niet, wat dan de beleidsvrijheid van Nederland is bij het implementeren van deze Europese verordening. Het antwoord van de minister was duidelijk: nee, we kunnen er niet van afzien, en nee we hebben geen beleidsvrijheid. Waar hebben wij het hier dan over, vraag ik de minister. Is dit debat een zinloos ritueel?

In Irak speelt zich al jarenlang een humanitaire ramp af die zijn weerga niet kent. Door de sancties zijn inmiddels meer dan een half miljoen Iraakse kinderen om het leven gekomen, zo concludeerde het rapport van Unicef-directeur Carol Bellamy in augustus 1999. Nog wat mensen die weten waarover zij praten: in 1998 stapte Dennis Haliday op als leider van het olie-voor-voedsel programma in Irak. Momenteel voert hij een wereldwijde campagne voor een eind aan de sancties tegen Irak en wij hebben hem vlak voor het zomerreces hier in Den Haag mogen horen. Zij opvolger, Hans von Sponeck, hield het twee jaar vol maar ruimde begin dit jaar vrijwillig het veld. Ook hij roept op tot het beëindigen van de sancties. Tegelijkertijd nam het hoofd van het VN Wereld Voedselprogramma, Jutta Burghart, ontslag uit onvrede over het sanctiebeleid. Waarom doen al die mensen dat, terwijl de Nederlandse regering zo overtuigd is van het nut en de noodzaak van deze sancties?

Dat doen zij, omdat zij hebben gezien waar de sancties tot leiden, en waar ze niet toe leiden. Zij zeggen wat ze zeggen en doen wat ze doen omdat wat hier gebeurt een misdaad is tegen de menselijkheid. Dat vinden zij, en dat vindt mijn fractie ook.

Irak mocht tien jaar lang geen of slechts een beperkte hoeveelheid olie uitvoeren. Voor het geld dat het land daarmee verdient mag het voedsel en medicijnen importeren, voor zover dat door de VS wordt toegestaan. Maar intussen stort de economie in, stijgen de werkloosheid en de criminaliteit en worden onderwijs en gezondheidszorg tot de grond toe afgebroken. Eén op de vier kinderen is ernstig ondervoed en de kindersterfte is sinds het instellen van de sancties meer dan vervijfvoudigd. Er is in Irak sprake van een verloren generatie, die in toenemende mate haar toevlucht zoekt in religieus fanatisme. Geld en materiaal voor de noodzakelijke investeringen in de olieproductie is er niet, zodat ook volgende generaties nog de zure vruchten zullen plukken. SH ontnam en ontneemt de Iraakse bevolking haar politieke rechten. De sancties ontnemen de bevolking nu ook haar sociale en economische rechten en het recht op leven. Daar leiden de sancties toe.

Saddam Hussein merkt daar persoonlijk niet veel van. Zijn regime zit nog altijd stevig in het zadel en profiteert van de economische en sociale misère omdat hij zijn machtspositie kan versterken. Er is geen enkel uitzicht op democratisering van het land, de Koerden in het noorden en de Sjiieten in het zuiden kunnen nog altijd geen kant op en niemand heeft zicht op de ontwikkeling van massavernietigingswapens in Irak. Irak voldoet nog altijd niet aan de ontwapeningsverplichtingen uit de Veiligheidsraad-resoluties. Daar leiden de sancties dus niet toe.

Waarom wordt de sanctiepolitiek tegen Irak dan nog voortgezet? Omdat Bagdad verantwoordelijk is voor de humanitaire situatie in Irak? Omdat niet het sanctiebeleid maar het regime verantwoordelijk is voor de dood van meer dan een half miljoen kinderen? Maar, zo vraag ik de minister, als dit nu eens niet kinderen uit Irak maar uit een willekeurig buurland waren die door toedoen van Saddam Hussein om het leven kwamen, zou u dan nog zo onverschillig blijven? Welk verschil maakt dat voor de slachtoffers? Het regime in Bagdad is verantwoordelijk en houdt haar eigen bevolking in gijzeling. Dat mag zo zijn, maar hoe gaan verstandige mensen om met gijzelingssituaties? Provoceren zij de gijzelnemers? Voeren zij een beleid dat er voor zorgt dat de gijzelaars, direct of indirect, op grote schaal worden vermoord? Nee, verstandige mensen doen dat niet. Die gaan in zo’n situatie omzichtiger te werk. Alleen onverantwoordelijke regimes als in de Filippijnen voeren een rampzalige escalatiepolitiek bij gijzelingen, zo hebben we onlangs kunnen zien.

