Regering erkent aansprakelijkheid 'Cannerberg'

Staatssecretaris Gmelich Meijling van Defensie geeft toe dat het ministerie onvoldoende gedaan heeft om zijn personeel te beschermen tegen de gevaren van asbest. Duizenden werknemers zijn daaraan blootgesteld in het voormalige NAVO-commandocentrum onder de Cannerberg in Zuid-Limburg. Eén werknemers is inmiddels overleden aan de gevolgen. Defensie erkent aansprakelijk voor alle asbestziekten die nog kunnen optreden bij mensen die in de Cannerberg gewerkt hebben. Die ziektes openbaren zich meestal pas na 15 tot 40 jaar. Gmelich Meijling verklaarde een en ander in antwoord op kamervragen van de SP-fractie. SP-nieuwsblad De Tribune en het comité Asbestslachtoffers brachten het schandaal twee maanden geleden aan het licht. SP-fractievoorzitter Marijnissen pleit nu voor een parlementair onderzoek naar de rol van Defensie in deze affaire. Het ministerie heeft in de jaren 70 en 80 zijn medewerkers onvoldoende voorlichting en bescherming gegegeven en herhaaldelijk aanbevelingen tot het treffen van maatregelen genegeerd. Ook blijkt Defensie de conclusies van een TNO-rapport in 1991 te hebben beïnvloed. Met het Comité Asbestslachtoffers roept de SP de betrokkenen op zich te melden voor informatie en mogelijke juridische stappen. Zie ook het Tribune-artikel: "Het asbestschandaal van de Cannerberg".