De sancties hebben tot doel het regime te treffen maar hebben ook, direct of indirect, tot resultaat dat honderdduizenden kinderen sterven en miljoenen ernstig ondervoed zijn. Is dat wat de regering verstaat onder ‘collatoral damage’, onbedoelde neveneffecten? Ik wil u een uitspraak van Madeleine Albright voorleggen uit een interview uit 1996. Geconfronteerd met de vele burgerslachtoffers, inmiddels meer slachtoffers dan in Hiroshima, antwoordde zij letterlijk: ‘Het is een harde keuze, maar wij denken dat het de prijs waard is’. Zij doet niet eens moeite te ontkennen dat de sancties zoveel doden op hun geweten hebben, zij vindt het allemaal wel de moeite waard, in een overweging waarin zij leed van mensen denkt te kunnen kwantificeren en afzetten tegen een aantal beleidsdoelen, die overigens niet dichterbij worden gebracht. Vindt de minister ook dat het de prijs nog waard is? Als u vooraf had geweten wat het verwaarloosbare effect van de sancties op het regime zou zijn, en welke humanitaire ramp het tot gevolg zou hebben, zou u dan nog voor deze politiek hebben gekozen?

In buitenlandse politiek moet de proportionaliteit van drukmiddelen continu een zorg zijn. Maar hoe verhouden zich momenteel de échte effecten van de sancties, te weten een humanitaire ramp en honderdduizenden doden, tot het nog altijd niet bereikte doel van volledige ontwapening van Irak? Toen resolutie 687 in 1991 werd aangenomen verwachtte men binnen een jaar dit ontwapeningsdoel te verwezenlijken. Kan de minister bij benadering aangeven hoe die verwachtingen nú zijn? En wanneer wordt wat hem betreft de grens van proportionaliteit bereikt en worden ook de humanitaire consequenties betrokken bij de afweging de sancties al dan niet voort te laten duren?

Sinds 1995 wordt het olie-voor-voedsel programma uitgevoerd. Van een verlichting voor de Iraakse bevolking is echter nog steeds geen sprake. Een totaal verwoeste economie en infrastructuur vallen niet op te lossen met een buitengewoon ingewikkeld en beperkt hulpprogramma. Ook de zogenaamde Omnibusresolutie die in december vorig jaar met minimaal draagvlak door de Veiligheidsraad werd aangenomen, heeft niet deze potentie. Men geeft Irak toestemming olie te exporteren, maar niet de mogelijkheden die olie ook werkelijk te produceren en de rest van hun binnenlandse economie weer op te bouwen. Gelooft de minister dat de humanitaire ramp die veroorzaakt wordt door gebrek aan werkgelegenheid, onderwijs, veilig drinkwater, sanitaire voorzieningen en fatsoenlijke huisvesting is op te lossen door de medicijnen en poedermelk van het humanitaire programma?

In de omnibusresolutie 1284 wordt Unscom vervangen door Unmovic, maar de minister geeft zelf al aan in de nota naar aanleiding van het verslag, dat het twijfelachtig is of Unmovic op korte termijn in Irak aan het werk kan. In hoeverre speelt hier nog een rol de spionage-affaire die begin vorig jaar aan het licht kwam? Unscom werd door de VS gebruikt voor spionagedoeleinden.

Washington heeft laten weten over te gaan tot militaire acties tegen Irak als er harde bewijzen zijn dat dit land bezig is met hernieuwde opbouw van zijn arsenaal aan massavernietigingswapens. Zal de VS hiertoe een resolutie bij de Veiligheidsraad indienen of moeten we opnieuw rekenen op een unilaterale oorlog van Amerika? Hoe heeft Nederland gereageerd op dit dreigement en hoe beoordeelt de regering deze Amerikaanse alleingang? Zal Nederland opnieuw, zoals bij operatie Desert Fox in 1998, steun verlenen aan bombardementen op Irak?

In juli antwoordde de minister op schriftelijke vragen dat er geen enkele aanleiding is te denken dat het niet toelaten van UNMOVIC door Irak voor de VS reden zou zijn het land aan te vallen, omdat dit geen overschrijding zou zijn van de zogenaamde ‘red lines’ die in het zand getrokken zijn. Maar was Desert Fox niet ook gewoon een vergelding voor het niet naleven van de sancties? Wat maakt de huidige situatie zo anders? En waarom is de minister niet bereid over zo’n mogelijke militaire actie een standpunt in te nemen? In zijn antwoord: ‘omdat er geen indicatie is dat het niet toelaten van Unmovic gevolgd zal worden door een militaire actie van de VS’. Maar heeft de minister alleen standpunten over zaken die al gebeurd zijn? Is regeren niet vooruit kijken?

Sinds Desert Fox hebben Amerika en Engeland wekelijks bombardementen uitgevoerd op stellingen in Irak, zogenaamd om respectering van de no-fly zones af te dwingen. Is het juist dat deze no-fly zones in geen enkele resolutie van de Veiligheidsraad genoemd worden? En moeten deze dan ook niet gezien worden als een eenzijdige actie van nog slechts Amerika en Engeland, en daarmee in strijd met het internationale recht?

Het begint zo langzamerhand een serieuze en levensgevaarlijke trend te worden dat de Verenigde Staten de Veiligheidsraad en andere internationale organisaties waar mogelijk gebruiken, maar volledig buiten het internationale recht omgaan als hen dat beter uitkomt. De no-fly zones, operatie Desert Fox, maar ook op onderdelen van de oorlog tegen Joegoslavië – zoals we onlangs in deze kamer nog moesten vaststellen – en nu opnieuw met hun eenzijdige dreiging met oorlog tegen Irak. Herkent de minister deze trend en hoe beoordeelt hij deze?

In steeds meer kringen gaan stemmen op om de sanctiepolitiek drastisch te herzien. Op 13 april van dit jaar nam het Europees Parlement met grote meerderheid een resolutie aan [1] die opriep tot het onverwijld afkondigen van opheffing van het embargo en streeft naar een alomvattende politieke oplossing die gebaseerd is op de inachtneming van de normen die in de internationale gemeenschap gelden en een einde te maken aan de militaire acties waarvoor de Veiligheidsraad geen toestemming heeft verleend. Bij dit laatste doelt men op de voortdurende luchtaanvallen van de VS en Engeland op Irak. Kent de minister deze resolutie en wat is het oordeel van de Nederlandse regering hierover? Is de minister bereid de Europese sanctiepolitiek tegen Irak in het kader van de EU ter discussie te stellen?

Sinds anderhalf jaar is Nederland lid van de Veiligheidsraad en zelfs voorzitter van het sanctiecomité. Nederland neemt, samen met de VS en Engeland, in toenemende mate een geïsoleerde positie in met betrekking tot de sancties tegen Irak. Zowel China, Rusland als Frankrijk zijn voorstander van een heel andere politiek. Welke initiatieven onderneemt Nederland om de eenheid in de veiligheidsraad inzake Irak te herstellen?

Tot ongenoegen van ook Nederland blokkeert de VS nog steeds een groot aantal Iraakse aanvragen in kader van het olie-voor-voedsel programma. Wat doet Nederland concreet om deze houding van de VS aan de kaak te stellen? Is de minister bereid aan de Nederlandse vertegenwoordiger in de Veiligheidsraad op te dragen van het sanctiebeleid tegen Irak een belangrijk thema te maken, bijvoorbeeld als Nederland in november weer voorzitter is van de Veiligheidsraad?

[1] Deze resolutie werd ingediend door de Europese fracties van de SP, Groenlinks, Partij van de Arbeid en CDA. Er gelden inmiddels geen restricties meer op de hoeveelheid olie die Irak mag exporteren om geld voor het olie-voor-voedsel programma te genereren.

Zie ook: Online discussie met Jan Marijnissen over de sancties tegen Irak